gepubliceerd op 12 maart 2002
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36quaterdecies van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers
4 FEBRUARI 2002. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36quaterdecies van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 18 en 28;
Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 47;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 18, een laatste maal gewijzigd door de overeenkomst nr. 36terdecies van 16 oktober 2000, overeenkomsten gesloten in de Nationale Arbeidsraad en respectievelijk algemeen verbindend verklaard door de koninklijke besluiten van 9 december 1982 en van 4 februari 2002;
Gelet op het verzoek van de Nationale Arbeidsraad;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage opgenomen collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36quaterdecies gesloten op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 4 februari 2002.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Wet van 24 juli 1987, Belgisch Staatsblad van 20 augustus 1987.
Koninklijk besluit van 9 december 1981, Belgisch Staatsblad van 6 januari 1982; erratum, Belgisch Staatsblad van 16 februari 1982.
Koninklijk besluit van 4 februari 2002, Belgisch Staatsblad van 8 maart 2002.
Bijlage Nationale Arbeidsraad Collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36quaterdecies van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot wijziging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers Geregistreerd op 11 januari 2002 onder het nr. 60500/CO/300 Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités.
Gelet op de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, inzonderheid op artikel 47;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 houdende conservatoire maatregelen betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers, gewijzigd door de collectieve arbeidsovereenkomsten nr. 36septies van 5 juni 1984, nr. 36octies van 5 maart 1985, nr. 36decies van 4 maart 1986 en nr. 36terdecies van 16 oktober 2000, inzonderheid op artikel 18;
Gelet op het punt I, 4, D van het interprofessioneel akkoord van 22 december 2000, dat met het oog op een efficiëntere werking van de arbeidsmarkt de sociale partners van de bouwsector heeft uitgenodigd na te denken over de invoering van uitzendarbeid of een equivalent systeem in hun sector volgens toepassingsregels die volgens hen het best voldoen aan de behoeften van de ondernemingen en die zij het meest geschikt achten om de rechten en het sociaal statuut van de werknemers te vrijwaren;
Gelet op het sectoraal akkoord, gesloten in het paritair comité voor het bouwbedrijf d.d. 5 april en 28 juni 2001, waarin de krachtlijnen voor de invoering van de uitzendarbeid in de bouwsector zijn vastgelegd;
Gelet op de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 november 2001 tot vaststelling van de voorwaarden en modaliteiten van de uitzendarbeid in het bouwbedrijf waarin voornoemd sectoraal akkoord werd gefinaliseerd;
Overwegende dat, opdat de invoering van uitzendarbeid in de bouwsector overeenkomstig de in die collectieve arbeidsovereenkomst bepaalde regels mogelijk zou zijn, wijzigingen aangebracht moeten worden in de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981;
Hebben de navolgende interprofessionele organisaties van werkgevers en van werknemers : - het Verbond van Belgische Ondernemingen; - de nationale middenstandsorganisaties erkend overeenkomstig de wetten betreffende de organisatie van de Middenstand, gecoördineerd op 28 mei 1979; - de Boerenbond; - « la Fédération wallonne de l'Agriculture »; - het Algemeen Christelijk Vakverbond van België; - het Algemeen Belgisch Vakverbond; - de Algemene Centrale der Liberale Vakbonden van België, op 19 december 2001 in de Nationale Arbeidsraad de volgende collectieve arbeidsovereenkomst gesloten.
Artikel 1.Artikel 18 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 36 van 27 november 1981 betreffende de tijdelijke arbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van werknemers ten behoeve van gebruikers wordt vervangen door de volgende bepaling : « Artikel 18 De uitzendarbeid zoals bepaald in hoofdstuk III is, voor wat de werklieden betreft, niet toegelaten in de verhuisondernemingen, de meubelbewaring en de aanverwante activiteiten ervan die onder de bevoegdheid van het paritair comité voor het vervoer ressorteren.
Voor de werklieden van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het paritair comité voor het bouwbedrijf, is de uitzendarbeid, zoals bepaald in hoofdstuk III, enkel toegelaten bij vervanging van een arbeidsongeschikte werknemer en bij tijdelijke vermeerdering van werk, volgens de voorwaarden bepaald en de modaliteiten vastgelegd door het paritair comité voor het bouwbedrijf.
Commentaar Het verbod om in de bedoelde ondernemingen uitzendkrachten tewerk te stellen, geldt zowel ten aanzien van de uitzendbureaus als ten aanzien van de gebruikers. »
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002.
Brussel, op 19 december 2001.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 4 februari 2002.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX