Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 04 februari 1999
gepubliceerd op 06 maart 1999

Koninklijk besluit houdende financiering van de noodhulp en van opvang verleend aan personen die voor een tijdelijke opvang doorgestuurd worden door het Onthaalcentrum "Klein-Kasteeltje" en aan de slachtoffers van mensenhandel in 1999

bron
ministerie van sociale zaken, volksgezondheid en leefmilieu
numac
1999022143
pub.
06/03/1999
prom.
04/02/1999
ELI
eli/besluit/1999/02/04/1999022143/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

4 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit houdende financiering van de noodhulp en van opvang verleend aan personen die voor een tijdelijke opvang doorgestuurd worden door het Onthaalcentrum "Klein-Kasteeltje" en aan de slachtoffers van mensenhandel in 1999


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 23 december 1998 houdende de Algemene Uitgavenbegroting voor het begrotingsjaar 1999;

Gelet op de gecoördineerde wetten op de Rijkscomptabiliteit van 17 juli 1991, inzonderheid op artikel 55;

Gelet op de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun, verleend door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn, inzonderheid op artikel 11, par. 1 en par. 2, gewijzigd bij de wet van 9 juli 1971;

Overwegende dat bepaalde behartigenswaardige categorieën van personen met het statuut van ontheemde of van asielzoeker niet in de door de Belgische Staat of het Belgische Rode Kruis georganiseerde opvangcentra kunnen worden opgevangen;

Overwegende dat het noodzakelijk is dat de personen die het slachtoffer zijn van mensenhandel en aan wie de Dienst Vreemdelingenzaken een tijdelijke verblijfsvergunning heeft toegekend, ondersteund worden;

Overwegende dat het wenselijk is dat de opvang van deze personen gebeurt door gespecialiseerde organisaties;

Gelet op het gunstig advies van de Inspectie van Financiën gegeven op 8 januari 1999;

Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en van Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Een globaal bedrag van dertig miljoen frank aanrekenbaar op basisallocatie 26.55.32.33.26 van de Algemene Uitgavenbegroting 1999, wordt gereserveerd voor Thuislozenzorg Vlaanderen, de "Association des Maisons d'Accueil" en de leden van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen wat de opvang van personen met het statuut van ontheemde of van asielzoeker betreft, en voor de Opvangcentra "Payoke", "Pag-Asa" en « Sürya » wat de opvang van slachtoffers van mensenhandel betreft. § 1. Wat Thuislozenzorg Vlaanderen, de Association des Maisons d'Accueil en de leden van het Belgisch Comité voor Hulp aan Vluchtelingen betreft, is dit bedrag bestemd voor het vergoeden van de kosten van bijstand verleend aan asielzoekers of ontheemden die voor een tijdelijke opvang doorgestuurd worden door het Onthaalcentrum Klein-Kasteeltje. § 2.Wat Payoke, Pag-Asa en Sürya betreft, heeft dit bedrag tot doel de kosten van de opvang te vergoeden verleend aan personen die het slachtoffer zijn van mensenhandel en die een tijdelijke verblijfsvergunning hebben bekomen om in deze hoedanigheid ter beschikking van het gerecht te blijven. De opvang kan plaatsvinden in de opvanghuizen zelf, in gastgezinnen, of op plaatsen die om veiligheidsredenen geheim dienen te blijven.

Art. 2.§ 1. De uitbetaling van de Staatstussenkomst zal gebeuren in de vorm van maandelijkse stortingen na voorlegging van de verantwoordingsstukken van de uitgaven, die binnen de grenzen moeten blijven bepaald in artikel 11, par. 1, van de wet van 2 april 1965 betreffende het ten laste nemen van de steun verleend door de O.C.M.W.'s en in het ministerieel besluit van 30 januari 1995 tot regeling van de terugbetaling door de Staat van de kosten van de dienstverlening door de openbare centra voor maatschappelijk welzijn toegekend aan een behoeftige die de Belgische nationaliteit niet bezit en die niet in het bevolkingsregister is ingeschreven. § 2. Indien de organisaties de bedragen, waarvoor de Staat geheel of gedeeltelijk tussenkwam, teruggevorderd hebben, zullen deze organisaties de teruggevorderde bedragen die verschuldigd zijn aan de Staat, overschrijven op de postchequerekening van de Bestuursafdeling van het Maatschappelijk Welzijn of zal de Staat de teruggevorderde bedragen afhouden van de volgende tussenkomst. § 3. De Minister kan toestaan dat de terugbetaling van de steun, verleend aan alleenstaande minderjarige vreemdelingen, de terugbetalingsgrenzen, vastgesteld in § 1 van dit artikel overschrijdt, rekening houdend met de nodige personeelsomkadering en de toekenning van zakgeld aan deze jongeren.

Art. 3.Deze organisaties verbinden zich ertoe, ingeval zij een beroep doen op deze Staatstussenkomst, de Bestuursdirectie van het Maatschappelijk Welzijn maandelijks in te lichten over de naam, het aantal en de nationaliteit van de gesteunde personen evenals de modaliteiten van de toegekende steun en dit om een eventuele dubbele steunverlening te vermijden.

Wat de opvang van asielzoekers of ontheemden betreft, zal een afschrift van de doorverwijsbrief van het Klein Kasteeltje toegevoegd worden bij de eerste aanvraag tot tussenkomst van de Staat.

Wat de opvang van slachtoffers van mensenhandel betreft, zal een afschrift van de tijdelijke verblijfsvergunning toegevoegd worden. Na de periode van 45 dagen zal een afschrift van het bewijs dat een klacht werd ingediend eveneens aan de Bestuursdirectie worden verzonden.

Art. 4.Onze Minister van Volksgezondheid en Pensioenen en Onze Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 4 februari 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid en Pensioenen, M. COLLA De Staatssecretaris voor Maatschappelijke Integratie en Leefmilieu, J. PEETERS

^