Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 september 2000
gepubliceerd op 21 oktober 2000

Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen

bron
ministerie van middenstand en landbouw
numac
2000016242
pub.
21/10/2000
prom.
03/09/2000
ELI
eli/besluit/2000/09/03/2000016242/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

3 SEPTEMBER 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op het Verdrag tot oprichting van de Europese Economische Gemeenschap, ondertekend te Rome op 25 maart 1957 en goedgekeurd door de wet van 2 december 1957;

Gelet op de Richtlijn nr. 86/362/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op granen, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 88/298/EEG van de Raad van 16 mei 1988, nr. 93/57/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/29/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 96/33/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999 en nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000;

Gelet op de Richtlijn nr. 86/363/EEG van de Raad van 24 juli 1986 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op levensmiddelen van dierlijke oorsprong, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/57/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/29/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/39/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 96/33/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999 en nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000;

Gelet op de Richtlijn nr. 90/642/EEG van de Raad van 27 november 1990 tot vaststelling van maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen in en op bepaalde producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, gewijzigd bij de Richtlijnen nr. 93/58/EEG van de Raad van 29 juni 1993, nr. 94/30/EG van de Raad van 23 juni 1994, nr. 95/38/EG van de Raad van 17 juli 1995, nr. 95/61/EG van de Raad van 29 november 1995, nr. 96/32/EG van de Raad van 21 mei 1996, nr. 97/41/EG van de Raad van 25 juni 1997, nr. 97/71/EG van de Commissie van 15 december 1997, nr. 98/82/EG van de Commissie van 27 oktober 1998, nr. 1999/65/EG van de Commissie van 24 juni 1999, nr. 1999/71/EG van de Commissie van 14 juli 1999 en nr. 2000/24/EG van de Commissie van 28 april 2000;

Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, inzonderheid op artikel 5, § 1, 3°, gewijzigd bij de wetten van 21 december 1998 en 5 februari 1999;

Gelet op de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de verbruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten, inzonderheid op artikel 5, gewijzigd bij de wetten van 22 maart 1989 en van 9 februari 1994;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd door de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de noodzaak om onverwijld zekere maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen vast te stellen, voortvloeit uit de verplichting zich binnen de voorgeschreven termijnen te schikken naar de Richtlijn 2000/24/EG;

Op de voordracht van Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en van Onze Minister van Landbouw en Middenstand, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de bijlage bij het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in tabel onder 2.2, wordt de tekst in de kolom « II Producten van deze groep » die correspondeert met « 4. Ander vlees » vervangen door « Ander vlees en andere eetbare slachtafvallen, vers, gekoeld of bevroren, van tamme duiven, van tamme konijnen en van wild »; 2° in punt 3 worden de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen BARBAN, 3-CHLOORANILINE, CHLOORBENZILAAT, CHLOORBUFAM, CHLOOROXURON, DI-ALLAAT, METHOXYCHLOOR en TRI-ALLAAT vervangen door de bepalingen in bijlage I bij dit besluit;3° punt 3 wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen ARAMIET, CHLOORBENZIDE, CHLOORFENSON en 1,1-DICHLOOR-2,2-bis (4-ETHYL-FENYL-) ETHAAN in bijlage I bij dit besluit; 4° in punt 3 wordt voor CARTAP het toegelaten maximumgehalte aan residuen « thee 20 » vervangen door het toegelaten maximumgehalte aan residuen « thee 0* (0.1) »; 5° punt 4.A wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen ARAMIET, BARBAN, CHLOORBENZIDE, CHLOORBENZILAAT, CHLOORFENSON, CHLOOROXURON, 1,1-DICHLOOR-2,2-bis (4-ETHYL-FENYL-) ETHAAN en METHOXYCHLOOR in bijlage II bij dit besluit; 4° in punt 4.A wordt voor DDT het toegelaten maximumgehalte aan residuen « eieren en eierproducten 0.1 » vervangen door het toegelaten maximumgehalte aan residuen « eieren en eierproducten 0.05 »; 7° punt 4.B wordt aangevuld met de bepalingen met betrekking tot de bestrijdingsmiddelen CHLOORBUFAM en DI-ALLAAT in bijlage II bij dit besluit; 8° in punt 4.B worden de bepalingen met betrekking tot het bestrijdingmiddel METHOXYCHLOOR geschrapt.

Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 3.Onze Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu en Onze Minister van Landbouw en Middenstand zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 september 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

Bijlagen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 september 2000 tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 maart 2000 tot vaststelling van de maximumgehalten aan residuen van bestrijdingsmiddelen toegelaten in en op voedingsmiddelen.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Consumentenzaken, Volksgezondheid en Leefmilieu, Mevr. M. AELVOET De Minister van Landbouw en Middenstand, J. GABRIELS

^