gepubliceerd op 14 oktober 2016
Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 15 juni 1949 tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen
3 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 15 juni 1949 tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen
VERSLAG AAN DE KONING Sire, Inzake vergoedingspensioen worden de beslissingen van de pensioencommissies aan de belanghebbenden betekend per aangetekende brief met bericht van ontvangst.
Een dergelijk formalisme lijkt tegenwoordig echter buitensporig en overbodig. Bovendien vereisen het beheer en het opvolgen van de berichten van ontvangst behoorlijk wat administratief werk.
Om deze redenen wordt voorgesteld om de beslissingen per aangetekende brief te blijven betekenen, maar voortaan zonder de verplichte formaliteit van het bericht van ontvangst.
Dat is het voorwerp van dit besluit, dat in werking treedt op de dag waarin het wordt bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Ik heb de eer te zijn, Sire, Van Uwe Majesteit, de zeer eerbiedige en zeer getrouwe dienaar, De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE
ADVIES 59.947/2/V VAN 7 SEPTEMBER 2016 VAN DE RAAD VAN STATE, AFDELING WETGEVING, OVER EEN ONTWERP VAN KONINKLIJK BESLUIT `TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT VAN DE REGENT VAN 15 JUNI 1949 TOT BEPALING VAN DE RECHTSPLEGING VOOR DE COMMISSIES VOOR VERGOEDINGSPENSIOENEN' Op 26 juli 2016 is de Raad van State, afdeling Wetgeving, door de Minister van Pensioenen verzocht binnen een termijn van dertig dagen, van rechtswege (*) verlengd tot 12 september 2016, een advies te verstrekken over een ontwerp van koninklijk besluit `tot wijziging van het besluit van de Regent van 15 juni 1949 tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen'.
Het ontwerp is door de tweede vakantiekamer onderzocht op 7 september 2016.
De kamer was samengesteld uit Pierre Liénardy, kamervoorzitter, Martine Baguet en Bernard Blero, staatsraden, en Colette Gigot, griffier.
Het verslag is opgesteld door Jean-Luc Paquet, eerste auditeur.
De overeenstemming tussen de Franse en de Nederlandse tekst is nagezien onder toezicht van Pierre Liénardy.
Het advies, waarvan de tekst hierna volgt, is gegeven op 7 september 2016.
Aangezien de adviesaanvraag ingediend is op basis van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State, beperkt de afdeling Wetgeving overeenkomstig artikel 84, § 3, van de voornoemde gecoördineerde wetten haar onderzoek tot de rechtsgrond van het ontwerp, de bevoegdheid van de steller van de handeling en de te vervullen voorafgaande vormvereisten.
Wat die drie punten betreft, geeft het ontwerp aanleiding tot de volgende opmerkingen. 1. Artikel 47, § 3, van de wetten `op de vergoedingspensioenen', gecoördineerd op 5 oktober 1948, vormt de rechtsgrond van het ontwerp. Het bepaalt het volgende: "Een koninklijk besluit regelt al wat betrekking heeft op de voordracht van de leden en op de procedure tot onderzoek van de aan de commissies voorgelegde zaken".
Het eerste lid van de aanhef moet dan ook worden geredigeerd als volgt: "Gelet op de wetten op de vergoedingspensioenen, gecoördineerd op 5 oktober 1948, artikel 47, § 3;". 2. In het tweede lid van de aanhef moet geen melding worden gemaakt van de wijzigingen die eerder zijn aangebracht in het besluit van de Regent van 15 juni 1949 `tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen'. Die eerdere wijzigingen moet daarentegen wel in het dispositief worden vermeld bij elke gewijzigde bepaling (1). (1) Beginselen van de wetgevingstechniek - Handleiding voor het opstellen van wetgevende en reglementaire teksten, www.raadvst-consetat.be, tab "Wetgevingstechniek", aanbevelingen 30 en 113. (*) Deze verlenging vloeit voort uit artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, in fine, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State waarin wordt bepaald dat deze termijn van rechtswege verlengd wordt met vijftien dagen wanneer hij begint te lopen tussen 15 juli en 31 juli of wanneer hij verstrijkt tussen 15 juli en 15 augustus.
De griffier, C. Gigot.
De voorzitter, P. Liénardy.
3 OKTOBER 2016. - Koninklijk besluit tot wijziging van het besluit van de Regent van 15 juni 1949 tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wetten op de vergoedingspensioenen, samengeordend op 5 oktober 1948, artikel 47, § 3;
Gelet op het besluit van de Regent van 15 juni 1949 tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 20 april 2016;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, van 27 april 2016;
Gelet op het onderhandelingsprotocol nr N-400 van 23 mei 2016 van het Onderhandelingscomité van het militair personeel;
Gelet op het advies nr 59.947 van de Raad van State, gegeven op 7 september 2016 met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 2°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In de artikelen 5, § 2, eerste lid, 7, eerste lid, en 8, tweede lid, van het besluit van de Regent van 15 juni 1949 tot bepaling van de rechtspleging voor de commissies voor vergoedingspensioenen worden de woorden "met ontvangbewijs" telkens opgeheven.
In artikel 14, eerste streepje, van hetzelfde besluit, vervangen bij het koninklijk besluit van 13 december 1983, worden de woorden "met bericht van ontvangst" opgeheven.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.De minister bevoegd voor Pensioenen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 oktober 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Pensioenen, D. BACQUELAINE