3 OKTOBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 7 juli 2006 tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 december 2003 tot vaststelling van de voorwaarden van de volledige of gedeeltelijke kosteloosheid van de juridische tweedelijnsbijstand en de rechtsbijstand.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST JUSTIZ 7. JULI 2006 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 18.Dezember 2003 zur Festlegung der Bedingungen des kostenlosen oder teilweise kostenlosen weiterführenden juristischen Beistands und der Gerichtskostenhilfe ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund von Artikel 23 der Verfassung;

Aufgrund des Gerichtsgesetzbuches, insbesondere des Artikels 508/13 Absatz 2, eingefügt durch das Gesetz vom 23. November 1998 über den juristischen Beistand, und des Artikels 676, ersetzt durch dasselbe Gesetz;

Aufgrund des vorerwähnten Gesetzes vom 23. November 1998, insbesondere des Artikels 9;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung der Bedingungen des kostenlosen oder teilweise kostenlosen weiterführenden juristischen Beistands und der Gerichtskostenhilfe;

Aufgrund der Stellungnahmen des Finanzinspektors vom 25. November 2005 und 19. April 2006;

Aufgrund des Einverständnisses des Ministers des Haushalts vom 31.

Januar 2006 und 26. April 2006;

Aufgrund des Gutachtens 40.473/2 des Staatsrates vom 7. Juni 2006, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Aufgrund des Gutachtens 40.474/2 des Staatsrates vom 7. Juni 2006, abgegeben in Anwendung von Artikel 84 § 1 Absatz 1 Nr. 1 der koordinierten Gesetze über den Staatsrat;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Justiz und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - Artikel 1 § 1 des Königlichen Erlasses vom 18. Dezember 2003 zur Festlegung der Bedingungen des kostenlosen oder teilweise kostenlosen weiterführenden juristischen Beistands und der Gerichtskostenhilfe wird wie folgt abgeändert: 1. Absatz 1 wird wie folgt ergänzt: « 11.Personen, für die ein Verfahren der kollektiven Schuldenregelung läuft, auf Vorlage der in Artikel 1675/6 des Gerichtsgesetzbuches erwähnten Annehmbarkeitsentscheidung, sowie überschuldete Personen, auf Vorlage einer von ihnen abgegebenen Erklärung, aus der hervorgeht, dass Gerichtskostenhilfe oder weiterführender juristischer Beistand zwecks Einleitung eines Verfahrens der kollektiven Schuldenregelung beantragt wird. » 2. In Absatz 2 werden die Wörter « 10 % vom Eingliederungseinkommen » durch die Wörter « 15 % vom Eingliederungseinkommen » ersetzt. Art. 2 - In Artikel 2 Absatz 2 desselben Erlasses werden die Wörter « 10 % vom Eingliederungseinkommen » durch die Wörter « 15 % vom Eingliederungseinkommen » ersetzt.

Art. 3 - Vorliegender Erlass tritt am 1. September 2006 in Kraft.

Art. 4 - Unser Minister der Justiz ist mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 7. Juli 2006 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Justiz Frau L. ONKELINX Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 oktober 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL