gepubliceerd op 02 juli 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de syndicale vorming
3 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de syndicale vorming (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de landbouw;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de landbouw, betreffende de syndicale vorming.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de landbouw Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 juli 2001 Syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 4 april 2002 onder het nummer 61932/CO/144) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs. 5, 5bis , 5ter en 9 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, is van toepassing op de werkgevers en op de arbeiders en arbeidsters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de landbouw. HOOFDSTUK II. - Begunstigden
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing wanneer door een representatieve organisatie van de werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de landbouw, cursussen of seminaries worden ingericht ter vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de leden van de overlegorganen en de vertegenwoordigingsorganen van de werknemers, tijdens de uren die samenvallen met de normale werkuren.
De begunstigden die bedoeld worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst en die in aanmerking komen voor de syndicale vorming zijn de effectieve en de plaatsvervangende werknemersvertegenwoordigers in de ondernemingsraad, in het comité voor preventie en bescherming op het werk en in de syndicale delegatie.
In elke onderneming wordt per kalenderjaar een quotum vastgesteld aan dagen syndicale vorming dat kan opgenomen worden door de hogervermelde effectieve en plaatsvervangende werknemersvertegenwoordigers.
Dit quotum wordt als volgt vastgelegd : het aantal effectieve werknemersvertegenwoordigers in de overlegorganen en/of in de syndicale delegatie vermenigvuldigd met 5 dagen.
Dit quotum wordt telkenmale bij de aanvang van het kalenderjaar vastgesteld. HOOFDSTUK III. - Organisatie
Art. 3.De werknemersorganisaties die cursussen of organisaties zoals bedoeld in artikel 2 inrichten, verwittigen het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw zo vlug mogelijk en in elk geval tenminste drie weken voor de eigenlijke aanvang ervan. Zij bezorgen tezelfdertijd aan het fonds een beknopte samenvatting van de inhoud van de cursus of seminarie.
De werknemersorganisaties zullen bovendien zo vlug mogelijk en in elk geval tenminste drie weken vooraf de werkgever verwittigen van de deelname van bepaalde werknemers aan een ingerichte cursus of een georganiseerd seminarie.
De ondertekenende partijen erkennen en benadrukken dat zij, bij de organisatie van de cursussen en voornamelijk bij de planning van het tijdstip waarop een bepaalde cursus zal ingericht worden, maximaal rekening zullen houden met de noodzaak van een continue bedrijfsvoering en zullen streven naar een zo minimaal mogelijke hinder voor de normale werking van de onderneming. HOOFDSTUK IV. - Duur van de afwezigheden
Art. 4.Voor de berekening van het quotum bedoeld in artikel 2 van deze overeenkomst, wordt rekening gehouden met 5 dagen afwezigheid met het oog op het volgen van een cursus of een seminarie per effectief mandaat.
Voor wat de aanwending van het quotum betreft, kan vorming en/of de cursus gevolgd worden door zowel de effectieve als de plaatsvervangende leden.
Het aantal dagen afwezigheid per werknemer mag evenwel op jaarbasis de twee weken niet overschrijden. HOOFDSTUK V. - Financiering van de afwezigheden
Art. 5.De werkgevers waarvan sommige werklieden en werksters syndicale cursussen of seminaries volgen betalen de lonen die betrekking hebben op de afwezigheidsdagen voor syndicale vorming op dezelfde wijze als voorzien door de wet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de betaling der feestdagen, en bekomen de terugbetaling ervan door het sociaal fonds, verhoogd met de sociale lasten.
Art. 6.Het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw treft de nodige schikkingen om die in artikel 5 bedoelde terugbetaling mogelijk te maken. HOOFDSTUK VI. - Verhaalprocedure
Art. 7.Ieder geschil betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan op vraag van de meest gerede partij worden voorgelegd aan : - het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de landbouw wanneer er een geschil bestaat tussen de werkgever enerzijds en de werklieden en werksters anderzijds; - het directiecomité van het Waarborg- en Sociaal Fonds voor de landbouw wanneer het om een geschil gaat inzake de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.
Zij kan worden opgezegd door elk der ondertekende partijen door middel van een aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het paritair comité, mits een opzegperiode van 6 maanden.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2003 De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX