gepubliceerd op 02 juli 2003
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de omzetting in euro van de baremieke loonschalen vanaf 1 januari 2002
3 MEI 2003. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de omzetting in euro van de baremieke loonschalen vanaf 1 januari 2002 (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de omzetting in euro van de baremieke loonschalen vanaf 1 januari 2002.
Art. 2.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 mei 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk Collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2001 Omzetting in euro van de baremieke loonschalen vanaf 1 januari 2002 (Overeenkomst geregistreerd op 7 november 2001 onder het nummer 59502/CO/120) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op alle textiel- en breigoed-ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk en op alle erin tewerkgestelde arbeiders en arbeidsters, in de mate dat de in artikel 3 van de huidige overeenkomst aangehaalde bedragen op hen van toepassing zijn. HOOFDSTUK II. - Doelstelling
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst preciseert de toepassing van de omzettings- en afrondingsregels in euro op de nationale en regionale baremieke loonschalen die gelden voor de ondernemingen en werknemers bedoeld in artikel 1. HOOFDSTUK III. - Omzettings- en afrondingsregels in euro
Art. 3.Vanaf 1 januari 2002, zullen de baremieke loonschalen in Belgische frank zoals bedoeld in artikel 2, definitief vervangen worden door de baremieke loonschalen in euro zoals hieronder gedefinieerd.
Art. 4.De baremieke loonschalen in Belgische frank bedoeld in artikel 2 worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst en door de bijhorende bijlage bedoeld in artikel 7, omgezet en afgerond in euro, met toepassing van de van kracht zijnde wettelijke regels.
Zo komen de partijen overeen om als officiële basis de bedragen in Belgische frank, van kracht op 31 december 2001 en uitgedrukt met twee decimalen, te gebruiken.
De partijen komen overeen om deze bedragen in Belgische frank te delen door de wettelijk omzettingscoëfficiënt van 40,3399 en om het resultaat af te ronden in euro op vier decimalen, en het cijfer volgend op de vierde decimaal weg te laten indien het kleiner is dan vijf en de vierde decimaal naar de hogere eenheid te brengen indien dit cijfer gelijk is aan of groter is dan vijf.
Op die manier zullen de bedragen meegedeeld in euro tot 31 december 2001 vanaf 1 januari 2002 automatisch beschouwd worden als de nieuwe officiële bedragen waarop de conventionele en indexverhogingen moeten toegepast worden met ingang van 1 januari 2002.
Art. 5.Als berekeningbasis worden vanaf 1 januari 2002 de afgeronde bedragen in euro met 4 decimalen gebruikt, alvorens de aanpassingen vereist door de collectieve arbeidsovereenkomsten door te voeren. De loonsverhogingen worden op deze basisbedragen toegepast, terwijl de afronding gebeurt volgens de wettelijke principes, zoals bepaald in artikel 4, lid 3 in fine.
Art. 6.Krachtens de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 maart 2001 gesloten in uitvoering van het interprofessioneel akkoord voor de jaren 2001 en 2002, zal er een conventionele verhoging van 0,10 EUR uitgevoerd worden op de baremieke lonen in enkele ploeg voor de eerste keer op 1 januari 2002 en een tweede keer op 1 april 2002. HOOFDSTUK IV. - Terbeschikkingstelling van de officiële bedragen in euro
Art. 7.De partijen komen overeen dat de indicatieve bedragen in euro die op de datum van de huidige collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing zijn, zullen beschouwd worden als de nieuwe officiële basisbedragen in euro waarop de baremieke aanpassingen in euro vanaf 1 januari 2002 uitgevoerd worden, onder andere op grond van artikel 6.
Deze nieuwe basisbedragen worden in bijlage gevoegd.
Art. 8.Gelet op de doorzichtigheid, komen de partijen overeen dat, tijdens de periode van dubbele geldomloop, namelijk van de Belgische frank en de euro van 1 januari 2002 tot en met 28 februari 2002, naast de officiële bedragen der nationale en regionale barema's in euro, ook de overeenstemmende indicatieve bedragen in Belgische frank zullen gepubliceerd worden. HOOFDSTUK V. - Eindbepalingen
Art. 9.De huidige collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2002. Zij wordt voor onbepaalde duur gesloten en kan door elk van ondertekende partijen opgezegd worden, mits betekening van een opzeg van minstens zes maanden aan de voorzitter van het Paritair Comité.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX
Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 5 oktober 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk, betreffende de omzetting in euro van de baremieke loonschalen vanaf 1 januari 2002 Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld 1 EUR = 40,3399 BEF Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 mei 2003.
De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX