gepubliceerd op 26 maart 2004
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 houdende uitvoering van artikel 101 van de wet op de ziekenhuizen
3 MAART 2004. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 houdende uitvoering van artikel 101 van de wet op de ziekenhuizen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op de artikel 101, gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002 en de koninklijk besluit van 11 december 2002;
Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 14 november 2003;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting, gegeven op 18 december 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat het gedeelte van het budget van financiële middelen dat ten laste is van de Staat gekend moet zijn vóór 1 juli 2003; dat de vaststelling van dit gedeelte geen bijkomende uitgaven voor de Staat mag meebrengen en dat de verzekeringsinstellingen hiervan onmiddellijk op de hoogte gebracht moeten worden;
Gelet op het advies 36.365/1 van de Raad van State, gegeven op 29 december 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 26 juni 2002 houdende uitvoering van artikel 101 van de wet op de ziekenhuizen, worden de woorden « 23,65 % » vervangen door « 22,77 % ».
Art. 2.Dit besluit heeft betrekking op de verschuldigde Staatssubsidie voor de verstrekkingen verleend vanaf 1 juli 2003.
Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juli 2003.
Art. 4.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 maart 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken en Volksgezondheid, R. DEMOTTE