gepubliceerd op 04 juni 1999
Koninklijk besluit tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor dierlijke voeding bestemde dierlijke producten
3 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor dierlijke voeding bestemde dierlijke producten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt, gewijzigd door de wet van 5 februari 1999;
Gelet op de Beschikking nr. 1999/363/EG van 3 juni 1999 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen tot vaststelling van beschermende maatregelen met betrekking tot dioxineverontreiniging van voor menselijke consumptie of vervoedering bestemde dierlijke producten;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, in het bijzonder artikel 3, § 1, gewijzigd bij de wetten van 9 augustus 1980, 16 juni 1989, 4 juli 1989 en 4 augustus 1996;
Gelet op dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat onverwijld maatregelen moeten worden genomen om elk risico op recyclage van dioxinen via de dierlijke voeding te vermijden;
Overwegende dat dringende maatregelen moeten genomen worden om zich te schikken naar de bovenvermelde EG-beschikking;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het is verboden om in het verkeer te brengen, uit te voeren of te gebruiken met het oog op de dierlijke voeding : a) de volgende producten verkregen van pluimvee en varkens in België gekweekt tussen 15 januari 1999 en 1 juni 1999 : - verwerkte dierlijke eiwitten, als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad; - grondstoffen voor de vervaardiging van dierenvoeder, als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad; - gesmolten vet, als bedoeld in Richtlijn 92/118/EEG van de Raad; b) vetten die niet afkomstig zijn van dierlijk afval of niet direct afkomstig van de voedingsmiddelenindustrie.
Art. 2.De bepalingen van artikel 1 zijn niet van toepassing op de producten : - waarvan kan bewezen worden dat ze niet afkomstig zijn van dieren die gekweekt zijn in bedrijven die onder beslag gelegd zijn door de Inspectie-generaal Veterinaire Diensten; of - waarvan de resultaten van de analyses bewijzen dat ze niet verontreinigd zijn met dioxinen.
Art. 3.Overtreding van de voorschriften van dit besluit wordt opgespoord, vastgesteld, vervolgd en gestraft, overeenkomstig de bepalingen van de wet van 11 juli 1969 betreffende de bestrijdingsmiddelen en de grondstoffen voor de landbouw, tuinbouw, bosbouw en veeteelt.
Art. 4.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Gegeven te Brussel, 3 juni 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Begroting, belast met Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, H. VAN ROMPUY