Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juli 2005
gepubliceerd op 19 juli 2005

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en de loopbaanvermindering

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2005201652
pub.
19/07/2005
prom.
03/07/2005
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JULI 2005. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en de loopbaanvermindering (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de non-ferro metalen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het tijdskrediet en de loopbaanvermindering.

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de non-ferro metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005 Tijdskrediet en loopbaanvermindering (Overeenkomst geregistreerd op 13 mei 2005 onder het nummer 74727/CO/105)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de non-ferro metalen en op de werklieden die zij tewerkstellen.

Onder "werklieden" wordt verstaan : de werklieden en de werksters.

Duur van de uitoefening van het recht

Art. 2.§ 1. In uitvoering van artikel 3 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis van 19 december 2001, gesloten in de Nationale Arbeidsraad, tot vervanging van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77 van 14 februari 2001 tot invoering van een stelsel van tijdskrediet, loopbaanvermindering en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking, gewijzigd bij de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77ter van 10 juli 2002, wordt de duur van de uitoefening van het recht op tijdskrediet voor volledige schorsing en vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking verlengd tot een maximumperiode van 3 jaar over de gehele loopbaan. § 2. Op ondernemingsvlak is terzake geen verdere afwijking mogelijk.

Drempel

Art. 3.§ 1. In toepassing van artikel 15 van de hoger vermelde collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis wordt de drempel inzake het gelijktijdig uitoefenen van het recht op tijdskrediet, loopbaanvermindering tot 4/5e of vermindering van de arbeidsprestaties tot een halftijdse betrekking vastgelegd op 5 pct., geteld in koppen, van de werklieden overeenkomstig de bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis. § 2. Onverminderd de bestaande bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomsten kan deze drempel op ondernemingsvlak evenwel bij collectieve arbeidsovereenkomst worden verhoogd tot maximum 4 pct., berekend in voltijdse equivalenten, van het aantal werklieden tewerkgesteld in de onderneming of de dienst zoals bedoeld in artikel 15, § 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis op 30 juni van het jaar voorafgaand aan het jaar tijdens hetwelk de rechten gelijktijdig worden uitgeoefend.

Deze bedrijfscollectieve arbeidsovereenkomst dient minimaal de volgende 4 elementen te regelen : - de berekeningswijze van de drempel in voltijdse equivalenten; - de voorwaarden van de toegang tot dit uitgebreid recht; - de modaliteiten van aanvraag en rangordening ervan; - de categorieën van werklieden op dewelke de bedoelde regeling van toepassing is. § 3. Op ondernemingsvlak is terzake geen verdere afwijking mogelijk.

Herstructurering

Art. 4.§ 1. Voor ondernemingen in herstructurering kan, met het oog op het vermijden of beperken van ontslagen, uitzonderlijk en na goedkeuring door het paritair comité, per ondernemingscollectieve arbeidsovereenkomst, afgeweken worden van de drempel zoals bepaald in artikel 3. § 2. Onder "ondernemingen in herstructurering" wordt verstaan : de ondernemingen in herstructurering zoals bepaald overeenkomstig de bepalingen van de reglementering betreffende het brugpensioen.

Ploegen of cycli

Art. 5.§ 1. Dit artikel geeft uitvoering aan de artikelen 6, § 2 en 9, § 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 77bis met betrekking tot de nadere regels inzake de organisatie van het recht op loopbaanvermindering tot beloop van één dag per week of een gelijkwaardige regeling wanneer de werklieden tewerkgesteld zijn in ploegen of cycli in een arbeidsregeling gespreid over vijf of meer dagen. § 2. De nadere regels voor het organiseren van het recht op loopbaanvermindering met 1/5e worden bepaald op ondernemingsniveau, rekening houdend met de volgende voorwaarden : - de bestaande arbeidsorganisatie moet verder toegepast kunnen worden.

Dit impliceert dat de toepassing van de arbeidscycli en van de ploegenstelsels gegarandeerd moet blijven; - de loopbaanvermindering moet minstens per volledige dagen genomen worden of een gelijkwaardige regeling, te bespreken op ondernemingsvlak. § 3. De afgesproken organisatieregels worden vastgelegd in een collectieve arbeidsovereenkomst gesloten op ondernemingsvlak en vervolgens geïntegreerd in het arbeidsreglement.

Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2005 en treedt buiten werking op 31 december 2006. § 2. Zij vervangt de bepalingen van hoofdstuk 8, afdeling 2, van de collectieve arbeidsovereenkomst van 27 april 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de non-ferro metalen, betreffende het protocol van sectoraal akkoord 2005-2006.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 3 juli 2005.

De Minister van Werk, Mevr. F. VAN DEN BOSSCHE

^