Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 juli 2005
gepubliceerd op 03 augustus 2005

Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten

bron
federale overheidsdienst binnenlandse zaken
numac
2005000404
pub.
03/08/2005
prom.
03/07/2005
ELI
eli/besluit/2005/07/03/2005000404/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 JULI 2005. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten, opgemaakt door de Centrale Dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van het koninklijk besluit van 19 april 2005 tot wijziging van het koninklijk besluit van 8 februari 2001 tot uitvoering van de wet van 24 maart 1999 tot regeling van de betrekkingen tussen de overheid en de vakverenigingen van het personeel van de politiediensten.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage ÖFFENTLICHER FÖDERALER DIENST JUSTIZ UND ÖFFENTLICHER FÖDERALER DIENST INNERES 19. APRIL 2005 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 8.Februar 2001 zur Ausführung des Gesetzes vom 24. März 1999 zur Regelung der Beziehungen zwischen den öffentlichen Behörden und den Gewerkschaftsorganisationen des Personals der Polizeidienste ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund des Gesetzes vom 24. März 1999 zur Regelung der Beziehungen zwischen den öffentlichen Behörden und den Gewerkschaftsorganisationen des Personals der Polizeidienste, insbesondere der Artikel 9 und 16;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 8. Februar 2001 zur Ausführung des Gesetzes vom 24. März 1999 zur Regelung der Beziehungen zwischen den öffentlichen Behörden und den Gewerkschaftsorganisationen des Personals der Polizeidienste, insbesondere der Artikel 34, 40 und 46 Absatz 2;

Aufgrund der Protokolle Nr. 36/2 vom 13. Februar 2001, Nr. 27 vom 25.

Januar 2002 und Nr. 126 vom 26. Mai 2004 des Verhandlungsausschusses für die Polizeidienste;

Aufgrund der Stellungnahme des Finanzinspektors vom 9. Dezember 2002;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Haushalts vom 9.

August 2004;

Aufgrund des Einverständnisses Unseres Ministers des Öffentlichen Dienstes vom 10. Juni 2003;

In der Erwägung, dass die Stellungnahme des Bürgermeisterbeirats nicht ordnungsgemäss binnen der gesetzten Frist abgegeben worden ist und dass kein Antrag auf Verlängerung der Frist gestellt worden ist; dass sie infolgedessen ausser Acht gelassen worden ist;

Aufgrund des Gutachtens Nr. 37.886/2 des Staatsrates vom 5. Januar 2005;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Justiz und Unseres Ministers des Innern Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: Artikel 1 - In Artikel 34 des Königlichen Erlasses vom 8. Februar 2001 zur Ausführung des Gesetzes vom 24. März 1999 zur Regelung der Beziehungen zwischen den öffentlichen Behörden und den Gewerkschaftsorganisationen des Personals der Polizeidienste wird ein Absatz 3 mit folgendem Wortlaut eingefügt: « Die Mitglieder des Personals, die an einer vom Minister anerkannten Polizeischule beschäftigt sind oder ausgebildet werden, fallen in die Zuständigkeit des in Absatz 2 erwähnten betreffenden Basiskonzertierungsausschusses. Jedes Mal, wenn ein Tagesordnungspunkt dieses Ausschusses eine in einer solchen Schule in diesem Kontext organisierte Ausbildung betrifft, lädt der Vorsitzende des betreffenden Basiskonzertierungsausschusses einen Vertreter der Polizeischule zur Teilnahme an der Basiskonzertierung ein. » Art. 2 - In Artikel 40 desselben Erlasses werden die Wörter « schickt jede repräsentative Gewerkschaftsorganisation dem Minister eine Liste der Mitglieder und ihrer eventuellen Stellvertreter zwecks Zulassung zu » durch die Wörter « schickt jede repräsentative Gewerkschaftsorganisation dem Generaldirektor der Generaldirektion des Personals der föderalen Polizei eine Liste der Mitglieder und ihrer eventuellen Stellvertreter zwecks Zulassung durch den Minister zu » ersetzt.

Art. 3 - Artikel 46 Absatz 2 desselben Erlasses wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Die Besoldung der in Absatz 1 erwähnten ständigen Gewerkschaftsvertreter, von denen zwei auf die in Artikel 41 erwähnte Anzahl Urlaubstage wegen Gewerkschaftsarbeit angerechnet werden, geht zu Lasten des Haushaltsplans des Föderalen Öffentlichen Dienstes Inneres. » Art. 4 - Vorliegender Erlass wird mit 1. Juli 2002 wirksam, wobei vom 1. Januar 2001 bis zum 1.Juli 2002 die Besoldung von acht der zwölf ständigen Gewerkschaftsvertreter, von denen zwei auf die in Artikel 41 des Königlichen Erlasses vom 8. Februar 2001 zur Ausführung des Gesetzes vom 24. März 1999 zur Regelung der Beziehungen zwischen den öffentlichen Behörden und den Gewerkschaftsorganisationen des Personals der Polizeidienste erwähnte Anzahl Urlaubstage wegen Gewerkschaftsarbeit angerechnet werden, zu Lasten des Haushaltsplans des Ministeriums des Innern geht.

Art. 5 - Unser Minister der Justiz und Unser Minister des Innern sind mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 19. April 2005 ALBERT Von Königs wegen: Die Vizepremierministerin und Ministerin der Justiz Frau L. ONKELINX Der Minister des Innern P. DEWAEL Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 juli 2005.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

^