gepubliceerd op 25 maart 1999
Koninklijk besluit tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars
3 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van het stagereglement van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, inzonderheid op artikel 7 gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1985 en 10 februari 1998;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar;
Gelet op de beslissing van de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars van 8 december 1998 tot vaststelling van het stagereglement;
Op de voordracht van Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het door de Nationale Raad van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars opgesteld en als bijlage aan dit besluit gehecht stagereglement heeft bindende kracht.
Art. 2.Onze Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN
Stagereglement van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars (BIV) HOOFDSTUK 1. - Definities
Artikel 1.Voor de toepassing van dit reglement wordt verstaan onder : 1° de wet :de kaderwet van 1 maart 1976 tot reglementering van de bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van de dienstverlenende intellectuele beroepen, gewijzigd bij de wetten van 15 juli 1985, 30 december 1992 en 10 februari 1998;2° het Instituut : het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars opgericht bij artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 september 1993 ter bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar;3° de Raad : de Nationale Raad van het Instituut bedoeld in artikel 6 van de wet;4° de Kamer : de Uitvoerende Kamer van het Instituut bedoeld in artikel 6 van de wet. HOOFDSTUK II. - De stage in het algemeen
Art. 2.De stage heeft tot doel de stagiair-vastgoedmakelaar voor te bereiden op zijn inschrijving op het tableau van de vastgoedmakelaars door hem de mogelijkheid te bieden zich te vormen op het vlak van de beroepspraktijk en de plichtenleer.
Behalve voorafgaande toegestane afwijking van de stagecommissie, dient ten minste de helft van de stage verplicht besteed te worden aan de makelaardij, de andere helft kan aan één of meerdere activiteiten, zoals bedoeld in artikel 3 van het koninklijk besluit van 6 september 1993, besteed worden.
De stage wordt verricht onder het toezicht van een stagemeester.
Dit stagereglement is van toepassing op alle personen die op de lijst van de stagiair-vastgoedmakelaars van het Instituut werden ingeschreven en op hun stagemeesters.
De Raad is belast met de organisatie van de stage en met de begeleiding van de stagiairs en van de stagemeesters, en richt daartoe een stagecommissie op. HOOFDSTUK III. - De inschrijving op de lijst van de stagiairs en de aanvaarding tot de stage Art. 3 § 1. De aanvraag tot inschrijving op de lijst van de stagiair-vastgoedmakelaars geschiedt zoals bepaald in artikel 46 van het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot bepaling van de regels inzake de organisatie en de werking van de beroepsinstituten die voor de dienstverlenende intellectuele beroepen zijn opgericht. § 2. Om ontvankelijk te zijn, moet de aanvraag vergezeld zijn van een dossier waaruit ondermeer moet blijken dat voldaan is aan de voorwaarden bepaald in artikel 5, § 1, 1° van het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar door middel van een voor eensluidend verklaard afschrift van het diploma van de kandidaat of van een gelijkwaardig getuigschrift. § 3. Het dossier omvat tevens : 1° een bewijs van nationaliteit of van woonplaats, afgeleverd door de bevoegde overheid, dat niet ouder is dan drie maanden;2° een bewijs van goed gedrag en zeden, dat niet ouder is dan drie maanden;3° een bewijs van aansluiting bij een sociaal verzekeringsfonds voor zelfstandigen of bij de Nationale Hulpkas voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen;4° een bewijs van betaling van de dossierkosten, waarvan het bedrag door de Raad wordt vastgesteld, en dat in mindering zal worden gebracht van de toekomstige lidmaatschapsbijdrage;5° drie exemplaren van de stage-overeenkomst, elk behoorlijk ondertekend door de partijen, en beantwoordend aan de in dit besluit gestelde voorwaarden;6° de schriftelijke verbintenis om gedurende de stage, voordrachten, seminaries, vakoefeningen en andere activiteiten bij te wonen die door het Instituut georganiseerd worden ten behoeve van de stagiairs. § 4. Binnen dertig dagen na de ontvangst van het bij aangetekend schrijven verzonden dossier, betekent het Instituut er ontvangst van en duidt het aan of dit dossier volledig is of vermeldt het (de) ontbrekende stuk(ken) die nog ingeleverd dienen te worden opdat het dossier als volledig beschouwd zou kunnen worden.
De stagiair beschikt over dertig dagen om de ontbrekende stukken in te dienen.
Art. 4.De kandidaat die voldoet aan de voorwaarden van artikel 3, § 2 en § 3 van dit besluit wordt onmiddellijk tot de stage toegelaten na zijn inschrijving op de lijst van de stagiairs.
Art. 5.Vanaf de inschrijving op de lijst van de stagiairs zal het volledig dossier voor verder gevolg aan de stagecommissie worden overgemaakt.
Art. 6.De stagecommissie houdt een lijst bij van de op het tableau ingeschreven vastgoedmakelaars die aan de voorwaarden van dit besluit beantwoorden en die zich kandidaat stellen om als stagemeester op te treden.
In voorkomend geval zal de stagecommissie de stagiair, op zijn verzoek, helpen bij het vinden van een stagemeester. HOOFDSTUK IV. - De stageovereenkomst Art. 7.§ 1. De stageovereenkomst gesloten tussen de stagiair en zijn stagemeester bevat : 1° de verbintenis van de partijen om zich te schikken naar het stagereglement en naar de onderrichtingen en richtlijnen die door de Raad worden verstrekt;2° de verbintenis van de stagiair en de stagemeester om zich met loyaliteit aan de stage te wijden, het beroepsgeheim te eerbiedigen, en de beroepsbelangen van beide partijen tijdens de stage niet te schaden. De stagiair en de stagemeester gaan de verbintenis aan om gedurende de stage, en tot twee jaar na het beëindigen van de stageovereenkomst, geen dossiers over te nemen van hun respectievelijk cliënteel zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de andere partij die bij de stageovereenkomst betrokken was. 3° de wijze waarop de stagiair wordt vergoed voor de prestaties die hij levert voor zijn stagemeester. § 2. De stageovereenkomst vangt ten vroegste aan na inschrijving op de lijst van de stagiairs.
Na goedkeuring van de overeenkomst wordt een exemplaar aan de stagiair alsook aan de stagemeester toegezonden. Het derde exemplaar blijft gevoegd bij het dossier van de stagiair. § 3. De stageovereenkomst mag ondertekend worden in naam van een vennootschap, op voorwaarde dat deze een natuurlijke persoon aanwijst, die daadwerkelijk als verantwoordelijke stagemeester optreedt en die voldoet aan de vereisten van artikel 20 van dit besluit.
Art. 8.De stage wordt verricht in het kader van een contract van zelfstandige dienstverlening. Dit contract wordt afgesloten tussen de stagiair en zijn stagemeester.
De voorwaarden waaronder de dienstverlening aan de stagemeester door de stagiair zal geschieden, worden schriftelijk vastgesteld en maken integraal deel uit van de stageovereenkomst.
Art. 9.De stageovereenkomst waarvan de duurtijd nooit meer dan drie jaar kan bedragen, wordt vervroegd beëindigd : 1° op initiatief van de stagiair : mits een vooropzeg van één maand bij aangetekend schrijven aan de andere partij;2° op initiatief van de stagemeester : mits een vooropzeg van twee maanden bij aangetekend schrijven aan de andere partij;3° mits schriftelijk akkoord van beide partijen;4° om gegronde redenen, die door de Kamer worden beoordeeld nadat de partijen behoorlijk opgeroepen werden om gehoord te worden. Het beëindigen van de overeenkomst moet aan de Kamer betekend worden door de partij die de opzeg geeft. HOOFDSTUK V. - De duur van de stage
Art. 10.De stage wordt in België volbracht gedurende een aaneengesloten periode van één jaar.
Art. 11.De Kamer kan vrijstelling van de stage verlenen aan de personen die in het buitenland een hoedanigheid verworven hebben, waarvan zij vaststelt dat deze gelijkwaardig is met die van vastgoedmakelaar, voor zover de wettelijke en reglementaire vereisten voor de toegang tot het beroep in dat land beantwoorden aan die welke met betrekking tot de theoretische kennis en de vakbekwaamheid gelden voor een vastgoedmakelaar in België.
Art. 12.Op gemotiveerd verzoek van de stagiair of van de stagemeester kan de stagecommissie de stage voor een door haar bepaalde duur opschorten.
De uitvoering van de stage hervat wanneer de stagecommissie een nieuwe overeenkomst, gesloten met een andere stagemeester, heeft goedgekeurd.
Art. 13.De stagiair die in de onmogelijkheid verkeert zijn stagewerkzaamheden te verrichten, kan door de Kamer geschorst worden, overeenkomstig de procedure bedoeld bij de artikelen 49 tot en met 51 van het koninklijk besluit van 27 november 1985 tot bepaling van de regels inzake de organisatie en de werking van de beroepsinstituten die voor de dienstverlenende intellectuele beroepen zijn opgericht.
Art. 14.Wanneer de stagiair geschorst wordt, wordt de stage onderbroken voor de duur van de schorsing. Wanneer de stagemeester geschorst wordt of zijn beroepswerkzaamheden dient stop te zetten, wordt de stage niet onderbroken, wanneer binnen zestig dagen een nieuwe overeenkomst, goedgekeurd wordt door de stagecommissie.
Art. 15.Elke schorsing of schrapping wordt gelijktijdig aan de stagemeester en aan de stagiair per aangetekende brief door de Kamer betekend. De motivering van de schorsing wordt enkel vermeld op de kennisgeving gericht aan de persoon die geschorst wordt.
Art. 16.§ 1. Na afloop van de stage, en uiterlijk drie jaar na zijn inschrijving op de lijst van de stagiairs, vraagt de stagiair bij aangetekend schrijven zijn inschrijving op het tableau van de beoefenaars aan.
Stagiairs die nalaten om voormelde inschrijving aan te vragen worden geacht te verzaken aan hun hoedanigheid van stagiair-vastgoedmakelaar. § 2. Naar aanleiding van voormelde aanvraag tot inschrijving zal de stagecommissie onverwijld het stagedossier van de betrokken stagiair aan de Kamer overmaken houdende onder meer het stageverslag, bedoeld in artikel 19, een document waarin de stagemeester zijn stagiair evalueert, evenals het advies van de stagecommissie over de stage.
De Kamer zal binnen dertig dagen na ontvangst van de aanvraag beslissen over de inschrijving van de aanvrager op het tableau van de beroepsbeoefenaars. § 3. Indien de stagecommissie het stagedossier negatief adviseert, kan de Kamer een praktische bekwaamheidstest opleggen aan de stagiair volgens de modaliteiten door de Raad vastgesteld.
Het resultaat van deze praktische bekwaamheidstest, afgelegd voor de stagecommissie, zal overgemaakt worden aan de Kamer, die binnen dertig dagen na ontvangst ervan een beslissing neemt. § 4. Ingeval van weigering tot inschrijving op het tableau van de beoefenaars of van verzaking in de zin van § 1 van dit artikel, kan de stagiair steeds zijn herinschrijving op de lijst van de stagiairs vragen, om een nieuwe stage te volbrengen bij een andere stagemeester. HOOFDSTUK VI. - Rechten en plichten van de stagiair
Art. 17.De stagiair vervult gewetensvol zijn stage overeenkomstig de richtlijnen van de stagecommissie. Gedurende de volledige stageduur moet de stagiair daadwerkelijk vastgoedwerkzaamheden vervullen.
Art. 18.Voor hetgeen niet expliciet wordt bepaald in dit besluit, zijn de stagiairs onderworpen aan dezelfde regels als de erkende vastgoedmakelaars.
Art. 19.De stagiair maakt ter attentie van de stagecommissie een gedetailleerd stageverslag op dat een overzicht geeft van de werkzaamheden die hij heeft verricht of waaraan hij heeft deelgenomen.
De stagiair maakt om de drie maanden zijn verslag over aan de stagecommissie.
Dit verslag zal met de meeste discretie behandeld worden door de stagecommissie. HOOFDSTUK VII. - Rechten en plichten van de stagemeester
Art. 20.Alleen de natuurlijke personen, die op het tableau van het Beroepsinstituut van vastgoedmakelaars ingeschreven zijn, kunnen stagemeester zijn.
Deze personen moeten evenwel : 1° het beroep van vastgoedmakelaar als hoofdberoep uitoefenen en minstens 35 jaar oud zijn;2° geen door de Kamer opgelegde tuchtstraf opgelopen hebben;3° effectief het beroep van vastgoedmakelaar uitoefenen en minimum acht jaar ervaring hebben als vastgoedmakelaar in hoofdberoep;4° een bewijs van goed gedrag en zeden kunnen voorleggen en niet het voorwerp zijn van een negatieve beoordeling vanwege de stagecommissie;5° geen arbeidsovereenkomst afgesloten hebben met de stagiair. De stagecommissie kan, mits betrokkenen voorafgaandelijk te horen, personen als stagemeester schrappen of weigeren wanneer zij blijk hebben gegeven van nalatigheid bij het nakomen van hun verplichtingen.
De betrokken stagemeester kan hiertegen in beroep gaan overeenkomstig de artikelen 49 tot en met 51 van het koninklijk besluit van 27 november 1985.
Art. 21.Een stagemeester kan, uitgezonderd afwijking toegestaan door de stagecommissie slechts één stagiair tegelijk begeleiden.
De stagemeester is niet verantwoordelijk voor de beroepsdaden die de stagiair voor zijn eigen cliënteel heeft gesteld.
Art. 22.De stagemeester zal de werkzaamheden van de stagiair opvolgen.
Hij zal zijn stagiair adviseren bij zijn werkzaamheden als zelfstandig vastgoedmakelaar en hem voor de prestaties verricht ten behoeve van de stagemeester degelijk vergoeden, overeenkomstig de richtlijnen inzake minimumvergoeding opgesteld door de Minister na advies van de Raad.
De stagemeester volgt hiervoor de richtlijnen van het Instituut op.
Art. 23.De stagemeester neemt geregeld kennis van het stageverslag van de stagiair. Hij noteert er zijn bevindingen in.
Indien de stagiair aan zijn verplichtingen tekort komt, zal de stagemeester dit tijdens de stage aan de stagecommissie melden. HOOFDSTUK VIII Inbreuk op de verplichtingen van de stageovereenkomst
Art. 24.Elke inbreuk op de verplichtingen voortvloeiend uit de stageovereenkomst kan bij de stagecommissie aanhanging worden gemaakt door elke belanghebbende partij bij deze overeenkomst. HOOFDSTUK IX. - Bijzondere bepaling
Art. 25.Overeenkomstig artikel 6, tweede lid van het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 2 mei 1996, worden de personen die houder zijn van een diploma, in de zin van artikel 5, § 1, 1°, e, voorgeschreven door een andere Lid-Staat van de Europese Gemeenschap of een andere Staat die partij is bij de overeenkomst betreffende de Europese Economische Ruimte, vrijgesteld van de stage om tot het beroep van vastgoedmakelaar op zijn grondgebied te worden toegelaten dan wel deze activiteit aldaar uit te oefenen.
Art. 26.Nietemin, in de gevallen opgesomd in artikel 4, § 1, b, van de Richtlijn 89/48/EEG van de Raad van 21 december 1988 betreffende een algemeen stelsel van erkenning van hoger-onderwijsdiploma's waarmee beroepsopleidingen van ten minste drie jaar worden afgesloten, kan de Kamer, naar eigen keuze van de bedoelde aanvrager, ofwel het volbrengen van een aanpassingsstage van één jaar ofwel het afleggen van een bekwaamheidsproef van deze aanvrager eisen.
Zowel de modaliteiten van deze aanpassingsstage en zijn evaluatie, als de modaliteiten van de bekwaamheidsproef en de lijst van de materies worden door de stagecommissie vastgelegd,, met inachtneming van de regels inzake communautair recht en in het bijzonder van de bepalingen van artikel 1, g van de bovenvermelde richtlijn. De aanvrager wordt ingeschreven op de lijst van de stagiairs. HOOFDSTUK X. - Slot- en overgangsbepalingen
Art. 27.De stageperiode voor de inwerkingtreding van dit stagereglement volbracht, wordt door de Kamer meegerekend in de stageduur bepaald bij het koninklijk besluit van 6 september 1993 tot bescherming van de beroepstitel en van de uitoefening van het beroep van vastgoedmakelaar.
Art. 28.Ongeacht artikel 16, § 1, van huidig reglement, beschikken de personen die ingeschreven zijn op de lijst van de stagiairs op de datum van de inwerkingtreding hiervan voor de volbrenging van hun stage tenminste over een periode die eindigt met het verstrijken van de vijftiende maand die volgt op de maand van de inwerkingtreding van dit reglement.
Art. 29.Ten laatste op 30 juni van elk jaar maakt de Raad een gedetailleerd verslag over aan de Minister die de middenstand onder zijn bevoegdheid heeft, aangaande de toepassing van dit stagereglement tijdens het voorbije jaar. Hierin formuleert hij de opmerkingen en voorstellen die hij nuttig acht.
Art. 30.Dit reglement treedt in werking de dag waarop het in Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Landbouw en de Kleine en Middelgrote Ondernemingen, K. PINXTEN