gepubliceerd op 11 januari 2007
Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 20 juli 2006 tot wijziging van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945
3 DECEMBER 2006. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de wet van 20 juli 2006 tot wijziging van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;
Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van de wet van 20 juli 2006 tot wijziging van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;
Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van de wet van 20 juli 2006 tot wijziging van de wet van 20 december 2001 betreffende de schadeloosstelling van de leden van de Joodse Gemeenschap van België voor hun goederen die werden geplunderd of achtergelaten tijdens de oorlog 1940-1945.
Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL
Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER DIENST KANZLEI DES PREMIERMINISTERS 20. JULI 2006 - Gesetz zur Abänderung des Gesetzes vom 20.Dezember 2001 über die Entschädigung der Mitglieder der Jüdischen Gemeinschaft Belgiens für die Güter, die ihnen während des Krieges 1940-1945 geraubt wurden oder die sie während des Krieges 1940-1945 zurückgelassen haben ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Die Kammern haben das Folgende angenommen und Wir sanktionieren es: Artikel 1 - Vorliegendes Gesetz regelt eine in Artikel 78 der Verfassung erwähnte Angelegenheit.
Art. 2 - Artikel 2 des Gesetzes vom 20. Dezember 2001 über die Entschädigung der Mitglieder der Jüdischen Gemeinschaft Belgiens für die Güter, die ihnen während des Krieges 1940-1945 geraubt wurden oder die sie während des Krieges 1940-1945 zurückgelassen haben, wird wie folgt abgeändert: 1. In § 1 Absatz 2 werden zwischen den Wörtern « darüber » und « gemäss » die Wörter « vor dem 31.Dezember 2007 » eingefügt. 2. Paragraph 2 wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « § 2 - Das Mandat der Kommission beginnt am 9.September 2002 und endet spätestens nach Ablauf der Bearbeitung der Anträge, für die gegen den Beschluss ein Widerspruch beim Staatsrat eingelegt wird. » Art. 3 - Artikel 14 desselben Gesetzes, abgeändert durch das Gesetz vom 9. Juli 2004, wird wie folgt abgeändert: 1. In Absatz 1 werden die Wörter « Nach Ablauf des Mandats der Kommission und nach Auszahlung der in Artikel 11 erwähnten Beträge » durch die Wörter « Im Laufe des ersten Quartals 2008 » ersetzt.2. In den Absätzen 1 und 2 wird das Wort « Einrichtung » durch das Wort « Stiftung » ersetzt.3. Der Artikel wird durch folgende Absätze ergänzt: « Beträge mit Bezug auf die in Artikel 2 § 2 erwähnten Anträge werden von dem in den vorhergehenden Absätzen erwähnten Restbetrag abgezogen und, gegebenenfalls, nach Ablauf der Bearbeitung dieser Anträge ausgezahlt. In Abweichung von Artikel 27 des Gesetzes vom 27. Juni 1921 über die Vereinigungen ohne Gewinnerzielungsabsicht, die internationalen Vereinigungen ohne Gewinnerzielungsabsicht und die Stiftungen und nach Berichterstattung durch die von der in Absatz 1 erwähnten gemeinnützigen Stiftung bestimmten Betriebsrevisoren legt der König im Rahmen des Saldos des in Artikel 10 Absatz 3 erwähnten Sonderkontos einen Betrag fest, der sofort für das von der Stiftung entwickelte Projekt « Solidarität 3000 » verwendet werden kann. » Wir fertigen das vorliegende Gesetz aus und ordnen an, dass es mit dem Staatssiegel versehen und durch das Belgische Staatsblatt veröffentlicht wird.
Gegeben zu Brüssel, den 20. Juli 2006 ALBERT Von Königs wegen: Der Premierminister G. VERHOFSTADT Die Ministerin der Justiz Frau L. ONKELINX Der Minister der Finanzen D. REYNDERS Mit dem Staatssiegel versehen: Die Ministerin der Justiz, Frau L. ONKELINX Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 3 december 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL