Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 03 december 2001
gepubliceerd op 12 februari 2002

Koninklijk besluit houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voor kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie

bron
ministerie van justitie
numac
2002009120
pub.
12/02/2002
prom.
03/12/2001
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

3 DECEMBER 2001. - Koninklijk besluit houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voor kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, inzonderheid op artikel 53;

Gelet op het ter uitvoering van die wet genomen koninklijk besluit van 29 september 1987 tot regeling van de examens waarbij de kandidaten-griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie in de gelegenheid worden gesteld te bewijzen dat zij in staat zijn de voorschriften van de wet op het gebruik der talen in gerechtszaken na te leven;

Gelet op koninklijk besluit van 23 mei 2000 houdende samenstelling van de examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of de Nederlandse taal voor kandidaten voor het ambt van griffier, adjunct-griffier, opsteller en beambte in een griffie;

Gelet op de bepalingen van artikel 295 van het Gerechtelijk Wetboek;

Op de voordracht van Onze Minister van Justitie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De examencommissie belast met het afnemen van de examens over de kennis van de Franse of Nederlandse taal voorzien bij het artikel 53, § 6, van de wet van 15 juni 1935 op het gebruik der talen in gerechtszaken, wordt als volgt samengesteld : A. Voorzitter : De heer J.P. Collin, raadsheer bij het hof van beroep te Brussel.

B. Plaatsvervangend voorzitter : Mevr. M.-C. Van Cauwelaert, raadsheer bij het hof van beroep te Brussel.

C. Leden : Mevr. E. Delaruelle, lerares aan het « Koninklijk Atheneum » te Dendermonde; de heren : J. Foret, leraar aan het Koninklijk Atheneum te Fleurus;

J. Leemans, leraar aan het Sint-Guido Instituut te Anderlecht en aan het Sint-Jan Berchmanscollege te Brussel;

Ch. De Roo, leraar aan het « Collège Sainte-Marie » te Saint-Ghislain.

D. Plaatsvervangende leden : Mevrn. : N. Van Tuijcom, lerares aan het Sint-Jozefscollege te Sint-Pieters-Woluwe;

Ch. Van Den Bossche, lerares aan het « Collège Sainte-Marie » te Saint-Ghislain; de heren : J. Janssens, studieprefect aan het Koninklijk Lyceum te Laken;

Ph. Lepas, prefect aan het Koninklijk Atheneum te Rochefort.

Art. 2.Het koninklijk besluit van 23 mei 2000 voornoemd, wordt opgeheven.

Art. 3.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 oktober 2001.

Art. 4.Onze Minister van Justitie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 3 december 2001.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Justitie, M. VERWILGHEN

^