gepubliceerd op 19 augustus 2016
Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het organiek reglement van de Universitaire Stichting
3 AUGUSTUS 2016. - Koninklijk besluit houdende goedkeuring van het organiek reglement van de Universitaire Stichting
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 6 juli 1920 houdende rechtspersoonlijkheid der Universitaire Stichting, artikel 1;
Gelet op het koninklijk besluit van 24 mei 1971 houdende goedkeuring van het organiek reglement van de Universitaire Stichting;
Gelet op het voorstel van de raad van bestuur van de Universitaire Stichting op 28 januari 2016;
Overwegende dat de Universitaire Stichting door een organiek reglement, conform het wettelijke kader dat aan haar oprichting voorafgaat moet beheerd worden;
Op de voordracht van Onze Minister van Financiën en van Onze Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het bij dit besluit gevoegd organiek reglement van de Universitaire Stichting is goedgekeurd.
Art. 2.Het koninklijk besluit van 24 mei 1971 houdende goedkeuring van het organiek reglement van de Universitaire Stichting wordt opgeheven.
Art. 3.De minister die de Universitaire Stichting onder zijn bevoegdheid heeft is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 3 augustus 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Mevr. E. SLEURS
Bijlage Universitaire Stichting Organiek reglement
Artikel 1.Dit reglement regelt de Universitaire Stichting, hierna aangeduid door "de Stichting", overeenkomstig artikel 1 van de wet van 6 juli 1920 houdende rechtspersoonlijkheid der Universitaire Stichting, hierna te noemen "de wet".
Art. 2.De zetel van de Stichting is gevestigd in Brussel, Egmontstraat 11.
Art. 3.De door de Gemeenschappen erkende universiteiten en de Koninklijke militaire school kunnen elk van hun gewone, buitengewone, ere- of emeritus hoogleraren één lid van de Raad van Bestuur van de Stichting aanwijzen.
Art. 4.De Belgian American Educational Foundation, Inc. wijst een aantal leden aan dat ten hoogste gelijk is aan het aantal bestuurders als bedoeld in artikel 3.
Art. 5.Het mandaat van bestuurder loopt over vijf jaar en kan worden verlengd. Bij overlijden, ontslag of definitieve verhindering van een lid van de raad van bestuur, voltooit een aangewezen bestuurder overeenkomstig artikel 3 of artikel 4 het mandaat van diegene die hij vervangt.
Art. 6.De raad van bestuur wijst onder zijn leden een voorzitter en een ondervoorzitter aan : één van hen is gekozen uit de in artikel 3 bedoelde bestuurders en de andere uit de in artikel 4 bedoelde bestuurders.
De raad van bestuur kan het dagelijks bestuur van de Stichting aan één van zijn leden overdragen. Dat lid voert dan de titel van gedelegeerd bestuurder.
Art. 7.De Stichting wordt vertegenwoordigd door de voorzitter van de raad van bestuur. Zo de voorzitter verhinderd is, wijst hij de ondervoorzitter of de gedelegeerd bestuurder aan om hem te vervangen.
Art. 8.De voorzitter legt in overleg met de gedelegeerd bestuurder de data vast van de vergaderingen van de raad van bestuur en bepaalt welke agendapunten moeten worden voorgelegd aan de leden van de raad van bestuur. De uitnodiging voor de vergaderingen van de raad van bestuur en de documenten over de agendapunten moeten aan de leden worden bezorgd uiterlijk acht dagen vóór de vergaderdatum van de raad van bestuur.
Art. 9.Iedere bestuurder kan zich laten vertegenwoordigen door een andere bestuurder die tot dezelfde categorie als de zijne behoort.
Iedere bestuurder mag slechts één volmacht hebben.
De raad van bestuur beraadslaagt op een geldige manier als de helft van de leden aanwezig is.
Art. 10.Buiten zijn leden wijst de raad van bestuur vijf personen aan die bekend zijn om hun financiële expertise of hun patrimoniumbeheer.
Zij vormen het adviescomité voor financiën van de Stichting.
Het mandaat van lid van het adviescomité voor financiën loopt over vijf jaar en kan worden verlengd.
Art. 11.Elk voorstel van beslissing van de raad van bestuur over de besteding of de herbesteding van het kapitaal van de Stichting wordt voorgelegd aan het voorafgaande advies van het adviescomité voor financiën van de Stichting.
Als de raad van bestuur beslist het advies van het comité niet of gedeeltelijk te volgen, motiveert hij zijn beslissing en meldt hij dat in de notulen.
Art. 12.§ 1. Om haar uitgaven van allerhande aard te kunnen verrichten, beschikt de Stichting over inkomsten die afkomstig kunnen zijn van : 1° een jaarlijkse subsidie die is ingeschreven op de algemene uitgavenbegroting van de Staat;2° gerichte subsidies met als doel de organisatie van wetenschappelijke vergaderingen en de publicatie in gedrukte of elektronische vorm van boeken en tijdschriften te vergemakkelijken;3° de opbrengst van de verkoop van haar publicaties en de inkomsten uit de overeenstemmende auteursrechten;4° legaten en giften in het kader van een publiek of privémecenaat;5° interesten op belegde fondsen. § 2. De inkomsten als bedoeld in § 1 worden, na aftrek van de administratiekosten, binnen de door de raad van bestuur vastgelegde verhoudingen en regels, besteed aan wat volgt : 1° de collatie en de publicatie voor de Staat en de Gemeenschappen van statistieken over het aantal ingeschreven studenten in de verschillende universitaire korpsen, met inbegrip van de beursstudenten;2° de organisatie en/of de huisvesting, rechtstreeks of onrechtstreeks, van allerhande wetenschappelijke vergaderingen;3° toelagen voor de publicatie van wetenschappelijke werken en tijdschriften in België te promoten;4° subsidies aan wetenschappelijke instellingen en verenigingen of aan hun huisvesting : zij moeten in België zijn gevestigd.
Art. 13.De administratiekosten mogen niet meer bedragen dan 20% van de eigen middelen van de Stichting.
Art. 14.Elk jaar en uiterlijk zes maanden na de afsluiting van het boekjaar, legt de raad van bestuur de jaarrekeningen van het afgelopen boekjaar alsook het budget van het volgende boekjaar vast. Beide worden aan de Nationale Bank van België bezorgd en nadien gepubliceerd.
Art. 15.De mandaten van de leden van de raad van bestuur en van het adviescomité voor financiën zijn onbezoldigd.
De leden van de raad van bestuur en van het adviescomité voor financiën die aanwezig zijn op de vergaderingen van die organen, kunnen een tegemoetkoming krijgen in de reis- en verblijfskosten tegen dezelfde voorwaarden dan het Rijkspersoneel. Daartoe worden zij gelijkgesteld met klasse A4.
Art. 16.De voorzitter en de gedelegeerd bestuurder kunnen een jaarlijkse vergoeding krijgen waarvan het bedrag door de raad van bestuur is vastgelegd.
Art. 17.De raad van bestuur stelt zijn huishoudelijk reglement op dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de federale minister bevoegd voor de Stichting.
Gezien om gevoegd te worden bij Ons besluit van 3 augustus 2016.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Financiën, J. VAN OVERTVELDT De Staatssecretaris voor Wetenschapsbeleid, Mevr. E. SLEURS