2 OKTOBER 1997. Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 25 april 1974 tot vaststelling van het aantal leden van bepaalde paritaire comités (1)

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 41;

Gelet op het koninklijk besluit van 25 april 1974 tot vaststelling van het aantal leden van bepaalde paritaire comités;

Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Artikel 1, punt 1, van het koninklijk besluit van 25 april 1974 tot vaststelling van het aantal leden van bepaalde paritaire comités wordt vervangen door de volgende bepaling : « 1. Het Paritair Comité voor de textielnijverheid en het breiwerk bestaat uit achttien gewone en achttien plaatsvervangende leden. »

Art. 2.Artikel 1, punt 3, van hetzelfde koninklijk besluit wordt vervangen door de volgende bepaling : « 3. Het Paritair Comité voor de bedienden van de textielnijverheid en het breiwerk bestaat uit veertien gewone en veertien plaatsvervangende leden. »

Art. 3.De ingevolge dit besluit overtallig geworden leden van deze paritaire comités blijven hun mandaat verder uitoefenen tot uiterlijk de datum van hun ontslag.

Art. 4.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 oktober 1997.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld