Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2017
gepubliceerd op 19 juni 2017

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2017020282
pub.
19/06/2017
prom.
02/05/2017
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming (1)


FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2017.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2016 Vorming (Overeenkomst geregistreerd op 10 augustus 2016, onder het nummer 134527/CO/318.02)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder « werknemers » wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt afgesloten in uitvoering van : - artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 30 december 2005), laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance; - het koninklijk besluit van 11 oktober 2007Relevante gevonden documenten type koninklijk besluit prom. 11/10/2007 pub. 05/12/2007 numac 2007012348 bron federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg en federale overheidsdienst sociale zekerheid Koninklijk besluit tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005 betreffende het generatiepact sluiten tot invoering van een bijkomende werkgeversbijdrage ten bate van de financiering van het betaald educatief verlof voor de werkgevers die behoren tot sectoren die onvoldoende opleidingsinspanningen realiseren in uitvoering van artikel 30 van de wet van 23 december 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 23/12/2005 pub. 30/12/2005 numac 2005021175 bron federale overheidsdienst kanselarij van de eerste minister Wet betreffende het generatiepact sluiten betreffende het Generatiepact (Belgisch Staatsblad van 5 december 2007), laatst gewijzigd bij de wet van 15 mei 2014 houdende uitvoering van het pact voor competitiviteit, werkgelegenheid en relance.

Art. 3.De sociale partners engageren zich om elke werknemer de mogelijkheid te geven vorming te genieten gedurende de arbeidstijd.

Deze vormingsmogelijkheden kunnen zowel intern op de plaats van de tewerkstelling als extern van de onderneming georganiseerd worden.

De vorming kan zowel door de werkgever ingericht worden als door opleidingsderden, hiertoe gemandateerd door de werkgever.

Art. 4.In uitvoering van artikel 3 van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt aan de werknemers een collectieve opleidingstijd op het niveau van de onderneming toegekend. Deze opleidingstijd op het niveau van de onderneming wordt voor het jaar 2016 als volgt berekend : het aantal werknemers tewerkgesteld in de onderneming op 1 januari 2016 uitgedrukt in voltijds equivalenten, vermenigvuldigd met 7,1 uren.

Art. 5.§ 1. De opleidingstijd zoals toegekend in toepassing van artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan uitsluitend worden opgenomen in het kader van het vormings- of opleidingsplan van de onderneming zoals opgemaakt in overleg tussen de werkgever en de werknemers. § 2. In overleg met de werknemers (ondernemingsraad of comité voor preventie en bescherming op het werk of vakbondsafvaardiging en, bij ontstentenis daarvan, het personeel) voert elke onderneming een aangepast vormings- en opleidingsbeleid, waarbij een globaal vormings- en opleidingsplan wordt opgemaakt, rekening houdende met ondermeer de wettelijke bepalingen waaraan de onderneming onderworpen is. § 3. Het vormings- en opleidingsplan in de onderneming zorgt er voor dat alle verschillende functies hierin aan bod komen en dat het aantal uren vorming dat per functie is vastgelegd in de wetgeving of bij collectieve arbeidsovereenkomst wordt gerealiseerd. Voor de logistieke hulpen wordt het aantal uur zoals voorzien in artikel 4 op minimaal 10 uur vorming gebracht.

Art. 6.Verzorgenden die op vraag van de dienst de kwalificatie van zorgkundige behalen om bijvoorbeeld te kunnen worden ingeschakeld in een project kunnen de opleiding tot zorgkundige kosteloos volgen in arbeidstijd. Alle vormingstijd is gelijk aan arbeidstijd. Onder « vormingstijd » wordt verstaan : de effectieve contacturen en stageuren.

Alle andere werknemers volgen de opleiding tot zorgkundige in eigen tijd (zie bijlage).

Art. 7.In het kader van de evoluties in de zorgsector enerzijds en de individuele competentieontwikkeling en loopbaanontplooiing anderzijds vinden de sociale partners het belangrijk om kansen te creëren voor werknemers met het statuut verzorgende om de beroepstitel zorgkundige te kunnen behalen.

De werkgevers engageren zich daarom tot het organiseren van een verkort traject tot zorgkundige ten belope van 275 uur. Voor dit verkort traject worden middelen voorzien door de VDAB voor 65 personen in 2016.

Deze plaatsen zijn voorbehouden aan onvrijwillig deeltijds tewerkgestelden. Voor de definitie van het begrip « onvrijwillig deeltijds tewerkgestelden » wordt verwezen naar de modaliteiten zoals bepaald door de VDAB.

Art. 8.Voor 200 verzorgenden die niet in aanmerking komen om een verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen voorzien door de VDAB wordt, gespreid over 2 jaar, door de diensten voorzien in een tussenkomt in de helft van het inschrijvingsgeld om een verkort traject tot zorgkundige te volgen in CVO's (zie bijlage).

Deze werknemers engageren zich om nog minstens twee jaar na het voltooien van de vorming contractueel verbonden te blijven aan de organisatie.

Art. 9.Het volgen van de opleiding mag de continuïteit van de dienst niet verstoren. Indien meerdere werknemers zich kandidaat stellen voor een opleiding, en deze opleiding gelijktijdig wordt gevolgd waardoor de werking van de dienst wordt verstoord, kan de vraag van de werknemer worden uitgesteld door de werkgever. In dit geval komt de werknemer terecht op een wachtlijst.

Het sociaal overleg van de betrokken organisatie beslist de criteria op basis waarvan de werknemer voorrang krijgt om de opleiding te volgen (anciënniteit, stabiliteit tewerkstelling, maatregelen in het kader van werkbaarheid oudere werknemers, loting,...).

Art. 10.Voor ondernemingen waar in het kader van het vormings- en opleidingsbeleid reeds een vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet wordt toegekend aan de werknemers, geldt dat de opleidingstijd zoals bepaald in artikel 4 van deze collectieve arbeidsovereenkomst integraal deel uitmaakt van de bestaande maatregelen inzake vormings- of opleidingstijd, -recht of -krediet op het niveau van de onderneming.

Art. 11.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2016 en houdt op van kracht te zijn op 31 december 2016.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 juni 2016, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, betreffende de vorming

Doelgroep -

Opleidingstijd -

Opleidingskost * -

Verzorgenden die de kwalificatie van zorgkundige behalen en in aanmerking komen om verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen van de VDAB

Eigen tijd

Ten laste van de werkgever

Verzorgenden die op vraag van de dienst de kwalificatie van zorgkundige behalen (om bijvoorbeeld te kunnen worden ingeschakeld in een project)

Arbeidstijd

Ten laste van de werkgever

Verzorgenden die niet in aanmerking komen voor een verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen van de VDAB en die op eigen initiatief de opleiding volgen in één van de opleidingscentra van de sector

Eigen tijd

Ten laste van de werkgever

Verzorgenden die niet in aanmerking komen voor een verkort traject tot zorgkundige te volgen met middelen van de VDAB en die op eigen initiatief de opleiding volgen in een CVO

Eigen tijd

Tussenkomst van de werkgever voor 200 werknemers gespreid over 2 jaar voor de helft van het inschrijvingsgeld


* Opleidingskost = enkel de kostprijs van het inschrijvingsgeld.

Bijkomende kosten (verplaatsingskosten, cursussen,...) vallen hier niet onder.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2017.

De Minister van Werk, K. PEETERS

^