gepubliceerd op 18 mei 2017
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de gerechtvaardigde afwezigheden
2 MEI 2017. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de gerechtvaardigde afwezigheden (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016, gesloten in het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, betreffende de gerechtvaardigde afwezigheden.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2017.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 juni 2016 Gerechtvaardigde afwezigheden (Overeenkomst geregistreerd op 3 augustus 2016 onder het nummer 134428/CO/200) Preambule De collectieve arbeidsovereenkomsten gesloten op het niveau van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden, zoals toepasselijk en in werking aan de vooravond van de inwerkingtreding van het besluit houdende de benoeming van de leden van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, werden bij collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2015 (registratienummer 126638) overgedragen naar het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden.
Deze collectieve arbeidsovereenkomsten werden bijgevolg integraal van toepassing op het niveau van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en binden de werkgevers en werknemers die ressorteren onder het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden.
De sluiting van onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel om in het kader van de continuïteit de coördinatie van deze overgedragen collectieve arbeidsovereenkomsten te optimaliseren. HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en bedienden van de ondernemingen die tot de bevoegdheid van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden (200) behoren.
Onder "bedienden" wordt verstaan : de mannelijke en vrouwelijke bedienden. HOOFDSTUK II. - Kort verzuim
Art. 2.De bediende heeft het recht, met behoud van zijn normaal loon, ter gelegenheid van familiegebeurtenissen en voor de vervulling van de staatsburgerlijke verplichtingen of van de burgerlijke opdrachten welke hierna zijn opgesomd, van het werk afwezig te blijven voor een als volgt bepaalde duur : 1° Reden : huwelijk van de bediende. Duur van de afwezigheid : drie dagen door de bediende te kiezen tijdens de week waarin de gebeurtenis plaatsgrijpt of tijdens de daaropvolgende week; 2° Reden : huwelijk van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder, stiefmoeder, van een kleinkind van de bediende. Duur : de dag van het huwelijk; 3° Reden : priesterwijding of intrede in het klooster van een kind van de bediende of zijn echtgeno(o)t(e), van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster van de bediende. Duur : de dag van de plechtigheid; 4° Reden : geboorte van een kind van de bediende, zo de afstamming van dit kind langs vaderszijde vaststaat. Duur : drie dagen door de bediende te kiezen binnen de vier maanden te rekenen vanaf de dag van de bevalling (1); 5° Reden : overlijden van de echtgeno(o)t(e), van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e), van de vader, moeder, schoonvader, stiefvader, schoonmoeder of stiefmoeder van de bediende. Duur : drie dagen door de bediende te kiezen binnen een periode van 12 dagen welke begint met de dag van het overlijden; 6° Reden : overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die bij de bediende inwoont. Duur : twee dagen door de bediende te kiezen binnen een periode van 12 dagen welke begint met de dag van het overlijden; 7° Reden : overlijden van een broer, zuster, schoonbroer, schoonzuster, van de grootvader, de grootmoeder, van een kleinkind, schoonzoon of schoondochter die niet bij de bediende inwoont. Duur : de dag van de begrafenis; 8° Reden : plechtige communie van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e). Duur : de dag van de plechtigheid of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag; 9° Reden : deelneming van een kind van de bediende of van zijn echtgeno(o)t(e) aan het feest van de "vrijzinnige jeugd" daar waar dit feest plaatsheeft. Duur : de dag van het feest of de gewone activiteitsdag die de gebeurtenis onmiddellijk voorafgaat of volgt wanneer deze samenvalt met een zondag, een feestdag of een gewone inactiviteitsdag; 10° Reden : bijwonen van een bijeenkomst van een familieraad, bijeengeroepen door de vrederechter. Duur : de nodige tijd met een maximum van één dag; 11° Reden : deelneming aan een jury, oproeping als getuige voor de rechtbank of persoonlijke verschijning op aanmaning van de arbeidsrechtbank. Duur : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen; 12° Reden : uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdstembureau of enig stembureau bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. Duur : de nodige tijd; 13° Reden : uitoefening van het ambt van bijzitter in één van de hoofdbureaus bij de verkiezing van het Europees Parlement. Duur : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen; 14° Reden : uitoefening van het ambt van bijzitter in een hoofdbureau voor stemopneming bij de parlements-, provincieraads- en gemeenteraadsverkiezingen. Duur : de nodige tijd met een maximum van vijf dagen; 15° Reden : het onthaal van een kind in het gezin van de bediende in het kader van een adoptie (2). Duur : drie dagen naar keuze van de werknemer in de maand volgend op de inschrijving in het bevolkingsregister van de gemeente waar de werknemer zijn verblijfplaats heeft, als deel uitmakend van zijn gezin.
Art. 3.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 3, 5, 8 en 9 wordt het aangenomen of natuurlijk erkend kind gelijkgesteld met het wettig of gewettigd kind.
Art. 4.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 2, 3, 5, 8 en 9 wordt de partner met wie de bediende samenwoont gelijkgesteld met de echtgeno(o)t(e). Het samenwonen dient bewezen te worden aan de hand van de officiële domiciliëring.
Art. 5.Voor de toepassing van artikel 2, nrs. 6 en 7 worden de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de echtgeno(o)t(e) van de bediende gelijkgesteld met de schoonbroer, de schoonzuster, de grootvader en de grootmoeder van de bediende. HOOFDSTUK III. - Gerechtvaardigde afwezigheid om familiale redenen
Art. 6.De bedienden mogen het werk verletten om dwingende familiale redenen. Deze afwezigheid geeft geen recht op loon. Om de verstoring van de werkorganisatie die het gevolg kan zijn van die afwezigheid te beperken, moeten de betrokken bedienden al de nodige schikkingen treffen om de directie van de ondernemingen tijdig op de hoogte te stellen en, desgevallend, rechtvaardigingen te verstrekken. HOOFDSTUK IV. - Feestdagen
Art. 7.Wat betreft het compensatieverlof toe te kennen aan de bedienden tewerkgesteld op een feestdag, mogen de werkgevers met de afgevaardigden van de syndicale organisaties of, bij ontstentenis daarvan, met de betrokken bedienden overeenkomen dezelfde toekenningsmodaliteiten toe te passen als deze voorzien voor de werklieden van de onderneming. HOOFDSTUK V. - Opheffingsbepalingen
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heft artikelen 25 tot en met 30 van de collectieve arbeidsovereenkomst gesloten binnen het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden van 29 mei 1989 betreffende de loon- en arbeidsvoorwaarden op (geregistreerd onder het nummer 23740, koninklijk besluit van 6 augustus 1990, Belgisch Staatsblad van 31 augustus 1990), zoals integraal overgenomen door de collectieve arbeidsovereenkomst van 1 april 2015, gesloten in de schoot van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden, met betrekking tot de continuïteit van de collectieve arbeidsovereenkomsten en akkoorden gesloten op het niveau van het Aanvullend Nationaal Paritair Comité voor de bedienden (geregistreerd onder het nummer 126638), en zoals opgenomen in de inventaris in bijlage van deze laatste collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK VI. - Duur
Art. 9.Onderhavige collectieve arbeisovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2016 en wordt gesloten voor een onbepaalde duur.
Ze kan door één der partijen opgezegd worden, mits een opzegging van 3 maanden, gericht bij aangetekende brief aan de voorzitter van het Aanvullend Paritair Comité voor de bedienden en aan de ondertekenende organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2017.
De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota's (1) Ingevoegd door de wet van 15 september 2001 (Belgisch Staatsblad van 15 september 2001) : 10 dagen naar keuze door de werknemer binnen de 4 maanden vanaf de dag van de bevalling waarvan de eerste drie dagen ten laste van de werkgever (arbeidsovereenkomst van de wet, artikel 30, § 2). (2) Zie wetgeving adoptieverlof.