Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2006
gepubliceerd op 22 juni 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, inzake de regularisatie van de tewerkstelling en van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de statuten Derde Arbeidscircuit en het Programma ter Bevordering van de Werkgelegenheid (PBW, voormalig Interdepartementeel Begrotingsfonds of IBF genoemd) (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201584
pub.
22/06/2006
prom.
02/05/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, inzake de regularisatie van de tewerkstelling en van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de statuten Derde Arbeidscircuit (DAC) en het Programma ter Bevordering van de Werkgelegenheid (PBW, voormalig Interdepartementeel Begrotingsfonds of IBF genoemd) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2000, gesloten in het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap en goedgekeurd in het Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen, inzake de regularisatie van de tewerkstelling en van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de statuten Derde Arbeidscircuit (DAC) en het Programma ter Bevordering van de Werkgelegenheid (PBW, voormalig Interdepartementeel Begrotingsfonds of IBF genoemd).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 19 december 2000 Regularisatie van de tewerkstelling en van de loon- en arbeidsvoorwaarden van de statuten Derde Arbeidscircuit (DAC) en het Programma ter Bevordering van de Werkgelegenheid (PBW, voormalig Interdepartementeel Begrotingsfonds of IBF genoemd (Overeenkomst geregistreerd op 28 februari 2001 onder het nummer 56597/CO/319.01)

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en op de werknemers die ressorteren onder het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder werknemers wordt verstaan het mannelijk en vrouwelijk werklieden- en bediendepersoneel.

Art. 2.Onder de regularisatie van de tewerkstellingsstatuten Derde Arbeidscircuit en Programma ter Bevordering van de Werkgelegenheid wordt verstaan : - de arbeidsovereenkomst van de betrokken werknemer in een DAC- of PBW-statuut (voorzover dit niet reeds het geval zou zijn) wordt, zonder onderbreking en zonder hernieuwde evaluatie of proefbeding, omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur in dezelfde functie en in dezelfde tewerkstellingsplaats als deze waarin hij/zij voordien tewerkgesteld was, dit ongeacht de duur dat deze werknemer reeds in het tewerkstellingsstatuut DAC of PBW tewerkgesteld was.

De DAC- of PBW-werknemers, tewerkgesteld in een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur of in een vervangingsovereenkomst, verwerven de voordelen van deze collectieve arbeidsovereenkomst, doch van toepassing volgens hun lopende arbeidsovereenkomst; - de betrokken werknemer wordt ingeschaald en uitbetaald volgens het toepasselijke loonbarema overeenkomstig de loonschalen en de classificatie van de sector van tewerkstelling.

Hierbij wordt alle anciënniteit van de betrokken werknemer, inclusief deze van de DAC- of PBW-tewerkstelling, in aanmerking genomen voor het vaststellen van de baremieke anciënniteit; - de loon- en arbeidsvoorwaarden en alle collectieve arbeidsovereenkomsten van de sector zijn vanaf de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst onverminderd van toepassing op de betrokken werknemers; voor elke toekomstige evolutie worden zij volledig gelijkgesteld met de werknemers van de sector; - de werkelijke loonkost van de werknemer dient gesubsidieerd te worden; - het tewerkstellingsequivalent DAC/PBW op 31 december 2000 in de sector dient behouden te worden.

Art. 3.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde duur.

Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van zes maanden gericht bij een ter post aangetekend schrijven aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de opvoedings- en huisvestingsinrichtingen van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^