gepubliceerd op 11 oktober 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de lonen
2 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de lonen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de lonen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 mei 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005 Lonen (Overeenkomst geregistreerd op 26 juli 2005 onder het nummer 75635/CO/311) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de werknemers van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken. HOOFDSTUK II. - Lonen Afdeling I. - Minimummaandlonen van de bedienden
A. Opklimming in de loonschaal
Art. 2.Afgezien van de uitwerking van de loonsverhogingen in absolute bedragen geschiedt de opklimming in de minimumloonschaal jaarlijkse gelijkmatig. Zij wordt gespreid over een periode van twintig jaar voor het personeel met een vast loon en over tien jaar voor het personeel betrokken in de omzet.
De opklimming in de loonschaal wordt verdeeld als volgt : 1. voor de bedienden aangeworven zonder beroepservaring : 100 pct.in functie van de anciënniteit in de onderneming; 2. voor de bedienden aangeworven met beroepservaring : 50 pct.voor de verworven ervaring vóór de indiensttreding bij de onderneming en 50 pct. voor de anciënniteit in de onderneming.
Art. 3.De minimumloonschalen zijn opgesteld in functie van de volgende aanvangsleeftijden : - 21 jaar voor de bedienden ingedeeld in de eerste categorie; - 21 jaar voor de bedienden ingedeeld in de tweede categorie en de tweede categorie bis; - 23 jaar voor de bedienden ingedeeld in de derde categorie; - 25 jaar voor de bedienden ingedeeld in de vierde categorie; - 25 jaar voor de bedienden ingedeeld in de vijfde categorie;
Art. 4.De schaal der maandelijkse minimumlonen van de bedienden wordt vastgesteld zoals bepaald in de tabellen in bijlage. De minimumlonen worden op 1 september 2005 verhoogd met 15 EUR, ongeacht de op die momenten geldende indexschijf.
Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Art. 5.Vanaf 1 januari 1994 wordt een barema categorie IIbis ingevoegd dat gelijk is aan categorie II vermeerderd met een bedrag van 30,22 EUR.
Art. 6.De minimummaandlonen van de bedienden jonger dan 21 jaar worden berekend op basis van de minimummaandlonen van de bedienden ouder dan 21 jaar van de categorie waarin de betrokkenen worden gerangschikt; zij worden verminderd naargelang de leeftijd met de volgende bedragen : - 20 jaar : 12,39 EUR; - 19 jaar : 24,79 EUR; - 18 jaar : 37,18 EUR; - 17 jaar : 99,16 EUR; - 16 jaar : 123,95 EUR. Deze forfaitaire bedragen worden niet gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 7.Vanaf de leeftijd van 21 jaar genieten de bedienden het volledige minimummaandloon voorzien bij de aanwerving in de categorie waarin zijn worden gerangschikt.
De opklimming in de loonschaal in functie van de anciënniteit vangt aan vanaf het ogenblik dat zij de aanvangsleeftijd hebben bereikt, zoals in artikel 3 wordt bepaald.
B. Begrip beroepservaring bij de aanwerving
Art. 8.De voor de aanwerving verworven beroepservaring, waarvan sprake in artikel 2, tweede lid, 2 wordt als volgt bepaald : - voor het administratief personeel, in functie van de elders verworven ervaring als bediende in een administratievedienst; - voor het technisch personeel in functie van de elders verworven ervaring als bediende in een technische dienst; - voor het verkooppersoneel in functie van de elders verworven ervaring in de vergelijkbare verkoopfunctie.
C. Toekenningsdata van de verhogingen van de opklimming in de loonschaal
Art. 9.De verhogingen die voortspruiten uit de in artikel 2 bepaalde opklimming in de loonschaal, worden betaald naar keuze van de werkgever : - hetzij de eerste maand volgend op deze waarin de bediende in dienst is getreden; - hetzij de eerste maand van het kalenderkwartaal volgend op dat waarin de bediende in dienst is getreden; - hetzij op 1 januari van elk jaar voor het personeel waarvan de verjaardag van de indiensttreding tussen 1 oktober en 31 maart valt; - hetzij op 1 juli van elk jaar voor het personeel waarvan de verjaardag van de indiensttreding tussen 1 april en 30 september valt.
D. Verkopers die alleen werken in een kleine winkel
Art. 10.De verkopers die alleen werken in een kleine winkel, hetzij van de tweede categorie, hetzij van de derde categorie, waarvan het loon geheeld of gedeeltelijk veranderlijk is, genieten de waarborg van het minimummaandloon van hun categorie.
De tegenwaarde in geld van de voordelen in natura maakt deel uit van het hierboven vastgesteld minimummaandloon.
Voor deze categorie van verkopers is het minimummaandloon niet meer gebonden aan de opklimming in de loonschaal van hun categorie.
E. Bedienden waarvan het loon volledig of gedeeltelijk veranderlijk is
Art. 11.Voor de bedienden waarvan het loon volledig of gedeeltelijk veranderlijk is, vult de werkgever het bedrag aan wanneer het minimummaandloon niet wordt bereikt.
Het geheel van de aanvullingen is verhaalbaar op het jaarlijks gemiddelde van de veranderlijke lonen. Elke onderneming bepaalt de splitsing, aangepast aan haar eigen stelsel en stelt de verhaalmodaliteiten van de eventueel toegekende aanvullingen vast.
F. Filiaalhouders
Art. 12.De filiaalhouders die alleen werken genieten ten minste de loonschaal van de derde categorie, zoals deze wordt vastgesteld in artikel 4.
Volgens hun classificatie genieten de andere filiaalhouders ten minste hetzij de loonschaal van de vierde categorie, hetzij deze van de vijfde categorie, zoals deze worden vastgesteld in artikel 4.
G. Overgang van één categorie naar een andere
Art. 13.Bij overgang naar een andere beroepscategorie behoudt de werknemer zijn anciënniteit, echter rekening houdend met de aanvangsleeftijden voor deze categorie. Afdeling 2. - Werkelijk betaalde lonen van de bediende
Art. 14.De werkelijk betaalde lonen van de bedienden worden op 1 september 2005 verhoogd met 15 EUR, ongeacht de op dat moment geldende indexschijf.
Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is. Afdeling 3. - Minimumuurlonen werklieden
Art. 15.De minimumuurlonen van de werklieden worden bepaald in functie van een aanvangsleeftijd vastgesteld op 21 jaar.
Art. 16.§ 1. De schaal der minimumuurlonen van de werklieden wordt vastgesteld zoals bepaald in de tabellen in bijlage 2. De minimumuurlonen worden op 1 september 2005 verhoogd met 0,0989 EUR, ongeacht de op dit moment geldende indexschijf.
Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is.
Art. 17.De minimumuurlonen van de werklieden van minder dan 21 jaar worden berekend op basis van de minimumuurlonen van de werklieden van meer dan 21 jaar van de categorie waarin de betrokkenen worden gerangschikt; zij worden verminderd naargelang de leeftijd met de volgende bedragen : - 20 jaar : 0,0793 EUR; - 19 jaar : 0,1587 EUR; - 18 jaar : 0,2380 EUR; - 17 jaar : 0,6358 EUR; - 16 jaar : 0,7945 EUR. Deze forfaitaire bedragen worden niet gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 18.In geval van gedeeltelijke werkloosheid van de werklieden zal de werkgever gedurende de eerste vijftig dagen een bijkomende uitkering betalen boven op die van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening ten bedrage van 3 EUR per dag. Afdeling 4. - Werkelijk betaalde lonen van de arbeiders
Art. 19.De werkelijk betaalde uurlonen van de arbeiders worden op 1 september 2005 verhoogd met 0,0989 EUR, ongeacht de op dat moment geldende indexschijf.
Deze loonsverhogingen zijn niet van toepassing op de ondernemingen in moeilijkheden die hiertoe op ondernemingsniveau een collectieve arbeidsovereenkomst sluiten en dit zolang de onderneming in moeilijkheden is. Afdeling 5. - Gemeenschappelijke bepalingen
Art. 20.De bedragen van de maandelijkse lonen en hun verhogingen, vastgesteld door deze overeenkomst, worden voor de deeltijdse werknemers toegepast in evenredigheid met hun prestaties. HOOFDSTUK III. - Koppeling van de lonen aan het indexcijfer der consumptieprijzen
Art. 21.De minimumlonen vastgesteld door hoofdstuk II van deze overeenkomst, evenals de werkelijk betaalde lonen, worden gekoppeld aan het indexcijfer van de consumptieprijzen, maandelijks vastgesteld door het Federale overheidsdienst Economie, KMO, Middenstand en Energie Zaken en bekendgemaakt in het Belgisch Staatsblad.
Zij schommelen met 2 pct. telkens het rekenkundig gemiddelde van de indexcijfers van de laatste drie maanden met 2 pct. schommelt ten opzichte van voormeld referte-indexcijfer. Dit refertespilindexcijfer vermeerderd of verminderd met 2 pct. wordt de spil van een nieuwe stabilisatieschijf.
Bijgevolg variëren de lonen volgens de onderstaande tabel : Stabilisatieschijf (prijsindex basis 1996) Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 22.De verhogingen en verminderingen van de lonen, vastgesteld in artikel 2, worden toegepast vanaf de eerste maand welke volgt op deze waarop het gemiddelde van de index, dat de verhoging of de vermindering van de lonen veroorzaakt, betrekking heeft.
Art. 23.De aanpassingen van de lonen worden als volgt berekend : a) voor de bedienden wordt er rekening gehouden met drie decimalen.De uitkomst wordt naar de hogere eurocent afgerond wanneer de derde decimaal gelijk is aan of hoger is dan vijf en naar de lagere eurocent wanneer de derde decimaal lager is dan vijf; b) voor de werklieden en werksters wordt er rekening gehouden met vijf decimalen.Indien de vierde en de vijfde decimaal begrepen zijn tussen 24 en 75, wordt de vierde decimaal afgerond op vijf. In de andere gevallen wordt de derde decimaal afgerond naar de dichts bijzijnde en is de vierde decimaal gelijk aan nul. HOOFDSTUK III. - Slotbepalingen
Art. 24.De collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2003 betreffende de lonen wordt opgeheven op 1 juli 2005.
Art. 25.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 juli 2005. Zij is gesloten voor onbepaald tijd.
Zij kan door elk van de partijen opgezegd worden mits een opzeggingstermijn van drie maanden gegeven bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 1 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de lonen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN
Bijlage 2 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2005, gesloten in het Paritair Comité voor de grote kleinhandelszaken, betreffende de lonen Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN