Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 mei 2006
gepubliceerd op 26 juni 2006

Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, inzake de combinatie van gezin en arbeid door de invoering van het zorgkrediet en loopbaankrediet ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 (1)

bron
federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg
numac
2006201300
pub.
26/06/2006
prom.
02/05/2006
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

2 MEI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, inzake de combinatie van gezin en arbeid door de invoering van het zorgkrediet en loopbaankrediet ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 (Belgisch Staatsblad van 2 maart 2001) (1)


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap;

Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001, gesloten in het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap, inzake de combinatie van gezin en arbeid door de invoering van het zorgkrediet en loopbaankrediet ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 (Belgisch Staatsblad van 2 maart 2001).

Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 mei 2006.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap Collectieve arbeidsovereenkomst van 29 maart 2001 Combinatie van gezin en arbeid door de invoering van het zorgkrediet en loopbaankrediet ingevolge het besluit van de Vlaamse Regering van 8 december 2000 (Belgisch Staatsblad van 2 maart 2001) (Overeenkomst geregistreerd op 18 mei 2001 onder het nummer 57218/CO/318.02) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied

Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werknemers en de werkgevers van de diensten voor gezinszorg (gezins- en bejaardenhulp) van de Vlaamse Gemeenschap.

Onder "werknemers" wordt verstaan : het mannelijk en vrouwelijk arbeiders- en bediendepersoneel dat tewerkgesteld is met een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde duur. HOOFDSTUK II. - Het recht op zorgkrediet

Art. 2.Elke werknemer, tewerkgesteld binnen het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst, heeft recht op het nemen van zorgkrediet.

Hieronder wordt verstaan : de werknemer die zijn loopbaan volledig of gedeeltelijk onderbreekt om palliatief verlof, om verlof voor bijstand of verzorging van een zwaar ziek gezinslid of familielid, of om ouderschapsverlof op te nemen.

Art. 3.De werknemer die gebruik wenst te maken van het opnemen van zorgkrediet, richt hiertoe een schriftelijke aanvraag aan de werkgever. Bij ouderschapsverlof dient de aanvraag 3 kalendermaanden vooraf te gebeuren.

Art. 4.De werknemer die gebruik wenst te maken van het recht op zorgkrediet behoudt bij terugkeer zijn oorspronkelijke functie.

Art. 5.De Vlaamse aanmoedigingspremies in het kader van het zorgkrediet kunnen tijdens de beroepsloopbaan gedurende maximum één jaar worden toegekend.

Het opnemen van een kortere periode van zorgkrediet, of meerdere korte periodes, gebeurt volgens de reglementeringen van de toepasselijke loopbaanonderbreking.

Art. 6.De werkgever zal de aanvraagformulieren en documenten die noodzakelijk zijn voor de premies in geval van zorgkrediet ter beschikking stellen en ondertekenen. HOOFDSTUK III. - Het recht op loopbaankrediet

Art. 7.Elke werknemer tewerkgesteld binnen het toepassingsgebied van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft recht op het nemen van loopbaankrediet.

Art. 8.De werknemer die gebruik wenst te maken van dit loopbaankrediet richt hiertoe, 3 kalendermaanden vooraf, een schriftelijke aanvraag aan de werkgever.

Art. 9.De mogelijkheid om loopbaankrediet op te nemen, bedraagt drie maanden per 5 jaar beroepsactiviteit in de sectoren die gevat zijn in het "VIA". "Onder beroepsactiviteit wordt verstaan" : alle tewerkstellingsperiodes, al of niet opeenvolgend, verricht in voornoemde sectoren, ongeacht de contractuele arbeidsduur van deze tewerkstellingsperiodes.

Voor de berekening van het loopbaankrediet van de werknemer wordt de periode van zijn beroepsactiviteit voorafgaand aan de inwerkingtreding van deze collectieve arbeidsovereenkomst mee in aanmerking genomen.

Het loopbaankrediet wordt opgenomen vanuit de contractuele arbeidsduur, waarin de werknemer is tewerkgesteld op het ogenblik van de opname van het recht.

Het loopbaankrediet kan reeds worden opgenomen na het verwerven van een recht op drie maanden, of kan verder worden opgebouwd tot de duurtijd van zes, negen of maximum één jaar na respectievelijk tien, vijftien of twintig jaar beroepsactiviteit.

De vraag om het loopbaankrediet op te nemen of op te bouwen, komt uitsluitend toe aan de werknemer.

Art. 10.Het loopbaankrediet is gebaseerd op het stelsel van de volledige beroepsloopbaanonderbreking.

Art. 11.§ 1. Het loopbaankrediet kan opgenomen worden ten belope van 6 pct. van het personeelsbestand te bepalen op 30 juni en 31 december van elk jaar. De toekenning wordt afhankelijk gesteld van de mogelijkheid tot vervangende tewerkstelling zoals bepaald in de wetgeving op de beroepsloopbaanonderbreking. § 2. Per functiecategorie of per werkeenheid kan op hetzelfde ogenblik 1 persoon (in voltijds equivalent uitgedrukt) per begonnen schijf van 5 voltijdse equivalenten van het loopbaankrediet genieten in het kader van deze collectieve arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen

Art. 12.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is toepasselijk volgens alle bepalingen en eventuele wijzigingen van het besluit van de Vlaamse Regering betreffende de aanmoedigingspremies "Social-Profit".

Art. 13.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2001 en is gesloten voor onbepaalde tijd.

Zij kan worden opgezegd door elk van de partijen, met een opzeggingstermijn van drie maanden, betekend bij een ter post aangetekende brief, gericht aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor de diensten voor gezins- en bejaardenhulp van de Vlaamse Gemeenschap.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 mei 2006.

De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN

^