gepubliceerd op 17 november 2004
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen
2 MAART 2004. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de textielverzorging;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2003, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 maart 2004.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor de textielverzorging Collectieve arbeidsovereenkomst van 22 mei 2003 Koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (Overeenkomst geregistreerd op 25 september 2003 onder het nummer 67671/CO/110)
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers, de werklieden en werksters van de ondernemingen die ressorteren onder het Paritair Comité voor de textielverzorging.
Art. 2.De lonen van de werklieden en werksters vermeld in artikel 1 alsmede het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen zoals dit sedert het van kracht worden van de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 23, gesloten op 25 juli 1975 in de Nationale Arbeidsraad (koninklijk besluit van 9 september 1975, Belgisch Staatsblad van 8 oktober 1975) in de sector wordt toegepast, variëren volgens de hierna vastgestelde modaliteiten in verband met de evolutie van het rekenkundig gemiddelde van het gezondheidsindexcijfer der consumptieprijzen van de laatste 4 maanden, maandelijks door het Ministerie van Economische Zaken in het Belgisch Staatsblad bekendgemaakt, zoals voorzien in het koninklijk besluit van 24 december 1993 (Belgisch Staatsblad van 31 december 1993), bekrachtigd bij wet van 30 maart 1994 (Belgisch Staatsblad van 31 maart 1994).
Het rekenkundig gemiddelde van de gezondheidsindexcijfers der consumptieprijzen van de laatste 4 maanden, wordt hierna het sociale indexcijfer genoemd.
Art. 3.Voor de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt de indexpuntenreeks onderverdeeld in : 1. een basisindexschijf die gaat van 106,44 tot 108,56 punten;2. een reeks indexschijven, waarvan de minimumwaarde tussen twee opeenvolgende schijven een verschil vertoont van 2 procent. De indexschijven worden in artikel 8 van deze collectieve arbeidsovereenkomst vastgelegd.
Art. 4.De baremieke en werkelijk uitbetaalde lonen, alsmede het gewaarborgd gemiddeld minimum maandinkomen, zijn gekoppeld aan de in punt 1° van artikel 3 voornoemde basisindexschijf.
Art. 5.Op de eerste dag van alle onpare maanden van het jaar wordt een referte-indexcijfer opgemaakt. Het referte-indexcijfer is gelijk aan het rekenkundig gemiddelde van het sociale indexcijfer, zoals bepaald in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, van de twee, aan de maand van berekening voorafgaande maanden.
De afronding op twee decimalen van dit rekenkundig gemiddelde gebeurt volgens de regels, vermeld in artikel 7 van deze collectieve arbeidsovereenkomst.
Art. 6.De baremieke en werkelijk uitbetaalde lonen worden verhoogd of verlaagd met 2 pct. per schijf, telkens wanneer het referte-indexcijfer, zoals bepaald in artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst, een hogere of lagere schijf bereikt.
De verhoging of verlaging gaat in op de eerste dag van de onpare maand waarin overeenkomstig artikel 5 van deze collectieve arbeidsovereenkomst het bereiken van een hogere of lagere indexschijf wordt vastgesteld.
Art. 7.De minimumwaarde van de opeenvolgende indexschijven wordt berekend tot op twee decimalen en afgerond overeenkomstig de hiernavolgende regel : - de tweede decimaal blijft ongewijzigd, wanneer de derde decimaal 4 of minder dan 4 bedraagt; - de tweede decimaal wordt afgerond naar boven wanneer de derde decimaal 5 of meer dan 5 bedraagt.
De maximum waarde van elke schijf wordt bekomen door 0,01 punt af te trekken van de afgeronde minimum waarde van de daaropvolgende schijf.
Art. 8.In toepassing van het bepaalde in artikel 3, 2° en in artikel 7, wordt de volgende reeks indexschijven opgesteld, rekening houdend mat de collectieve arbeidsovereenkomst nr. 67 van 29 januari 1998, gesloten in de Nationale Arbeidsraad (koninklijk besluit van 9 maart 1998, Belgisch Staatsblad van 3 april 1998).
Voor de raadpleging van de tabel, zie beeld
Art. 9.Deze collectieve arbeidsovereenkomst vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 11 mei 2001, gesloten in het Paritair Comité voor de textielverzorging, betreffende de koppeling van de lonen aan het indexcijfer van de consumptieprijzen (koninklijk besluit van 19 juni 2003, Belgisch Staatsblad van 26 augustus 2003).
Art. 10.Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 1 januari 2003 en is gesloten voor een duur van één jaar. Hij wordt op 1 januari van elk jaar stilzwijgend verlengd voor een periode van één jaar, behoudens opzegging van één van de partijen, uiterlijk drie maanden voor het verstrijken van de collectieve arbeidsovereenkomst, bij een ter post aangetekend schrijven gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de textielverzorging en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 maart 2004.
De Minister van Werk, F. VANDENBROUCKE