gepubliceerd op 05 juli 2019
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de aanvullende maatregelen ter bevordering van alternerende opleiding
2 JUNI 2019. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de aanvullende maatregelen ter bevordering van alternerende opleiding (1)
FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor het bouwbedrijf;
Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2018, gesloten in het Paritair Comité voor het bouwbedrijf, betreffende de aanvullende maatregelen ter bevordering van alternerende opleiding.
Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juni 2019.
FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968Relevante gevonden documenten type wet prom. 05/12/1968 pub. 22/05/2009 numac 2009000346 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Comité voor het bouwbedrijf Collectieve arbeidsovereenkomst van 6 december 2018 Aanvullende maatregelen ter bevordering van alternerende opleiding (Overeenkomst geregistreerd op 7 januari 2019 onder het nummer 149879/CO/124) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en de arbeiders van de ondernemingen die onder het Paritair Comité voor het bouwbedrijf ressorteren.
In deze collectieve arbeidsovereenkomst verstaat men onder : - "arbeiders" : de arbeiders en arbeidsters; - "Constructiv" : de benaming van het fonds voor bestaanszekerheid opgericht voor de sector van het bouwbedrijf (PC 124).
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft tot doel : - de collectieve arbeidsovereenkomst van 25 juni 2009 - Organisatie van opleidings- en tewerkstellingsstelsels (registratienummer : 95392/CO/124), hierna de kader-collectieve arbeidsovereenkomst genoemd, en; - de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen (registratienummer : 142228/CO/124) te wijzigen. HOOFDSTUK II. - Aanvullende maatregelen ter bevordering en ondersteuning van gewestelijke regelingen en gemeenschapsregelingen voor alternerende opleiding
Art. 3.De inhoud van titel II van de kader-collectieve arbeidsovereenkomst wordt vervangen door de volgende bepalingen : "HOOFDSTUK I. - Sectoraal referentiekader
Art. 9.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv legt het sectoraal referentiekader vast waarin de acties van de regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 95 van deze overeenkomst zullen worden ondergebracht om hun strategie te bepalen tegenover de jongeren die een alternerende opleiding volgen georganiseerd door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst.
Art. 10.Om het sectoraal referentiekader te finaliseren, wordt rekening gehouden met de volgende doelstellingen : - het verhogen van het aantal deelnemers aan de stelsels van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst; - het verhogen van de doorstroming naar de bouwsector van jongeren die met succes aan een alternerend stelsel hebben deelgenomen; - een betere afstemming van het alternerend stelsel op de bouwrealiteit; - het verbeteren van de kwaliteit van de opleiding; - het verminderen van het aantal afhakers in deze alternerende stelsels.
Art. 11.De regionale oriëntatiegroepen omschreven in artikel 95 van deze overeenkomst bepalen volledig zelfstandig het denkspoor (de denksporen) waaraan zij de voorkeur geven om de doelstellingen te halen die in het sectoraal referentiekader werden vastgelegd.
Deze strategie van nieuwe initiatieven op het niveau van de gewesten moet als doel hebben het sectoraal referentiekader in te voeren in samenwerking met de bevoegde regionale overheden. Hiertoe mogen samenwerkingsakkoorden worden gesloten. Hun precieze modaliteiten mogen per gewest verschillen.
Art. 12.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv evalueert jaarlijks de stand van zaken en de invulling van de actieplannen die werden vastgelegd door de regionale oriëntatiegroepen op basis van een omstandig verslag dat elke regionale oriëntatiegroep opstelt. HOOFDSTUK II. - Aanmoedigingspremies voor alternerende jongeren
Art. 13.Een aanmoedigingspremie van 500 EUR wordt door Constructiv toegekend aan de jongere die met succes een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding met een minimale duur van ten minste één jaar heeft voltooid, die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv overeenkomstig artikel 2, § 3 van deze overeenkomst bedoelde beheerscomité is erkend wordt aangeworven in een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaan overeenkomst (BIB), zoals bepaald bij hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017.
Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat volgt op de aanwerving in het kader van een BIB.
Art. 14.§ 1. Wanneer een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv overeenkomstig artikel 2, § 3 van deze overeenkomst bedoelde beheerscomité is erkend, over een duurtijd van twee jaar wordt georganiseerd, dan wordt door Constructiv een aanmoedigingspremie van 200 EUR toegekend aan de jongere die met succes zijn eerste jaar heeft voltooid, op voorwaarde dat hij aan het einde van het eerste kwartaal van zijn tweede opleidingsjaar nog actief is.
Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald de tweede maand van het eerste trimester die aansluit op het einde van het eerste opleidingsjaar. § 2. Wanneer een jongere die met succes een alternerende opleiding heeft voltooid die voldoet aan de voorwaarden bepaald bij paragraaf 1 van dit artikel wordt aangeworven in een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaanovereenkomst (BIB), zoals bepaald bij hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017, wordt de aanmoedigingspremie bedoeld bij artikel 13 van deze overeenkomst hem door Constructiv toegekend.
Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat volgt op de aanwerving in het kader van een BIB.
Art. 15.§ 1. Wanneer een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv overeenkomstig artikel 2, § 3 van deze overeenkomst bedoelde beheerscomité is erkend, over een duurtijd van drie jaar wordt georganiseerd, wordt door Constructiv een aanmoedigingspremie van 200 EUR toegekend aan de jongere op voorwaarde dat hij aan het einde van het eerste kwartaal van zijn tweede opleidingsjaar nog actief is.
Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald de tweede maand van het eerste trimester die aansluit op het einde van het tweede opleidingsjaar. § 2. Wanneer de jongere met succes zijn tweede opleidingsjaar heeft voltooid, dan wordt door Constructiv een aanmoedigingspremie van 300 EUR toegekend aan de jongere op voorwaarde dat hij aan het einde van het eerste kwartaal van zijn derde opleidingsjaar nog actief is.
Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald eind december van het derde opleidingsjaar. § 3. Wanneer een jongere met succes een alternerende opleiding heeft voltooid die voldoet aan de voorwaarden bedoeld bij paragraaf 1 van dit artikel wordt aangeworven in een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaanovereenkomst (BIB), zoals bepaald bij hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017, dan wordt de aanmoedigingspremie bepaald bij artikel 13 van deze overeenkomst hem door Constructiv toegekend.
Wanneer aan deze voorwaarden is voldaan, wordt de premie ten vroegste betaald aan het einde van het eerste kwartaal dat volgt op de aanwerving in het kader van een BIB.
Art. 16.Na een jaar tewerkstelling in het kader van de bouwingroeibaanregeling (BIB-regeling) wordt ook een aanvullende premie toegekend aan de jongere die een premie genoot overeenkomstig artikel 13 van deze overeenkomst. Deze aanvullende premie wordt bepaald door de bepalingen van hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen.
Art. 17.Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt, zo nodig : - wat bedoeld wordt onder "jongere die met succes een alternerende opleiding heeft voltooid"; - aanvullende praktische modaliteiten voor de betaling van de door artikelen 13 tot 16 van deze overeenkomst bepaalde premies.
Deze premies worden binnen de grenzen van de beschikbare middelen van Constructiv uitbetaald. HOOFDSTUK III. - Andere maatregelen
Art. 18.De regimes van alternerende opleiding ontwikkeld door de gemeenschappen en gewesten en erkend op basis van artikel 2, § 3 van deze overeenkomst beletten niet dat andere regelingen of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling van jongeren die aan de deeltijdse leerplicht zijn onderworpen, worden toegepast door de ondernemingen bedoeld in artikel 1.
Het verdient aanbeveling dat die andere stelsels of instrumenten ter bevordering van de opleiding en de tewerkstelling van jongeren voldoen aan de doelstellingen die in het sectoraal referentiekader zijn vastgelegd.". HOOFDSTUK III. - Aanvullende maatregelen ter bevordering van bouwingroeibanen
Art. 4.In hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen wordt een artikel 27bis toegevoegd, luidende : "
Art. 27bis.Na een jaar tewerkstelling in de regeling van de bouwingroeibaan (BIB), kent Constructiv een premie van 500 EUR toe aan de jongere die een door de gemeenschappen en gewesten georganiseerde alternerende opleiding heeft gevolgd en met succes heeft voltooid, die door het in artikel 23 van de statuten van Constructiv bedoelde beheerscomité is erkend en die daarna werd aangeworven door een onderneming bedoeld bij artikel 1 van deze overeenkomst in het kader van een bouwingroeibaanovereenkomst (BIB).
Het beheerscomité bedoeld in artikel 23 van de statuten van Constructiv bepaalt, zo nodig, de aanvullende praktische modaliteiten voor de betaling van deze premie.".
Art. 5.In hoofdstuk V van de collectieve arbeidsovereenkomst van 28 september 2017 over de duurzame beroepsintegratie, herintegratie en opleiding van risicogroepen wordt een artikel 27ter toegevoegd, luidende : "
Art. 27ter.De door artikelen 27 en 27bis bepaalde premies worden binnen de grenzen van de beschikbare middelen van Constructiv uitbetaald.". HOOFDSTUK IV. - Slotbepalingen
Art. 6.§ 1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een bepaalde duur. Ze treedt in werking op 1 september 2017 en verstrijkt op 31 december 2018. § 2. Ze behoudt echter haar uitwerking tijdens de looptijd van de overeenkomsten die tijdens de in § 1 vastgestelde geldigheidsperiode werden gesloten overeenkomstig de bepalingen van titel II. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2019.
De Minister van Werk, K. PEETERS