gepubliceerd op 24 augustus 2006
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de uitsluiting uit het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel
2 JUNI 2006. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de uitsluiting uit het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen;
Op de voordracht van Onze Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005, gesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, betreffende de uitsluiting uit het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel.
Art. 2.Onze Minister van Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Napels, 2 juni 2006.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen Collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 Uitsluiting uit het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel (Overeenkomst geregistreerd op 2 december 2005 onder het nummer 77399/CO/142.01) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgevers en arbeiders van de ondernemingen die ressorteren onder de bevoegdheid van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen.
Voor de toepassing van deze overeenkomst wordt onder "arbeiders" verstaan : de mannelijke en vrouwelijke werklieden. HOOFDSTUK II. - Voorwerp
Art. 2.Deze overeenkomst heeft in uitvoering van hoofdstuk II, artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 2005 betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 van het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen tot doel de voorwaarden te expliciteren waaraan : - de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord dient te voldoen opdat de in voormeld artikel voorziene bijdrage van 0,7 pct. van de bruto bezoldiging van de arbeiders kan worden aangewend in het kader van een ondernemingsgebonden pensioenstelsel, in plaats van in het kader van het sectoraal pensioenstelsel dat ingevoerd wordt door de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005; - het ondernemingsgebonden pensioenstelsel dient te voldoen. HOOFDSTUK III. - Voorwaarden
Art. 3.Collectieve arbeidsovereenkomst of collectief akkoord 3. 1.De collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord moet bestaan vóór 31 december 2004 en dient het akkoord van de sociale partners op bedrijfsniveau te bevatten inzake een ondernemingsgebonden pensioenstelsel. 3.2. Het ondernemingspensioenstelsel Het ondernemingspensioenstelsel dient ten laatste vanaf 1 januari 2006 minimaal de hierna volgende voorwaarden te voorzien. 3.2.1. Aansluitingsvoorwaarden Alle arbeiders die vanaf 1 januari 2006 met een werkgever verbonden waren of zijn via een arbeidsovereenkomst (ongeacht de aard van deze arbeidsovereenkomst), moeten aangesloten worden bij het ondernemingsplan.
Dit houdt onder meer in dat : - ook de arbeiders die tewerkgesteld worden of werden op basis van een arbeidsovereenkomst van bepaalde duur, dienen aan te sluiten; - de aansluiting onmiddellijk gebeurt ten tijde van het afsluiten van de arbeidsovereenkomst, waardoor de aansluiting dus niet kan uitgesteld worden tot na een bepaalde leeftijd, bijvoorbeeld de 25ste verjaardag van de aangeslotene.
De volgende categorieën dienen niet aangesloten te worden bij het ondernemingsplan : - de personen tewerkgesteld via een overeenkomst van studentenarbeid; - de personen tewerkgesteld via een overeenkomst voor uitzendarbeid, zoals geregeld door hoofdstuk II van de wet van 24 juli 1987 betreffende de tijdelijke uitzendarbeid, de uitzendarbeid en het ter beschikking stellen van de werknemers ten behoeve van gebruikers; - de personen tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst gesloten in het kader van een speciaal met steun van de overheid gevoerd opleidings-, arbeidsinspannings- en omscholingsprogramma. 3.2.2. Verzekeringscombinatie De bijdrage kan enkel aangewend worden als premie voor een verzekering in de combinatie "uitgesteld kapitaal met tegenverzekering van de reserve". 3.2.3. Financiering Het ondernemingspensioenstelsel dient vanaf 1 januari 2006 gefinancierd of verhoogd te worden met een bijdrage, zoals voorzien in artikel 4 van het nationaal akkoord 2005-2006 van 30 mei 2005 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen, die minstens gelijk is aan 0,7 pct. van het brutojaarloon van de arbeiders waarop R.S.Z.-inhoudingen verschuldigd zijn. HOOFDSTUK IV. - Informatie
Art. 4.De werkgever dient minstens eenmaal per jaar een lijst van de aangeslotenen van het ondernemingspensioenstelsel die voldoen aan de hogervernoemde aansluitingsvoorwaarden, over te maken aan de voorzitter van het paritair subcomité.
Daarenboven zal de hiervoor vermelde werkgever de voorzitter van het paritair subcomité op de hoogte houden van elke wijziging die doorgevoerd wordt aan het ondernemingspensioenstelsel door middel van het opsturen van een afschrift van de wijziging van het pensioenreglement binnen de twee maanden te rekenen vanaf de begindatum van het gewijzigde ondernemingspensioenstelsel. De pensioeninstelling die het ondernemingspensioenstelsel beheert dient bij deze gelegenheid een verklaring op te stellen dat het ondernemingspensioenstelsel voldoet aan de in het kader van deze overeenkomst bepaalde voorwaarden.
Tenslotte zal de werkgever op eenvoudig verzoek van de voorzitter van het paritair subcomité alle gegevens overmaken die de voorzitter toelaten de juiste uitvoering van de verplichtingen te (laten) controleren. HOOFDSTUK V. - Procedure ingeval van niet-betaling van de premies of van stopzetting van het ondernemingspensioenstelsel
Art. 5.Het ondernemingspensioenstelsel dient te voorzien in een procedure die ingeval van niet betaling van de premies, minstens de volgende elementen bevat : - ingeval van niet betaling van de premies binnen een termijn van 30 dagen na de vervaldag ervan, zal de werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven in gebreke gesteld worden en aangemaand worden om over te gaan tot betaling van de premies; - indien de premies binnen een termijn van 60 dagen na de vervaldag ervan nog niet betaald zijn, zal de werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven nogmaals in gebreke gesteld worden en aangemaand worden om over te gaan tot betaling van de premies. De pensioeninstelling brengt de voorzitter van het paritair subcomité hiervan schriftelijk op de hoogte; - indien de premies binnen een termijn van 90 dagen na de vervaldag ervan nog niet betaald zijn, zal de werkgever door de pensioeninstelling door middel van een aangetekend schrijven op de hoogte worden gesteld dat de contracten binnen de drie weken premievrij zullen worden gemaakt. De pensioeninstelling brengt de voorzitter van het paritair subcomité, alsook de aangeslotenen van het ondernemingspensioenstelsel hiervan schriftelijk op de hoogte.
Ingeval van blijvende niet betaling van de premies, of ingeval van stopzetting van het ondernemingspensioenstelsel, is de werkgever verplicht om vanaf het tijdstip van de stopzetting van de premies of van het ondernemingspensioenstelsel, aan te sluiten bij het sectorale pensioenstelsel.
HJOOFDSTUK VI. - Procedure
Art. 6.Wanneer men in uitvoering van artikel 4 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 mei 205 betreffende het nationaal akkoord 2005-2006 wenst gebruik te maken van de mogelijkheid om de voorziene bijdrage van 0,7 pct. te gebruiken ter invoering of verhoging van een ondernemingspensioenstelsel, dient volgende procedure gevolgd te worden : 6.1. Inlichtingen te verstrekken aan de voorzitter van het paritair subcomité Ter controle en goedkeuring dienen een aantal documenten te worden voorgelegd aan de voorzitter van het paritair subcomité. Dit dient bij wege van een aangetekend schrijven te gebeuren en dit uiterlijk vóór 30 september.
Het gaat meer bepaald over de volgende stukken : - de collectieve arbeidsovereenkomst of het collectief akkoord dat dateert vóór 31 december 2004 houdende het akkoord van de sociale partners op bedrijfsniveau inzake een ondernemingspensioenstelsel; - de collectieve arbeidsovereenkomst waarin de sociale partners op ondernemingsniveau - in uitvoering van artikel 4 van het nationaal akkoord van 30 mei 2005 afgesloten in het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen - ervoor opteren om de uitvoering van het pensioenstelsel zelf te organiseren en aldus de voorziene bijdrage van 0,7 pct. zullen gebruiken ter financiering van bestaand ondernemingspensioenplan; - en het (nieuwe) pensioenreglement dat voldoet aan de voorwaarden die voortvloeien uit deze collectieve arbeidsovereenkomst. 6.2. Beraadslaging door de voorzitter van het paritair subcomité Binnen de twee maanden na de hiervoor vermelde kennisgeving door de werkgever, laat de voorzitter van het paritair subcomité ofwel zijn akkoord ofwel zijn weigering ofwel een vraag om meer inlichtingen geworden aan de werkgever.
De voorzitter van het paritair subcomité kan enkel een aanvraag, om buiten het toepassingsgebied van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel te vallen, weigeren indien niet voldaan is aan de voorwaarden die terzake worden gesteld in deze collectieve arbeidsovereenkomsten.
Enige geschillen terzake worden dan ook behandeld binnen het Paritair Subcomité voor de terugwinning van metalen. HOOFDSTUK VII. - Financiële implicaties van het sectorale pensioenstelsel
Art. 7.Overeenkomstig artikel 11 van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel, zal de daarin bepaalde bijdrage worden ingevorderd en geïnd door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (R.S.Z.), overeenkomstig artikel 7 van de wet van 7 januari 1958 betreffende de fondsen voor bestaanszekerheid en zal na de terbeschikkingstelling ervan aan de inrichter van het sectoraal pensioenstelsel door laatstgenoemde worden doorgestort aan de sectorale pensioeninstelling.
Gezien de inrichter ervoor wist te opteren om, voor wat betreft de inhouding van deze bijdrage, geen onderscheid te maken, tussen de werkgevers die overeenkomstig deze overeenkomst buiten het toepassingsgebied vallen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 20 oktober 2005 tot invoering van het sociaal sectoraal pensioenstelsel en de werkgevers, waarvoor dit niet het geval is, stort hij de bijdragen, ingehouden bij de werkgevers die niet onder het toepassingsgebied vallen, aan hen terug.
De in het vorige lid bedoelde terugstortingen zullen gebeuren binnen een tijdspanne van 1 maand, te rekenen vanaf de dag waarop de inrichter hiertoe de nodige gegevens ter beschikking heeft, dan wel vanaf de dag waarop de stortingen aan de inrichter ter beschikking zouden worden gesteld door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid, indien deze datum zich na de terbeschikkingstelling van de gegevens zou situeren. Op de terugstortingen worden geen verwijlintresten toegekend. HOOFDSTUK VIII. - Inwerkingtreding en opzeggingsmogelijkheden
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt gesloten voor een periode van onbepaalde duur en heeft uitwerking met ingang van 1 januari 2006. Zij kan worden beëindigd mits opzegging van zes maanden en wordt betekend per aangetekend schrijven, gericht aan de voorzitter van het voornoemde paritair subcomité.
Voorafgaandelijk aan de opzegging van de collectieve arbeidsovereenkomst moet het paritair subcomité de beslissing nemen om het sectoraal pensioenstelsel op het heffen. Deze beslissing tot opheffing is enkel geldig wanneer zij wordt genomen in overeenstemming met het bepaalde in artikel 10, § 1, 3° "W.A.P.".
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 2006.
De Minister van Werk, P. VANVELTHOVEN