Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 02 juni 1999
gepubliceerd op 10 juni 1999

Koninklijk besluit tot bepaling van het aantal bijzitters en plaatsvervangende bijzitters in de kantonhoofdbureaus en de gemeentelijke hoofdbureaus bij de verkiezingen in de gemeenten en kieskantons die gebruik maken van een systeem voor optische lezing van de stembiljetten bestemd voor de geautomatiseerde stemopneming van de uitgebrachte stemmen

bron
ministerie van binnenlandse zaken
numac
1999000489
pub.
10/06/1999
prom.
02/06/1999
ELI
eli/besluit/1999/06/02/1999000489/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

2 JUNI 1999. - Koninklijk besluit tot bepaling van het aantal bijzitters en plaatsvervangende bijzitters in de kantonhoofdbureaus en de gemeentelijke hoofdbureaus bij de verkiezingen in de gemeenten en kieskantons die gebruik maken van een systeem voor optische lezing van de stembiljetten bestemd voor de geautomatiseerde stemopneming van de uitgebrachte stemmen


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 18 december 1998 tot organisatie van de geautomatiseerde stemopneming door middel van een systeem voor optische lezing en tot wijziging van de wet van 11 april 1994 tot organisatie van de geautomatiseerde stemming, inzonderheid op artikel 11;

Gelet op het Kieswetboek, inzonderheid op artikel 95, § 7;

Gelet op de wet van 19 oktober 1921 tot regeling van de provincieraadsverkiezingen, inzonderheid op artikel 3sexies, § 7;

Gelet op de gemeentekieswet gecoördineerd op 4 augustus 1932, inzonderheid op artikel 44;

Gelet op de wet van 23 maart 1989 betreffende de verkiezing van het Europese Parlement, inzonderheid op artikel 12, § 4;

Gelet op de gewone wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de federale Staatsstructuur, inzonderheid op artikel 7;

Gelet op het koninklijk besluit van 4 juni 1999 tot aanwijzing van de kieskantons en de gemeenten die ertoe behoren, voor het gebruik van een systeem voor optische lezing van de stembiljetten bestemd voor de geautomatiseerde stemopneming van de uitgebrachte stemmen.;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 18 mei 1999;

Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, § 1, eerste lid, vervangen bij de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;

Gelet op de dringende noodzakelijkheid;

Overwegende dat de voorzitters van de kantonhoofdbureaus, aangewezen voor het gebruik van een systeem voor optische lezing van de stembiljetten bestemd voor de geautomatiseerde stemopneming van de uitgebrachte stemmen onverwijld moeten geïnformeerd worden over het aantal bijzitters en plaatsvervangende bijzitters dat zij dienen aan te wijzen om de organisatie van de gelijktijdige verkiezingen van 13 juni 1999 voor de federale Wetgevende Kamers, het Europese Parlement, en de Gewest- en Gemeenschapsraden in deze kieskantons niet in het gedrang te brengen;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In de kieskantons die gebruik maken van een systeem voor optische lezing van de stembiljetten bestemd voor de geautomatiseerde stemopneming van de uitgebrachte stemmen : 1° bestaat het kantonhoofdbureau voor de verkiezing voor het Europees Parlement, voor de Gewest- en Gemeenschapsraden en voor de provincieraad, behalve uit de voorzitter en de secretaris, uit twaalf bijzitters en twaalf plaatsvervangende bijzitters;2° bestaat het kantonhoofdbureau voor de verkiezing voor de federale Wetgevende Kamers, behalve uit de voorzitter en de secretaris, uit vierentwintig bijzitters en vierentwintig plaatsvervangende bijzitters;

Art. 2.In de gemeenten die gebruik maken van een systeem voor optische lezing van de stembiljetten bestemd voor de geautomatiseerde stemopneming van de uitgebrachte stemmen bestaat het hoofdbureau bij de gemeenteraadsverkiezingen, behalve uit de voorzitter en de secretaris, uit twaalf bijzitters en twaalf plaatsvervangende bijzitters.

Art. 3.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.

Art. 4.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juni 1999.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, L. VAN DEN BOSSCHE

^