gepubliceerd op 16 september 1997
Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de syndicale vorming
2 JUNI 1997. Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de syndicale vorming (1)
, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;
Gelet op het verzoek van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid;
Op de voordracht van Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1996, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de syndicale vorming.
Art. 2.Onze Minister van Tewerkstelling en Arbeid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 juni 1997.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Bijlage Paritair Comité voor de voedingsnijverheid Collectieve arbeidsovereenkomst van 30 september 1996 Syndicale vorming (Overeenkomst geregistreerd op 10 oktober 1996 onder het nummer 42764/CO/118) HOOFDSTUK I. - Toepassingsgebied
Artikel 1.Deze collectieve arbeidsovereenkomst, gesloten in toepassing van de collectieve arbeidsovereenkomsten nrs 5, 5bis, 5ter, 6 en 9 gesloten in de Nationale Arbeidsraad, is van toepassing op de werkgevers en op de werklieden en werksters van de ondernemingen die onder de bevoegdheid vallen van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, met uitsluiting van de volgende sectoren : - de industriële en ambachtelijke broodbakkerijen, de ambachtelijke banketbakkerijen, de ambachtelijke roomijsfabrikanten en suikerbakkers en de consumptiesalons bij een kleinbanketbakkerij; - de suikerfabrieken, de suikerraffinaderijen, invertsuiker, citroenzuur, de kandijfabrieken, de gistfabrieken en de distilleerderijen; - de ondernemingen van groentenconserven, watervrije groenten, zuurkool, in zout ingelegde groenten, bereiding van droge, bevroren en diepgevroren groenten, het schoonmaken of bereiden van verse groenten, die als R.S.Z.-kengetal het nummer 051/... dragen. Tot de sector van de groentenconservennijverheid behoren de ondernemingen die hoofdzakelijk een assortiment groenten en/of plantaardige produkten in eerste of tweede verwerking voor langdurige bewaring bewerken door appertisatie in blik of glas, door pasteurisatie en/of diepvries. HOOFDSTUK II. - Begunstigden
Art. 2.Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing wanneer door de meest representatieve organisaties van de werknemers, vertegenwoordigd in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, cursussen of seminaries worden ingericht ter vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de leden der vertegenwoordigingsorganen van de werknemers, tijdens uren die samenvallen met de normale werkuren.
Het aantal begunstigden bedoeld door deze collectieve arbeidsovereenkomst mag het totaal aantal van de werklieden en werksters, die in de verschillende vertegenwoordigingsorganen van de werknemers in de onderneming over effectieve mandaten beschikken, niet overschrijden.
Indien dit door de omstandigheden gewettigd is, kunnen sommige syndicale afgevaardigden of militanten, personeelsleden van de onderneming, aangewezen door de vakorganisaties, van deze collectieve arbeidsovereenkomst genieten in plaats van de begunstigden waarvan hierboven sprake. HOOFDSTUK III. - Organisatie
Art. 3.De werknemersorganisaties die cursussen of seminaries inrichten verwittigen het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" minstens twee weken op voorhand van deze manifestaties en laten binnen dezelfde termijn een beknopte samenvatting geworden van de stof die bij deze gelegenheid zal behandeld worden.
Bovendien verwittigen die organisaties het ondernemingshoofd binnen dezelfde termijn van de aanwijzing en de deelneming van sommige werklieden en werksters aan de cursussen of seminaries.
De partijen geven toe dat de aanwijzing waarvan hierboven sprake, de doeltreffende werking van de betrokken onderneming niet mag belemmeren en dat de vormingsperiodes in de mate van het mogelijke worden vastgesteld op data die niet samenvallen met de traditionele periodes van hoogseizoen in de sectoren waartoe de ondernemingen behoren. HOOFDSTUK IV. - Duur van de afwezigheden
Art. 4.Iedere werkman en werkster waarvan sprake in artikel 2 van deze collectieve arbeidsovereenkomst heeft recht op een afwezigheid van maximum één week (vijf of zes dagen naargelang van de wettelijke uurregeling van de werkman of werkster) per schooljaar. Dit schooljaar loopt van 1 juli tot 30 juni.
Het aantal vormingsdagen voor de onderscheiden afgevaardigden van eenzelfde onderneming mag geglobaliseerd worden : éénzelfde werkman of werkster die aangeduid is om aan vormingsdagen deel te nemen, mag van dit totaal echter niet meer dan drie weken per jaar gebruiken. HOOFDSTUK V. - Financiering van de afwezigheden
Art. 5.De werkgevers waarvan sommige werklieden en/of werksters syndicale cursussen of seminaries volgen, betalen de lonen die betrekking hebben op de afwezigheidsdagen voor syndicale vorming op dezelfde wijze als voorzien door de wet en de uitvoeringsbesluiten betreffende de betaling der feestdagen, en bekomen de terugbetaling ervan door het Sociaal Fonds, verhoogd met de sociale lasten.
Art. 6.Teneinde bovengenoemde uitgaven te kunnen dekken beschikt het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid" over bijdragen die door de werkgevers bedoeld in artikel 1 gestort worden, ten belope van 0,15 pct. van de lonen aangegeven aan de sociale zekerheid.
Deze bijdragen worden geïnd en opgevorderd door de Rijksdienst voor sociale zekerheid. De regels die door dit organisme worden opgelegd voor het innen en het opvorderen, evenals voor de berekening van de verhogingen en verwijlintresten, zijn van toepassing. HOOFDSTUK VI. - Verhaalprocedure
Art. 7.Ieder geschil betreffende de toepassing van deze collectieve arbeidsovereenkomst kan op vraag van de meest gerede partij worden voorgelegd aan : - het verzoeningsbureau van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid wanneer er een geschil bestaat tussen de werkgever enerzijds en de werklieden en werksters anderzijds; - het directiecomité van het "Waarborg- en Sociaal Fonds voor de voedingsnijverheid", wanneer het om een geschil gaat inzake de toepassing van deze collectieve overeenkomst. HOOFDSTUK VII. - Geldigheid
Art. 8.Deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt voor onbepaalde tijd gesloten.
Zij vervangt de collectieve arbeidsovereenkomst van 14 maart 1991, gesloten in het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid, betreffende de vorming van de syndicale afgevaardigden, algemeen verbindend verklaard bij koninklijk besluit van 19 september 1991 (Belgisch Staatsblad van 23 november 1991), evenals de bijkomende overeenkomst, gesloten in de schoot van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid van 20 december 1971, betreffende de vervolmaking van de economische, sociale en technische kennis van de vertegenwoordigers der werknemers.
Zij heeft uitwerking met ingang van 1 augustus 1996 en kan opgezegd worden door één der partijen, met een opzegging van drie maanden betekend bij een ter post aangetekende brief gericht aan de voorzitter van het Paritair Comité voor de voedingsnijverheid en aan de erin vertegenwoordigde organisaties.
Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juni 1997.
De Minister van Tewerkstelling en Arbeid, Mevr. M. SMET Voor de raadpleging van de voetnoot, zie beeld.