Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net , met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen (1)

bron: federale overheidsdienst werkgelegenheid, arbeid en sociaal overleg

numac: 2016012032

pub.: 02/03/2016

prom.: 02/07/2015


staatsblad: https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)

2 JULI 2015. - Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram-bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen (1)

FILIP, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op artikel 28;

Gelet op het verzoek van Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest;

Op de voordracht van de Minister van Werk, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.Algemeen verbindend wordt verklaard de als bijlage overgenomen collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram-bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen.

Art. 2.De minister bevoegd voor Werk is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 juli 2015.

FILIP Van Koningswege : De Minister van Werk, K. PEETERS _______ Nota (1) Verwijzing naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Bijlage Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest Collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014 Organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram-bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen (Overeenkomst geregistreerd op 5 februari 2015 onder het nummer 125204/CO/328.03) Preambule Sinds 2011 hebben de partijen maatregelen ingevoerd ter verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de bestuurders (Plan Harmony). Deze maatregelen werden geëvalueerd in het kader van verschillende "test"-fases die intussen afgesloten werden.

De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bevestigt de maatregelen die op heden toegepast worden naar aanleiding van de concretisering van de fases van het Plan Harmony (de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2011 wordt bij de onderhavige overeenkomst gevoegd -- bijlage 1) als referentiedocument) en bevat de verbintenis om ze te blijven toepassen in de toekomst.

In dit kader wordt een paritaire werkgroep opgericht om de analyses uit te voeren die nuttig en nodig zijn om de verbeteringsvoorstellen te bepalen (hoofdstuk II).

Artikel 1.Toepassingsgebied De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest valt, alsook op de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram, bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen, die beheerd worden door andere akkoorden.

Met "werknemers" wordt bedoeld : het arbeiders- en bediendepersoneel, zowel vrouwelijk als mannelijk, dat verbonden is door een arbeidsovereenkomst. HOOFDSTUK I. - Organisatie van het werk

Art. 2.Voorwerp Het doel van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst is om de bestaande maatregelen en praktijken met betrekking tot de organisatie van de werktijd te bevestigen rekening houdend met de aanpassingen die uitgevoerd werden in het kader van de testfases die op heden voltooid zijn en zoals overeengekomen in de werkgroep van het project "Harmony" in overeenstemming met bijlage 2.

Art. 2bis.Definities De termen die gebruikt worden in de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst moeten geïnterpreteerd worden volgens de begrippen die als volgt gedefinieerd zijn : a. "permutatie" : wijziging, in onderlinge overeenstemming tussen twee werknemers, van het oorspronkelijke werkrooster (van de dienst) dat door de werkgever meegedeeld en toegewezen werd aan de werknemers;b. "declassering" : wijziging van het oorspronkelijke werkrooster (van de dienst) dat aan de werknemer meegedeeld en toegewezen werd en dit naar aanleiding van een éénmalige aanvraag;c. "beurtrol" : vooraf bepaald arbeidsstelsel (cyclus van x werkdagen - x rustdagen);d. "zonder beurtrol" : arbeidsstelsel dat niet volledig vooraf bepaald is (cyclus van x werkdagen - x rustdagen, maar zonder dat de dagelijkse werktijd, het begin en het einde van de dag vooraf bepaald zijn);e. "dienst" : een werkperiode die zich in een beurtrol bevindt en waarvan het begin en het einde bepaald wordt in functie van de "regels voor de indeling van de diensten";f. "onderbroken dienst" : een werkperiode in de loop van een dag, samengesteld uit twee afzonderlijke prestaties.Tussen de twee prestaties wordt een rustperiode ingelast (prestatie 1 - rustperiode - prestatie 2).

Art. 3.Beurtrollen De werktijd van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder wordt georganiseerd en bepaald volgens verschillende soorten "beurtrolroosters". In 2011 bestonden er voor de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder drie soorten beurtrollen : 4/6 - 5/7 - 5/8. 3.1. Naar aanleiding van de akkoorden die gesloten werden in 2011, werd een nieuwe beurtrol "A2" ingevoerd. De toepassing van deze nieuwe beurtrol is afhankelijk van een voldoende aantal aanvragen per entiteit. Deze nieuwe beurtrol is toegankelijk voor de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder "volgens beurtrol" en "zonder beurtrol". 3.2. De keuze van een type beurtrol, van de prestatieperiodes en om al dan niet te werken volgens een beurtrol kan twee keer per jaar uitgedrukt worden, namelijk bij de grote planningen in september (winter 1) en in maart (winter 2). Bij een wijziging van het aanbod worden de berekening en de verdeling opnieuw uitgevoerd zoals dat momenteel het geval is. Deze keuze is dus geen absolute garantie.

Anderzijds is een eventuele terugkeer naar de klassieke 4/6 beurtrol mogelijk voor de medewerkers die werkten volgens de klassieke 4/6 beurtrol op datum van 3 oktober 2011. 3.3. De principes, modaliteiten en details met betrekking tot de inhoud en de toekenning van de beurtrollen en diensten aan de werknemers zijn omschreven in bijlage 2 bij de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst (verklarende nota met betrekking tot de beurtrollen en de toekenning van de diensten). Deze bijlage 2 maakt integraal deel uit van de collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Toekenning van de beurtrollen, permutaties en declassering 4.1. Beurtrollen De partijen komen overeen dat de beurtrol 4/6 zoals die bestaat op 18 april 2011 (= klassieke 4/6) een gesloten beurtrol is : de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net en niet volgens deze beurtrol werken ten laatste op 3 oktober 2011 kunnen hiertoe geen toegang meer krijgen. Deze beurtrol is dus gesloten en zal verdwijnen. 4.2. Permutaties en declasseringsaanvragen: 4.2.1. Permutaties Permutaties zijn toegestaan naar rata van één permutatie per dag en per werknemer. 4.2.2. Declassering Aangezien de declassering een wijziging is van het werkrooster naar aanleiding van een éénmalige aanvraag, mogen de declasseringsaanvragen niet terugkerend van aard zijn.

Elke aanvraag wordt afzonderlijk behandeld door de lokale verantwoordelijke of zijn adjunct, en dit in alle samenhang en rechtvaardigheid. 4.2.3. In alle gevallen wordt de voorkeur gegeven aan permutaties.

Art. 5.Onderbroken diensten 5.1. De "onderbroken dienst" omvat twee prestaties die ten vroegste beginnen om 6u00 en momenteel ten laatste eindigen om 20u00. De "onderbroken dienst" zal geleidelijk eindigen om 19u30 en dit tegen 1 september 2017. De volledige amplitude bedraagt maximaal 12u30.

De rustperiode die ingelast wordt tussen de twee prestaties bedraagt ten hoogste 5 uur en ten minste 2 uur. 5.2. In afwijking van artikel 5 van het protocolakkoord dat in het paritair subcomité van 9 november 2004 ondertekend werd, met betrekking tot de arbeidsvoorwaarden en de werkomgeving bij de MIVB, mag het aantal onderbroken diensten niet meer dan 21 pct. bedragen van het totale aantal diensten en dit op dagelijkse basis (van maandag tot vrijdag) en per entiteit en op 1 september 2017. 5.3. Op de datum van de ondertekening van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst, bedraagt de premie voor "onderbroken dienst" 16,99 EUR bruto. Dit bedrag is indexeerbaar.

Art. 6.Onvrijwillige bijkomende tijd Code 11 is de code die gebruikt wordt voor een verlenging van de dienst als gevolg van verkeersopstoppingen of niet-vervanging op lijn (onvrijwillige bijkomende tijd genoemd). 6.1. In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2004 met betrekking tot de berekening op jaarbasis van de werktijd van de bestuurders, wordt de onvrijwillige bijkomende tijd in aanmerking genomen en toegevoegd aan de "urenreserve" (code 0073) volgens de modaliteiten in artikel 6.3. 6.2. In overeenstemming met de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2004 met betrekking tot de berekening op jaarbasis van de werktijd van de bestuurders, in het bijzonder bijlage 1, punt II (behandeling van de afwijkingen ten opzichte van de voorziene prestatie), leiden alle vertragingen einde dienst wegens verkeersopstoppingen van ten minste 5 minuten tot de valorisatie van de werkelijke duur van de onvrijwillige prestaties (van ten minste 5 minuten), afgerond naar het hogere kwartier. 6.3. Deze afgeronde duur wordt vervolgens als volgt gevaloriseerd : - voor een werktijd tot (minder dan) 8 uur, worden de codes 11 voor 100 pct. opgenomen in de werktijdrekening; - zodra de dagelijkse werktijd 8 uur of meer bedraagt, wordt de duur van de vertraging die de 8 uur overschrijdt voor 150 pct. opgenomen in de urenreserve. 6.4. Aan het einde van de referentieperiode (= een kalenderjaar), wordt de berekening uitgevoerd conform de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de berekening op jaarbasis van de werktijd, dat wil zeggen : in geval van een positief saldo (= geval van overschrijding van de 2088/2096 uur), wordt als volgt te werk gegaan : a. betaling aan 50 pct.van het positieve saldo; b. 100 pct.gestort in de urenreserve (code 0073). 6.5. Alle andere bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 30 juni 2004 met betrekking tot de berekening op jaarbasis van de werktijd van de bestuurders waarvan niet afgeweken wordt in de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst zijn van toepassing.

Art. 7.Pauze (break) De huidige pauzetijd (break) in de loop van de prestatie wordt verlengd met vijf minuten. Deze vijf minuten worden dus toegevoegd aan de huidige twintig minuten pauze.

Art. 8.Rusttijd tussen twee prestaties De rusttijd tussen twee prestaties is in overstemming met de bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014 met betrekking tot de rusttijd tussen twee prestaties.

Art. 9.Mededeling van de werkroosters 9.1. De mededeling van de werkroosters gebeurt in overeenstemming met de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014 met betrekking tot de bekendmaking en de mededeling van de werkroosters. 9.2. De mededeling van de werkroosters op D-2/18 uur blijft verworven. HOOFDSTUK II. - Paritaire werkgroep

Art. 10.Samenstelling - Een voorzitter gemandateerd door de Algemene Directie; - Een vertegenwoordiger, lid van de division Human Resources; - Een vertegenwoordiger van de division Sales, Marketing & Network; - De twee Vice Presidents van de Business Units Bus en Tram; - De twee Directors Movement (bus en tram); - Twee bestendig afgevaardigden en een lokale afgevaardigde van de bus en een lokale afgevaardigde van de tram per vakbondsorganisatie.

Art. 11.Bevoegdheden De paritaire werkgroep heeft de volgende bevoegdheden : a. De implementatie van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst opvolgen;b. Onderzoeken welke mogelijkheden er bestaan om de organisatie van het werk van de bestuurders van het bovengronds net te verbeteren zodat er een beter evenwicht ontstaat tussen werk en privéleven; waaronder, op niet exhaustieve wijze : - de vermindering van het aantal werknemers dat "zonder beurtrol" werkt; - de verbetering van de stabiliteit van de beurtrollen; - de vermindering van de amplitude in de "onderbroken diensten"; - de verbetering van de termijnen voor de mededeling van de werkroosters.

Art. 12.Werking Bij de instelling van de werkgroep zal de voorzitter op paritaire wijze de regelmaat van de vergaderingen bepalen, in functie van de vorderingen van de werkzaamheden met ten minste één vergadering per maand. Er kan naast de maandelijkse vergadering een bijkomende vergadering georganiseerd worden op verzoek van een bestuurder-bestendig afgevaardigde.

De werkgroep zal alle relevante indicatoren die voorgesteld werden door de werkgroep analyseren.

De werkgroep zal beslissen over de orde van de voorrang volgens dewelke de indicatoren voorgesteld door de werkgroep zullen onderzocht worden.

Dit omvat ten minste de indicatoren die opgesteld werden op het niveau van elke stelplaats en die betrekking hebben op de volgende thema's : a. De wijzigingen van de werkroosters die aangebracht worden tussen het moment van de planning op D-X (publicatiedatum van de veertiendaagse) voor een dag D en de operationele uitvoering ervan op de werkplaatsen analyseren.Concreet heeft de analyse betrekking op alle wijzigingen en de oorzaken ervan. Het doel is om te bepalen wat de oorzaken en omstandigheden van deze wijzigingen zijn teneinde ze te objectiveren (kwantificeren). Aan de hand van deze objectieve analyse moeten de maatregelen kunnen bepaald worden die zouden moeten genomen worden om een concrete oplossing te vinden voor de problematiek van de werknemers "zonder beurtrol". Te weten het moment van kennisname van de dienstregelingen met als ambitie de toename van de duur tussen het moment van mededeling van de dienstregeling en het moment van de effectieve prestatie; b. De evolutie en de stabiliteit van de populaties per type beurtrol (dat wil zeggen, het aantal buschauffeurs/trambestuurders dat werkt volgens beurtrol en "zonder beurtrol") opvolgen en dit per veertiendaagse periode. Het doel is om de oorzaken en omstandigheden van deze situaties te bepalen om te kunnen bepalen welke omstandigheden nodig zijn voor een betere stabiliteit rekening houdend met de variatie van het vervoersaanbod; c. De evolutie van de prestatieperiodes (types diensten) en voornamelijk van de onderbroken diensten opvolgen en dit zowel op kwantitatief als kwalitatief gebied (amplitude, beginuur, einduur,...); d. De pauzes opvolgen om te onderzoeken of de breaktijden en de positionering van de break concreet toegepast worden en overeenstemmen met wat gepland was.

Art. 13.Planning 1. Periode van januari 2015 tot 28 februari 2015 De indicatoren bepalen en de opvolgingsrapportering uitvoeren per stelplaats.2. Periode van 1 maart 2015 tot 31 oktober 2015 De door de indicatoren opgeleverde gegevens analyseren.Aan de hand van deze resultaten moeten de in artikelen 11 en 12 beoogde verbeteringsvoorstellen kunnen geformuleerd worden. 3. Periode van 1 november 2015 tot 31 januari 2016 De directie onderzoekt de voorgelegde voorstellen voor de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de bestuurders en beslissing.4. Uitvoering van de maatregelen Een planning opstellen voor de uitvoering van de door de directie bekrachtigde maatregelen.Deze bevatten reeds : - de geleidelijke vermindering van het percentage onderbroken diensten om een maximum van 21 pct. per stelplaats te bereiken op 1 september 2017; - de verlenging van de breaktijden in overeenstemming met artikel 7 en dit op 6 juli 2015. 5. Elke maatregel die aan een grondige analyse onderworpen werd, onderzocht en bekrachtigd werd door de directie van de onderneming zal zonder verwijl en rekening houdend met de planningscyclus geïmplementeerd worden.

Art. 14.Sociale vrede De partijen en hun mandatarissen zullen ervan afzien om voor de duur van de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst een collectief conflict met betrekking tot de in deze overeenkomst behandelde punten uit te lokken, te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming, voor zover alle bepalingen en toepassingsmodaliteiten van deze onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst volledig nageleefd worden.

Art. 15.Inwerkingtreding en duur 15.1. De onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst bevestigt de maatregelen die al toegepast worden sinds 2011 en stelt de paritaire werkgroep in. 15.2. Ze treedt in werking op 9 december 2014 en wordt afgesloten voor een onbepaalde duur. 15.3. Elke partij mag de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst opzeggen mits een vooropzeg van drie maanden.

De opzegging moet schriftelijk gebeuren en per aangetekend schrijven betekend worden aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest. De partij die de onderhavige collectieve arbeidsovereenkomst opzegt moet de redenen van de opzegging opgeven en een nieuwe tekst voorstellen.

Art. 16.Neerlegging en registratie De onderhavige overeenkomst zal neergelegd worden op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog op haar registratie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 1 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram-bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen Collectieve arbeidsovereenkomst betreffende de organisatie van het werk van het rijdend personeel van het bovengronds net, met uitzondering van het rijdend personeel van de Directie vervoersboeket.

Preambule In het kader van de onderhandelingen met betrekking tot het Plan "Harmony" dat de verbetering van de arbeidsduur bij het rijdend personeel beoogt, hebben de partijen een akkoord bereikt met betrekking tot de organisatie van het werk en de arbeidsduur van het rijdend personeel van het bovengronds net. Dit akkoord is het voorwerp van deze collectieve arbeidsovereenkomst, voor een duur van één jaar als "test"-fase (met een drie maandelijkse evaluatie en, in geval van slechte werking, de planning van een dringende paritaire vergadering).

Na deze periode van één jaar zal er een paritaire evaluatie plaatsvinden met de lokale vakbondsafgevaardigden en de bestendig afgevaardigden van de drie vakbondsorganisaties. Als deze evaluatie positief is, zal deze collectieve arbeidsovereenkomst verlengd worden voor onbepaalde duur; in het tegenovergestelde geval zal het Plan "Harmony" definitief geannuleerd worden en zullen de traditionele beurtrollen opnieuw ingevoerd worden, zoals overeengekomen aan het einde van de onderhandelingen.

Wordt het volgende overeengekomen :

Artikel 1.Toepassingsgebied Deze collectieve arbeidsovereenkomst is van toepassing op de werkgever die onder het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest valt, alsook op het rijdend personeel van het bovengronds net, met uitzondering van het rijdend personeel van de Directie vervoersboeket.

De partijen preciseren dat wanneer een lid van het rijdend personeel van de Directie vervoersboeket gedetacheerd wordt naar het rijdend personeel van het bovengronds net bus, de bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst op hem van toepassing zijn, alsmede het geheel van de regels van de BUB.

Art. 2.Voorwerp De partijen willen met deze collectieve arbeidsovereenkomst het resultaat van hun onderhandelingen met betrekking tot de organisatie van het werk en de verbetering van de arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel zoals beoogd in artikel 1 op schrift stellen ten einde hun welzijn te verbeteren.

Art. 3.Beurtrollen Inleidende beschouwingen : De arbeidsduur van het rijdend personeel wordt geregeld door verschillende soorten beurtrolroosters. Momenteel bestaan er voor het rijdend personeel drie soorten beurtrollen : 4/6 - 5/7 - 5/8. 3.1. Er wordt een nieuwe beurtrol "A2" ingevoerd. De toepassing van deze nieuwe beurtrol is afhankelijk van een voldoende aantal aanvragen per entiteit. Deze nieuwe beurtrol is toegankelijk voor het rijdend personeel dat werkt volgens en beurtrol en het personeel dat niet werkt volgens een beurtrol. 3.2. De keuze van een type beurtrol, van de prestatieperiodes en om al dan niet te werken volgens een beurtrol kan slechts één keer per jaar worden uitgedrukt. Bij een wijziging van het aanbod worden de berekening en de verdeling opnieuw uitgevoerd zoals dat momenteel het geval is. Deze keuze dus geen absolute garantie. Anderzijds is een eventuele terugkeer naar de oude beurtrol volgens dewelke het personeelslid werkte één keer mogelijk slechts 6 maanden na het begin van de "test"-fase. 3.3. Voor het overige en voor de details van de beurtrollen en de toekenning van de diensten, verwijzen de partijen naar de "samenvattende nota betreffende de beurtrollen en de toekenning van de diensten", die is toegevoegd in de bijlage bij deze collectieve arbeidsovereenkomst.

Art. 4.Toekenning van de diensten in de beurtrollen; permutaties en declassering 4.1. Beurtrollen : De partijen komen overeen dat de beurtrol 4/6 zoals die bestaat op 18 april 2011 (= klassieke 4/6) een gesloten beurtrol is : het rijdend personeel van het bovengronds net dat niet volgens deze beurtrol werkt op 18 april 2011 kan hiertoe geen toegang meer krijgen. Deze beurtrol is dus gesloten en zal verdwijnen. 4.2. Permutaties en declasseringsaanvragen : 4.2.1. Permutatie : - definitie : een "permutatie" is een vrijwillige omwisseling van diensten tussen twee werknemers; - permutaties worden toegestaan ten belope van één permutatie per dag en per werknemer. 4.2.2. Declassering : - een "declassering" is een éénmalige aanvraag van een werknemer om van dienst te veranderen. Deze declasseringsaanvraag mag dus niet van terugkerende aard zijn; - elke aanvraag wordt afzonderlijk behandeld door de lokale verantwoordelijke of zijn adjunct, en dit met het oog op rechtvaardigheid en samenhang. In alle gevallen zal de voorkeur gegeven worden aan permutaties.

Art. 5.Rusttijd tussen twee diensten In afwijking van de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2011 met betrekking tot de rusttijden van het rijdend arbeidspersoneel van het bovengronds net, met uitzondering van het personeel van de Directie vervoersboeket (artikel 4.1), zal de rusttijd tussen twee diensten voor de werknemers die werken volgens de gesloten beurtrol 4/6 zoals die bestaat op 18 april 2011 (= klassieke 4/6) en voor de werknemers die niet werken volgens een beurtrol minimaal 10 uur bedragen. In de andere gevallen zal de rusttijd tussen twee diensten minimaal 11 uur bedragen.

Art. 6.Onderbroken diensten 6.1. Een "onderbroken dienst" is een dienst die bestaat uit twee prestaties die van elkaar gescheiden zijn door een interval van ten minste 2 uur en die ten vroegste om 6 uur begint en ten laatste om 20 uur eindigt. 6.2. In afwijking van artikel 5.2. van het protocolakkoord dat in het paritair subcomité van 9 november 2004 ondertekend werd, met betrekking tot de arbeidvoorwaarden en de werkomgeving bij de MIVB, mag het aantal onderbroken diensten niet meer dan 23 pct. bedragen van het totale aantal diensten en dit op dagelijkse basis (van maandag tot vrijdag) en per entiteit.

Anderzijds is de beheersing van het aantal onderbroken diensten, conform artikel 5.3 van hetzelfde protocolakkoord één van de doelstellingen van het Plan "Harmony". 6.3. Vanaf de lancering van de testfase, bedraagt de indexeerbare premie voor onderbroken dienst 16 EUR bruto.

Art. 7.Onvrijwillige bijkomende tijd Code 11 is de code die gebruikt wordt voor een verlenging van de dienst als gevolg van verkeersopstoppingen of niet-vervanging op lijn (onvrijwillige bijkomende tijd genoemd). 7.1. De partijen willen bepaalde principes in verband met de berekening op jaarbasis van de arbeidsduur, zoals bepaald in de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de berekening op jaarbasis van de arbeidsduur van de bestuurders die werd ondertekend op 30 juni 2004, toepassen en hier, enkel in de hierna volgende mate, van afwijken. 7.2. Conform de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst, in het bijzonder bijlage 1, punt II (behandeling van de afwijkingen ten opzichte van de voorziene prestatie), leiden alle vertragingen einde dienst ingevolge verkeersopstoppingen van minimaal 5 minuten tot de valorisatie van de werkelijke duur van de onvrijwillige prestaties (van minimaal 5 minuten), afgerond naar het hogere kwartier. 7.3. Deze afgeronde duur wordt vervolgens als volgt gevaloriseerd : - voor een arbeidsduur tot (minder dan) 8 uur, worden de codes 11 voor 100 pct. geïntegreerd in de werktijdrekening; - zodra de dagelijkse arbeidsduur 8 uur of meer bedraagt, wordt de duur van de vertraging die de 8 uur overschrijdt voor 150 pct. geïntegreerd in de urenpot. 7.4. Aan het einde van de referentieperiode (= een kalenderjaar), wordt de berekening uitgevoerd conform de voornoemde collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de berekening op jaarbasis van de arbeidsduur, dit wil zeggen : ingeval van positief saldo (= geval van overschrijding van het pivot van 2 088/2 096 uren) wordt als volgt gedaan : a. betaling ten belope van 50 pct.van het positief saldo; b. aftrek van dit positief saldo van de codes 11 opgenomen in de werktijdrekening gedurende de referentieperiode en opnemen van het berekend saldo ten belope van 100 pct.in de urenreserve. 7.5. Alle andere bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst met betrekking tot de berekening op jaarbasis van het arbeidsduur die niet beoogd worden door deze collectieve arbeidsovereenkomst blijven van toepassing zoals dat momenteel het geval is.

Art. 8.Sociale vrede De partijen en hun mandatarissen zullen zich ervan weerhouden om voor de duur van deze overeenkomst een collectief conflict met betrekking tot de in deze overeenkomst behandelde punten uit te lokken, te doen losbarsten of te steunen op het niveau van de onderneming, voor zover alle bepalingen en toepassingsmodaliteiten van deze collectieve arbeidsovereenkomst volledig worden nageleefd.

Art. 9.Inwerkingtreding 9.1. Deze collectieve arbeidsovereenkomst treedt in werking op 18 april 2011.

Ze wordt afgesloten voor de duur van de "test"-fase, namelijk één jaar, en zal bekrachtigd worden na deze "test"-fase als de evaluatie positief is. 9.2. In functie van de technische mogelijkheden en ten laatste op 1 januari 2012, zal het Plan "Harmony" gelanceerd worden.

Alle punten van het Plan "Harmony" zullen het voorwerp zijn van een driemaandelijkse paritaire evaluatie, waardoor de regels die bedoeld zijn om de arbeidsvoorwaarden van het rijdend personeel te verbeteren kunnen verfijnd worden. De nodige aanpassingen door verfijning zullen uitgevoerd worden gedurende de volledige duur van de "test"-fase.

Art. 10.Opzegging Elke ondertekenende partij mag deze overeenkomst opzeggen, mits een vooropzeg van drie maanden, betekend aan de voorzitter van het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest via een per post aangetekend schrijven.

De partij op wiens initiatief deze collectieve arbeidsovereenkomst wordt opgezegd moet de redenen daarvoor opgeven en een nieuwe tekst voorstellen.

Art. 11.Registratie Deze collectieve arbeidsovereenkomst zal worden neergelegd op de Griffie van de Dienst van de Collectieve Arbeidsbetrekkingen van de Federale Overheidsdienst Werkgelegenheid, Arbeid en Sociaal Overleg met het oog op haar registratie.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Bijlage 2 aan de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram-bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen HARMONY Verklarende nota met betrekking tot de beurtrollen en de toekenning van de diensten 1. Context De onderhavige nota is de nota die toegevoegd was als bijlage bij de collectieve arbeidsovereenkomst van 18 april 2011 met betrekking tot de organisatie van het werk van het rijdend personeel van het bovengronds net, met uitzondering van het rijdend personeel van de Directie vervoersboeket. De inhoud van deze verklarende nota werd eenvoudigweg geherformuleerd en aangepast in functie van de maatregelen en praktijken die toegepast worden sinds 2011 naar aanleiding van de uitvoering van het "Plan Harmony" en de concretisering van de testfases van dit plan. Ze maakt voortaan integraal deel uit van de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014 betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net (tram-bus), met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen.

De onderhavige nota bevat de voorstellen voor verbetering van de arbeidsvoorwaarden van de trambestuurders en buschauffeurs met betrekking tot de beurtrollen en de toekenning van de diensten. Deze verbeteringen zijn afhankelijk van het vervoersaanbod dat bepalend is voor de werkorganisatie. 2. Verwezenlijkte verbeteringen tijdens de testfases Bekendmaking van de lijsten met betrekking tot de verdeling van het personeel (stamnummer, naam, voornaam, tendens, reeks) per veertiendaagse om de permutaties vlotter te laten verlopen. Affiche met vermelding van de limietdatum voor het in aanmerking nemen van nieuwe aanvragen voor een volgende planningsperiode.

Mogelijkheid voor de medewerker om meerdere veranderingsaanvragen per jaar in te dienen. Bij de berekeningen zal enkel rekening gehouden worden met de laatst geldende aanvraag.

Verbetering van de enquête : - Mogelijkheid om de tendens te laten doorwegen, in plaats van het "genre"; - Als de medewerker de tendens laat doorwegen : mogelijkheid om uit te drukken in welke mate de medewerker bereid is zijn type beurtrol te verliezen ten gunste van zijn gewenste tendens (niveausysteem), zonder dat daarom de garantie gegeven wordt dat hij deze zal bekomen (zelfs verder dan het uitgedrukte niveau); - Mogelijkheid om een tijdelijke herindeling uit te drukken voor de volledige duur van de planningsperiode in de klassieke 4/6 als de medewerker aan de voorwaarden voldoet; - Garantie van twee ochtenddiensten voor de 5/7 en 5/8 ALL in de beurtrol per veertiendaagse, in verhouding tot het aantal voorziene werkdagen voor de te behandelen veertiendaagse (bijvoorbeeld 1 ochtenddienst voor een medewerker die een volledige week met verlof is in de veertiendaagse); - In de beurtrollen 4/6 All en A2 All, zullen de werkdagen die beginnen na 9u30 met voorrang samengesteld worden met diensten die eindigen vóór 21u01.wanneer het, om organisatorische redenen, niet mogelijk is om diensten die eindigen na 21u00 te plaatsen in de beurtrollen 4/6 late tendens en A2 late tendens (of klassieke 4/6), worden deze diensten in de beurtrollen 4/6 All en A2 All geplaatst; - Een tijdelijke herindeling voor de volledige duur van de planningsperiode in de klassieke 4/6 : 1. wanneer een medewerker zijn vroege of late tendens verliest en hij in een 4/6 zat en ingedeeld wordt in een 4/6 ER ALL;2. wanneer een medewerker de klassieke 4/6 wil verlaten voor een vroege of late tendens en hij eindigt in een 4/6 ER ALL;3. mag niet plaatsvinden wanneer de medewerker een 4/6 ER ALL vraagt;4. mag niet plaatsvinden wanneer de medewerker eindigt in een andere combinatie dan 4/6 ER ALL;5. mag niet plaatsvinden wanneer de mewerker niet in de beurtrol 4/6 zat op 3 oktober 2011. Mutaties tussen stelplaatsen op verzoek van de medewerker worden geconcentreerd rond de grote planningen om instabiliteit in de beurtrollen tijdens de planningsperiode te vermijden. 3. Principes/Modaliteiten met bettrekking tot de toekenning van de beurtrollen en de diensten - Toekenning van de diensten volgens keuze prestatieperiode (zie hieronder). - Toekenning van 11 uur rust tussen twee geplande diensten voor alle OMT's/OMC's die in beurtrol werken.

N.B. : De OMT's/OMC's die werkten in de "klassieke" 4/6 beurtrol ten laatste op 3 oktober 2011, mogen deze behouden indien ze dat wensen.

Voor hen wordt de rusttijd van ten minste 10 uur tussen twee geplande diensten in acht genomen.

Echter, de OMT's/OMC's die werkten in de klassieke 4/6 beurtrol ten laatste op 3 oktober 2011 en die vervolgens voor een andere beurtrol en/of prestatieperiode gekozen hebben, hebben de mogelijkheid een aanvraag in te dienen om opnieuw in de klassieke beurtrol 4/6 ingedeeld te worden. - Voor de OMT's/OMC's die "buiten beurtrol" werken, wordt een rusttijd van ten minste 10 uur tussen twee diensten in acht genomen. - Bij permutaties bedraagt de rusttijd ten minste 10 uur. - Voor de OMT's/OMC's in de beurtrol en die werken in beurtrol, zal het aantal onderbroken diensten schommelen tussen 0 en maximaal 4 per veertiendaagse en dit volgens het beurtroltype en de keuze van de toegekende prestatieperiode (vanzelfsprekend met uitzondering van de vrijwillige beurtrollen 2P). Voor de OMT's/OMC's "buiten beurtrol", zal het aantal onderbroken diensten schommelen tussen 0 en maximaal 5 per veertiendaagse en dit naargelang van het beurtroltype. - De OMT's/OMC's "buiten beurtrol" worden ingedeeld in een ALL-prestatieperiode (voor meer bijzonderheden over de prestatieperiodes : zie hieronder). In functie van de beschikbare diensten krijgen de OMT's/OMC's een dienst die het dichtst het type dienst benadert van iemand die in de beurtrol ALL ingedeeld is. - De keuzes voor een type beurtrol, voor prestatieperiodes en voor het feit of men in of "buiten de beurtrol" wil werken, kunnen twee keer per jaar bekendgemaakt worden, namelijk bij de twee grote planningen (september en maart). Wanneer het aanbod wordt gewijzigd dan worden zowel de berekening als de dienstverdeling opnieuw uitgevoerd. Deze keuze geeft dus geen absolute zekerheid, net zoals het nu al het geval is. - De toekenning van de beurtrollen, van de prestatieperiodes en van de keuze of men al dan niet in beurtrol werkt, gebeurt op basis van de anciënniteit, de uitgesproken keuze en het vervoersaanbod. - Uitzondering : de prestatieperiodes "vrijwilliger 2P" zullen prioritair behandeld worden, behalve indien de vraag het aanbod overstijgt. Dan zal rekening gehouden worden met de anciënniteit. - Opmerkingen : 1. De OMT's/OMC's die, door een geringe anciënniteit, geen toegang hebben tot een welbepaalde periode (vroeg of laat), worden ingedeeld in een prestatieperiode ALL.2. Om de OMT's/OMC's zo veel mogelijk tegemoet te komen, wordt hen gevraagd te zeggen wat voor hen voorrang heeft (het beurtroltype, de prestatieperiode en het feit in of buiten beurtrol te werken), met het oog op een zo groot mogelijke benadering van hun wensen.4. Beurtrollen De verschillende bestaande beurtroltypes blijven behouden.Het gaat om de 4/6 - 5/7 - 5/8.

Er werd een nieuw beurtroltype toegevoegd; meer bepaald de beurtrol A2, een combinatie van de huidige beurtrollen (hoofdzakelijk 4/6 - 5/8).

Het specifiek kenmerk van deze beurtrol : een cyclus van 10 weken, bestaande uit 4 volledig vrije weekends rust, 5 weekends waarin de bestuurder zowel op zaterdag als op zondag moet werken en 1 weekend met rust `s zondags en werken 's zaterdags.

Naargelang van de entiteit (effectief en dienstaanbod) zullen de 4 beurtroltypes niet noodzakelijkerwijs toegepast worden. 5. Prestatieperiode Er worden vier verschillende prestatieperiodes voorzien : - Tendens VROEG; - Tendens LAAT; - ALL; - 2P. Opmerking : op aanvraag : behoud van de klassieke beurtrol 4/6 voor de OMT's/OMC's die ten laatste op 3 oktober 2011 in deze beurtrol werkten.

Theoretisch bestaan alle prestatieperiodes voor de verschillende beurtroltypes. Echter, naargelang van de entiteit (effectief en dienstaanbod) en de verzoeken vanwege de OMT's/OMC's, zal het niet mogelijk zijn de verschillende combinaties in alle entiteiten samen te laten bestaan. 6. Theoretische gedetailleerde invulling per beurtrol/prestatieperiode 6.1. Klassieke 4/6 Zoals nu, meer bepaald : - 1e werkdag : dienst die begint na 15 u. 59; - 2e werkdag : elke dienst met inachtneming van ten minste 10 uur rust; - 3e werkdag : dienst die eindigt vóór 20 u. 31; - 4e werkdag : dienst die eindigt vóór 14 u. 01.

Deze prestatieperiode is uitsluitend voorbehouden aan de OMT's/OMC's die nu in die beurtrol werken en die wensen erin te blijven.

Aangeboden garantie 1. ten minste 10 uur rust tussen 2 geplande diensten;2. theoretisch maximum 20 onderbroken diensten over de referteperiode (24 weken) die als volgt verdeeld worden : a.8 veertiendaagsen met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 4 veertiendaagsen met maximaal 1 onderbroken dienst per veertiendaagse. 6.2. 4/6 Tendens VROEG

4/6 VROEG

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

- 1e werkdag (*) : dienst eindigt vóór 15 u. 31 of een onderbroken dienst; - 2e werkdag (*) : dienst eindigt vóór 15 u. 31 of een onderbroken dienst; - 3e werkdag : dienst eindigt vóór 15 u. 31; - 4e werkdag : dienst eindigt vóór 14 u. 31. (*) Wanneer de 1ste of de 2de werkdag in een weekend of op een feestdag valt : dienst eindigt vóór 18 u. 31.

Aangeboden garantie 1. met uitzondering van de onderbroken dienst, nooit een dienst die eindigt na 15 u.30 in de week, nooit een dienst die eindigt na 18 u. 30 op een weekend of feestdag; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. tussen 4 en 6 diensten die eindigen vóór 15 u.31 per veertiendaagse; 4. theoretisch maximum 40 onderbroken diensten over de referteperiode (24 weken) die als volgt verdeeld worden : a.6 veertiendaagsen met maximaal 4 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 4 veertiendaagsen met maximaal 3 onderbroken diensten per veertiendaagse;c. 2 veertiendaagsen met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse. 6.3. 4/6 Tendens LAAT

4/6 LAAT

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

- 1e werkdag : dienst begint na 15 u. 30; - 2e werkdag : dienst begint na 15 u. 30; - 3e werkdag : dienst begint na 9 u. 30; - 4e werkdag (*) : dienst begint na 9 u. 30 of een onderbroken dienst. (*) Wanneer de 4de werkdag in een weekend of op een feestdag valt : dienst begint na 9 u. 30.

Aangeboden garantie 1. met uitzondering van de onderbroken dienst, nooit een dienst die vóór 9 u.31 begint; 2. 11 uur rust tussen twee geplande diensten;3. tussen 4 en 6 diensten die beginnen na 15 u.30 per veertiendaagse; 4. theoretisch maximum 20 onderbroken diensten over de referteperiode (24 weken) die als volgt verdeeld worden : a.8 veertiendaagsen met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 4 veertiendaagsen met maximaal 1 onderbroken dienst per veertiendaagse. 6.4. 4/6 ALL

4/6 ALL

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21 u. 01

begin > 15 u. 30

einde < 15 u. 31

einde > 15 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 15 u. 31

begin > 9 u. 30

einde < 14 u. 31

Doet alle diensten, zowel laat als vroeg, volgens een bepaalde sequentie per week, met als basisprincipe de opeenvolging van hetzelfde type prestatieperiode per werkweek.

Aangeboden garantie 1. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;2. theoretisch maximum 20 onderbroken diensten over de referteperiode (24 weken) die als volgt verdeeld worden : a.4 veertiendaagsen met maximaal 3 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 4 veertiendaagsen met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse;c. 4 veertiendaagsen zonder onderbroken dienst per veertiendaagse. 6.5. 4/6 2P

4/6 2P

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : een onderbroken dienst.

Iedere werkdag van het weekend : een dienst die eindigt vóór 20 u. 01.

A2 VROEG

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 18 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

Doet volgende diensttypes : Weekdienst : dienst eindigt vóór 15 u. 31, 14 u. 31 of een onderbroken dienst.

Weekend en feestdagen : dienst eindigt vóór 18 u. 31, 15 u. 31 of 14 u. 31. Aangeboden garantie 1. met uitzondering van de onderbroken dienst, nooit een dienst die na 15 u.30 eindigt in de week, nooit een dienst die na 18 u. 30 eindigt in het weekend of op een feestdag; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. tussen 3 en 9 diensten die eindigen vóór 15 u.31 per veertiendaagse; 4. theoretisch maximum 30 onderbroken diensten over de referteperiode (20 weken) die als volgt verdeeld worden : a.3 veertiendaagsen met maximaal 4 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 5 veertiendaagsen met maximaal 3 onderbroken diensten per veertiendaagse;c. 1 veertiendaagse met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse;d. 1 veertiendaagse met maximaal 1 onderbroken dienst per veertiendaagse. 6.7. A2 Tendens LAAT

A2 LAAT

9 u. 30 of onderbroken

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

9 u. 30 of onderbroken

Doet volgende diensttypes : Weekdagen : dienst begint na 15 u. 30, 9 u. 30 of een onderbroken dienst.

Weekend en feestdagen : dienst begint na 15 u. 30 of 9 u. 30.

Aangeboden garantie 1. met uitzondering van de onderbroken dienst, nooit een dienst die begint vóór 9 u.31; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. tussen 2 en 7 diensten die beginnen na 15 u.30 per veertiendaagse; 4. theoretisch maximum 20 onderbroken diensten over de referteperiode (20 weken) die als volgt ingedeeld worden : a.1 veertiendaagse met maximaal 4 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 4 veertiendaagsen met maximaal 3 onderbroken diensten per veertiendaagse;c. 2 veertiendaagsen met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse;d. 3 veertiendaagsen zonder onderbroken dienst per veertiendaagse. 6.8. A2 ALL

A2 ALL

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01

einde < 14 u. 31

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21u01

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

begin > 15 u. 30

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 15 u. 31

einde < 14 u. 31

begin > 15 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 14 u. 31

begin > 9 u. 30

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 15 u. 31

Doet alle diensten, zowel vroeg als laat, volgens een sequentie die per week bepaald wordt.

Aangeboden garantie 1. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;2. theoretisch maximum 20 onderbroken diensten over de referteperiode (20 weken) die als volgt verdeeld worden : a.1 veertiendaagse met maximaal 4 onderbroken diensten per veertiendaagse; b. 3 veertiendaagsen met maximaal 3 onderbroken diensten per veertiendaagse;c. 2 veertiendaagsen met maximaal 2 onderbroken diensten per veertiendaagse;d. 3 veertiendaagsen met maximaal 1 onderbroken dienst per veertiendaagse;e. 1 veertiendaagse zonder onderbroken dienst per veertiendaagse. 6.9. A2 2P

A2 2P

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : een onderbroken dienst.

Iedere werkdag van het weekend : een dienst die eindigt vóór 20 u. 01.

5/8 VROEG

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

einde < 18 u. 31

einde < 15 u. 31 of onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : dienst eindigt vóór 15 u. 31 of een onderbroken dienst.

Iedere zaterdag : dienst eindigt vóór 18 u. 31.

Aangeboden garantie 1. met uitzondering van de onderbroken dienst, nooit een dienst die eindigt na 15 u.30 in de week, nooit een dienst die eindigt na 18 u. 30 op zaterdag; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. theoretisch maximum 4 onderbroken diensten per veertiendaagse. 6.11. 5/8 Tendens LAAT

5/8 LAAT

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : dienst die eindigt tussen 15 u. 30 en 21 u.01 of een onderbroken dienst.

Iedere zaterdag : dienst eindigt tussen 15 u. 30 en 21 u. 01.

Aangeboden garantie 1. nooit een dienst die eindigt vóór 15 u.31; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. theoretisch maximum 4 onderbroken diensten per veertiendaagse. 6.12. 5/8 ALL

5/8 ALL

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

einde < 21 u. 01

einde < 21 u. 01 of onderbroken

Elke werkdag tussen maandag en vrijdag : dienst eindigt vóór 21 u. 01 of een onderbroken dienst.

Iedere zaterdag : dienst eindigt vóór 21 u. 01.

Aangeboden garantie 1. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;2. theoretisch maximum 4 onderbroken diensten per veertiendaagse;3. garantie van twee ochtenddiensten in de beurtrol per veertiendaagse, in verhouding tot het aantal voorziene werkdagen voor de te behandelen veertiendaagse (bijvoorbeeld 1 ochtenddienst voor een medewerker die een volledige week met verlof is in de veertiendaagse). 6.13. 5/8 2P

5/8 2P

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

einde < 20 u. 01

onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : een onderbroken dienst.

Iedere werkdag van het weekend : een dienst die eindigt vóór 20 u. 01.

Aangeboden garantie 1. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;2. altijd onderbroken diensten op weekdagen, behalve of feestdagen en zonder garantie tijdens de schoolvakantieperiodes, maar einde dienst vóór 20 u.01. 6.14. 5/7 Tendens VROEG

5/7 VROEG

einde < 15 u. 31 of onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : dienst eindigt vóór 15 u. 31 of een onderbroken dienst.

Aangeboden garantie 1. met uitzondering van de onderbroken dienst, nooit een dienst die eindigt na 15 u.30; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. theoretisch maximum 4 onderbroken diensten per veertiendaagse. 6.15. 5/7 Tendens LAAT

5/7 LAAT

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

einde > 15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

15 u. 30 en < 21 u. 01 of onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : dienst die eindigt tussen 15 u. 30 en 21 u.01 of een onderbroken dienst.

Aangeboden garantie 1. nooit een dienst die eindigt vóór 15 u.31; 2. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;3. theoretisch maximum 4 onderbroken diensten per veertiendaagse. 6.16. 5/7 ALL

5/7 ALL

einde < 21 u. 01 of onderbroken

Elke werkdag tussen maandag en vrijdag : dienst eindigt vóór 21 u. 01 of een onderbroken dienst.

5/7 2P

onderbroken

Iedere werkdag van maandag tot vrijdag : een onderbroken dienst.

Aangeboden garantie 1. 11 uur rust tussen 2 geplande diensten;2. altijd onderbroken diensten op weekdagen, behalve op feestdagen en zonder garantie tijdens de schoolvakantieperiodes, maar einde dienst vóór 20 u.01. 7. Samengevat - Ten minste 11 uur rust tussen 2 geplande diensten voor alle bestuurders in beurtrol.Modaliteiten behouden voor de medewerkers die in de "klassieke" 4/6 beurtrol blijven; - Invoering van de prestatieperiode Tendens VROEG, Tendens LAAT en ALL, met als scharnieruur 15 u. 30; - Instelling van een nieuwe beurtrol A2 met zo goed als een volledig weekend op twee rust; - Uitbreiding van de types beurtrollen voor vrijwilligers onderbroken diensten; - Billijke spreiding van de onderbroken diensten; - Keuze van beurtrol, van de prestatieperiode en van de mogelijkheid om in of buiten de beurtrol te werken in functie van de anciënniteit, de uitgesproken keuze en het aanbod; - Keuze vrijwilliger 2P = prioritair.

Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 2 juli 2015.

De Minister van Werk, K. PEETERS

Titel van het document:	Koninklijk besluit waarbij algemeen verbindend wordt verklaard de collectieve arbeidsovereenkomst van 9 december 2014, gesloten in het Paritair Subcomité voor het stads- en streekvervoer van het Brusselse Hoofdstedelijk Gewest, betreffende de organisatie van het werk van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder op het bovengronds net , met uitzondering van de werknemers die de functie uitoefenen van bestuurder van taxibussen (1)
Url van de betrokken pagina:	https://etaamb.openjustice.be/nl/koninklijk-besluit-van-02-juli-2015_n2016012032.html
Te verwijderen woorden:
E-mail adres:*
Opmerkingen:*
* Optionele velden

Zijn uw gegevens weergegeven op deze pagina?