gepubliceerd op 22 augustus 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
2 AUGUSTUS 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op het koninklijk besluit nr. 72 van 10 november 1967 betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 37, § 3, tweede lid, opnieuw opgenomen bij de wet van 6 februari 1976 en vervangen bij de wet van 27 december 2006;
Gelet op het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen, inzonderheid op artikel 199;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 25 april 2007;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 27 april 2007;
Gelet op het advies nr. 43.118/1 van de Raad van State, gegeven op 7 juni 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1° van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Middenstand en Onze Minister van Pensioenen, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 199 van het koninklijk besluit van 22 december 1967 houdende algemeen reglement betreffende het rust- en overlevingspensioen der zelfstandigen wordt vervangen als volgt : «
Art. 199.Met toepassing van artikel 37, § 3, tweede lid, van het koninklijk besluit nr. 72 is de verzekeringsinstelling verplicht om aan het Rijksinstituut vóór 31 december 2007 ten laatste de inventarisreserve voor de rente te storten.
Het totale bedrag dat de verzekeringsinstelling moet storten, stemt overeen met de waarde van alle polissen die zij op 1 januari 2007 om 0.00 uur in beheer heeft en die het voorwerp uitmaken of dienen uit te maken van een rechtstreekse of onrechtstreekse rente-uitkering via het Rijksinstituut.
De verzekeringsinstelling berekent de inventarisreserve voor de rente overeenkomstig de berekening van de technische voorzieningen bij de jaarrekening van het afgelopen boekjaar 2006 en deelt ten laatste op 1 september 2007 de waarde van de inventarisreserve mee aan het Rijksinstituut en aan de Directie-generaal Zelfstandigen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid.
Wanneer de verzekeringsinstelling nalaat om de waarde van de inventarisreserve mee te delen overeenkomstig de in het vorige lid voorziene procedure, dan is zij ertoe gehouden aan het Rijksinstituut het bedrag te storten dat de Directie-generaal Zelfstandigen van de Federale Overheidsdienst Sociale Zekerheid vaststelt op basis van de sterftetafels en de rentevoeten van het koninklijk besluit van 14 november 2003 betreffende de levensverzekeringsactiviteit en op basis van een inventaristoeslag op de rente van 4 %.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Art. 3.Onze Minister van Middenstand en Onze Minister van Pensioenen zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 augustus 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Middenstand, Mevr. S. LARUELLLE De Minister van Pensioenen, B. TOBBACK