gepubliceerd op 11 april 2003
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2000 tot bepaling van de algemene regels van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling
2 APRIL 2003. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 9 januari 2000 tot bepaling van de algemene regels van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 mei 1997 betreffende de coördinatie van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling, inzonderheid op artikel 4, § 2;
Gelet op het koninklijk besluit van 9 januari 2000 tot bepaling van de algemene regels van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling;
Gelet op het koninklijk besluit van 25 februari 2002 houdende oprichting van de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame ontwikkeling;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 23 januari 2003;
Gelet op het akkoord van de Minister van Begroting, gegeven op 18 maart 2003;
Gelet op het verzoek om spoedbehandeling, gemotiveerd door de omstandigheid dat er uit de artikelen 3, eerste lid, en 6 van de wet van 5 mei 1997 voortvloeit dat een tweede federaal plan inzake duurzame ontwikkeling uiterlijk drie maanden vóór het einde van de periode gedekt door het huidige plan moet worden vastgesteld; dat het eerste federaal plan inzake duurzame ontwikkeling bij het koninklijk besluit van 19 september 2000 werd vastgesteld; dat de planperiode op 19 september 2004 zal aflopen; dat artikel 4, § 2, van dezelfde wet een voorafgaande raadpleging van de bevolking over het voorontwerpplan opgesteld door de Interdepartementale Commissie voor Duurzame Ontwikkeling voorschrijft, teneinde aan deze Commissie toe te laten rekening te houden met de inbreng van de bevolking bij het opstellen van het ontwerpplan dat zij aan de Ministerraad dient voor te leggen; dat deze raadpleging uiterlijk op 1 december 2003 zou moeten starten voor het goede verloop van het voorbereidingsproces van het plan en om elke vertraging te voorkomen; dat de ervaring opgedaan bij de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van het eerste federale plan in 2000 aantoont dat de efficiëntie van deze raadpleging verbeterd kan worden via een betere voorbereiding en voorafgaande informatie van alle betrokken administratieve diensten inzake het voorwerp en de modaliteiten van de raadpleging; dat een Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame ontwikkeling bij het koninklijk besluit van 25 februari 2002 opgericht werd en heel binnenkort operationeel zal zijn; dat deze dienst met name belast is met de voorbereiding van het federale beleid inzake duurzame ontwikkeling; dat de organisatie van deze raadpleging in het kader van zijn algemene opdrachten past; dat het noodzakelijk is om het koninklijk besluit van 9 januari 2000 te wijzigen om de verantwoordelijkheid van de raadpleging van meet af aan aan de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame ontwikkeling toe te vertrouwen; dat het noodzakelijk is dat deze maatregel tijdig genomen wordt zodat de dienst de uitvoering van deze opdracht onmiddellijk kan voorbereiden en om elke verwarring over de respectievelijke verantwoordelijkheden van de verschillende administratieve actoren te vermijden; dat elke vertraging bij het nemen van deze maatregel een bijkomende vertraging van enkele maanden zou kunnen veroorzaken gezien het nakende einde van de legislatuur en dat dit nadelig zou kunnen zijn voor de goede voorbereiding van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van tweede federale plan inzake duurzame ontwikkeling;
Gelet op het advies van de Raad van State nr. 35.109/1, gegeven op 27 maart 2003, met toepassing van artikel 84, eerste lid, 2°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 1 van het koninklijk besluit van 9 januari 2000 tot bepaling van de algemene regels van de raadpleging van de bevolking over het voorontwerp van federaal plan inzake duurzame ontwikkeling, wordt het punt b) vervangen door de volgende bepaling : « b) « dienst » : de Programmatorische Federale Overheidsdienst Duurzame ontwikkeling opgericht door het koninklijk besluit van 25 februari 2002 ».
Art. 2.Artikel 3 van hetzelfde besluit wordt gewijzigd als volgt : in het tweede lid worden de woorden « Het secretariaat » vervangen door de woorden « De dienst » en worden de woorden « één exemplaar » vervangen door de woorden « twee exemplaren »; in het derde lid worden de woorden « Het secretariaat » vervangen door de woorden « De dienst ».
Art. 3.In artikel 4 van hetzelfde besluit worden de woorden « het secretariaat » vervangen door de woorden « de dienst » en worden de woorden « zestig kalenderdagen » vervangen door de woorden « negentig kalenderdagen ».
Art. 4.Onze Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer en Onze Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 2 april 2003.
ALBERT Van Koningswege : De Vice-Eerste Minister en Minister van Mobiliteit en Vervoer, Mevr. I. DURANT De Staatssecretaris voor Energie en Duurzame Ontwikkeling, O. DELEUZE