2 APRIL 1998. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 18 januari 1971 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige tandheelkundigen

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet betreffende de verplichte verzekering voor geneeskundige verzorging en uitkeringen, gecoördineerd op 14 juli 1994, inzonderheid op artikel 54, § 1, eerste lid;

Gelet op het koninklijk besluit van 18 januari 1971 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige tandheelkundigen, inzonderheid om de artikelen 2, § 1, 3, 4, 5bis, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1976, en 6, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1976;

Gelet op het advies van de Nationale Commissie tandheelkundigenziekenfondsen uitgebracht op 23 oktober 1996;

Gelet op het advies van het Comité van de verzekering voor geneeskundige verzorging van het Rijksinstituut voor ziekte- en invaliditeitsverzekering uitgebracht op 20 januari 1997;

Gelet op het advies van de Raad van State;

Op de voordracht van Onze Minister van Sociale Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.In artikel 2, § 1, van het koninklijk besluit van 18 januari 1971 tot instelling van een regeling van sociale voordelen voor sommige tandheelkundigen, worden de woorden "en hem het bewijs levert dat hij zelf een persoonlijke bijdrage betaalt met het oog op de vestiging van een of meer van de in artikel 1 bedoelde renten of pensioenen » geschrapt.

Art. 2.Artikel 3, eerste lid, van hetzelfde besluit wordt vervangen door het volgende lid : « Ieder in artikel 1 bedoelde tandheelkundige kan genieten van een door de Dienst voor geneeskundige verzorging gestorte jaarlijkse bijdrage waarvan het bedrag door Ons wordt vastgesteld op voorstel van de Nationale Commissie tandheelkundigen-ziekenfondsen. »

Art. 3.Artikel 4 van hetzelfde besluit wordt opgeheven.

Art. 4.In artikel 5bis van hetzelfde besluit, ingevoegd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1976, worden de woorden "zodat de in artikel 3 gestelde voorwaarden kunnen worden geverifieerd" geschrapt.

Art. 5.In artikel 6 van hetzelfde besluit, gewijzigd bij het koninklijk besluit van 5 mei 1976, worden de woorden "artikelen 2, 3, 5 en 5bis" vervangen door de woorden ''artikelen 2, 5 en 5bis".

Art. 6.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 januari 1998.

Art. 7.Onze Minister van Sociale Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 2 april 1998.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Sociale Zaken, Mevr. M. DE GALAN