1 SEPTEMBER 2004. - Koninklijk besluit tot vaststelling van de officiële Duitse vertaling van de hoofdstukken II, III en IV van het koninklijk besluit van 5 juni 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke instellingen van de Staat en het koninklijk besluit van 22 januari 2003 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de wetenschappelijke instellingen van de Staat en dat diverse wijzigingen aanbrengt in de personeelsstatuten van de wetenschappelijke instellingen van de Staat

ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 31 december 1983 tot hervorming der instellingen voor de Duitstalige Gemeenschap, inzonderheid op artikel 76, § 1, 1°, en § 3, vervangen bij de wet van 18 juli 1990;

Gelet op het ontwerp van officiële Duitse vertaling van de hoofdstukken II, III en IV van het koninklijk besluit van 5 juni 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke instellingen van de Staat en het koninklijk besluit van 22 januari 2003 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de wetenschappelijke instellingen van de Staat en dat diverse wijzigingen aanbrengt in de personeelsstatuten van de wetenschappelijke instellingen van de Staat, opgemaakt door de Centrale dienst voor Duitse vertaling bij het Adjunct-arrondissementscommissariaat in Malmedy;

Op de voordracht van Onze Minister van Binnenlandse Zaken, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde tekst is de officiële Duitse vertaling van de hoofdstukken II, III en IV van het koninklijk besluit van 5 juni 2004 tot wijziging van het koninklijk besluit van 20 april 1965 betreffende het statuut der wetenschappelijke instellingen van de Staat, het koninklijk besluit van 21 april 1965 tot vaststelling van het statuut van het wetenschappelijk personeel der wetenschappelijke instellingen van de Staat en het koninklijk besluit van 22 januari 2003 betreffende de aanduiding en de uitoefening van de managementfuncties in de wetenschappelijke instellingen van de Staat en dat diverse wijzigingen aanbrengt in de personeelsstatuten van de wetenschappelijke instellingen van de Staat.

Art. 2.Onze Minister van Binnenlandse Zaken is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Brussel, 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL

Bijlage FÖDERALER ÖFFENTLICHER PROGRAMMIERUNGSDIENST WISSENSCHAFTSPOLITIK 5. JUNI 2004 - Königlicher Erlass zur Abänderung des Königlichen Erlasses vom 20.April 1965 über das Statut der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates, des Königlichen Erlasses vom 21. April 1965 zur Festlegung des Statuts des wissenschaftlichen Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates und des Königlichen Erlasses vom 22. Januar 2003 über die Bestimmung und die Ausübung der Managementfunktionen in den wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates und zur Abänderung verschiedener Bestimmungen in Bezug auf das Statut des Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates ALBERT II., König der Belgier, Allen Gegenwärtigen und Zukünftigen, Unser Gruss! Aufgrund der Artikel 37 und 107 Absatz 2 der Verfassung;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 20. April 1965 über das Statut der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates, insbesondere des Artikels 5, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 10. Mai 1995 und 26. Mai 1999;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 21. April 1965 zur Festlegung des Statuts des wissenschaftlichen Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates, insbesondere des Artikels 18, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 19. November 1991, 4. Februar 1998, 19. April 1999, 9.Juni 1999 und 22. Januar 2003;

Aufgrund des Königlichen Erlasses vom 22. Januar 2003 über die Bestimmung und die Ausübung der Managementfunktionen in den wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates und zur Abänderung verschiedener Bestimmungen in Bezug auf das Statut des Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 27. Februar 2003;

Aufgrund der Stellungnahme der Föderalen Interministeriellen Kommission für Wissenschaftspolitik vom 13. März 2003 und 17. November 2003;

Aufgrund der Stellungnahme der Finanzinspektion vom 13. März 2003, 15.

Oktober 2003 und 28. November 2003;

Aufgrund der Protokolle Nr. 121/1 vom 8. Juli 2003 und Nr. 123/1 vom 17. Februar 2004 des Sektorenausschusses I - Allgemeine Verwaltung; Aufgrund der am 12. Januar 1973 koordinierten Gesetze über den Staatsrat, insbesondere des Artikels 3 § 1, abgeändert durch die Gesetze vom 9. August 1980, 16. Juni 1989, 4. Juli 1989 und 4. August 1996;

Aufgrund der Dringlichkeit;

In der Erwägung, dass die Erstellung des Statuts des Personals, das mit Managementfunktionen beauftragt ist, und des wissenschaftlichen Personals, einschliesslich des Personals mit leitender Funktion, dem für Wissenschaftspolitik zuständigen Minister anvertraut werden sollte, damit die Verwaltung der Einrichtungen übersichtlicher wird;

In der Erwägung, dass die durch den oben erwähnten Königlichen Erlass vom 22. Januar 2003 erfolgte Anpassung an der Weise, wie leitende Funktionen zugewiesen werden, eine diskriminierende Massnahme in Sachen Diplome eingeführt hat zwischen Bewerbern, die Mitglied des wissenschaftlichen Personals einer wissenschaftlichen Einrichtung sind, und externen Bewerbern, und dass diese Massnahme mit Wirksamkeit ab dem Datum des In-Kraft-Tretens des oben erwähnten Erlasses gestrichen werden muss;

In der Erwägung, dass der Begriff Personalplan auf die Einrichtungen auszudehnen ist;

In der Erwägung, dass die wissenschaftliche Erfahrung, über die Bewerber für eine Managementfunktion -1 verfügen müssen, für eine bessere juristische Klarheit im Text selbst des Königlichen Erlasses über die Bestimmung und die Ausübung der Managementfunktionen angegeben werden muss;

In der Erwägung, dass alle diese Abänderungen so schnell wie möglich erfolgen müssen, damit der wissenschaftliche öffentliche Dienst weiter effizient funktionieren kann;

In der Erwägung, dass diese Bestimmungen daher dringend in Kraft treten müssen;

Auf Vorschlag Unseres Ministers der Wissenschaftspolitik und Unseres Ministers des Öffentlichen Dienstes und aufgrund der Stellungnahme Unserer Minister, die im Rat darüber beraten haben, Haben Wir beschlossen und erlassen Wir: (...) KAPITEL II - Abänderung des Königlichen Erlasses vom 21. April 1965 zur Festlegung des Statuts des wissenschaftlichen Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates Art. 2 - Artikel 18 des Königlichen Erlasses vom 21. April 1965 zur Festlegung des Statuts des wissenschaftlichen Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates, abgeändert durch die Königlichen Erlasse vom 19. November 1991, 4. Februar 1998, 19. April 1999, 9. Juni 1999 und 22. Januar 2003, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Art. 18 - § 1 - Der König nimmt die Ernennungen in die leitenden Funktionen der Stufen II und III vor, die bei Vakanz erfolgen. § 2 - Um in eine in § 1 erwähnte leitende Funktion ernannt zu werden, müssen Bewerber, die Mitglied des wissenschaftlichen Personals einer der in Artikel 1 erwähnten Einrichtungen sind, folgende Bedingungen erfüllen: 1. entweder Inhaber des Diploms eines Doktors sein, das nach der öffentlichen Verteidigung einer Dissertation an einer Universität oder einer Einrichtung, die von einer der Gemeinschaften mit einer Universität gleichgesetzt ist, oder vor einem vom Staat oder von einer der Gemeinschaften für die Verleihung der akademischen Grade eingesetzten Prüfungsausschuss verliehen wird, oder vor dem Prüfungsausschuss den in Artikel 11 Nr.2 erwähnten Nachweis erbracht haben, 2. die besondere wissenschaftliche Eignung besitzen, die vom Rat vor der in Artikel 19 erwähnten Bekanntmachung festgelegt wird, 3.um Zugang zu Stufe II zu haben, mindestens Rang B der wissenschaftlichen Laufbahn erreicht haben, 4. um Zugang zu Stufe III zu haben, in Rang A derselben Laufbahn bestätigt sein. § 3 - Um in eine in § 1 erwähnte leitende Funktion ernannt zu werden, müssen Bewerber, die nicht Mitglied des wissenschaftlichen Personals einer der in Artikel 1 erwähnten Einrichtungen sind, folgende Bedingungen erfüllen: 1. Inhaber des Diploms eines Doktors sein, das nach der öffentlichen Verteidigung einer Dissertation an einer Universität oder einer Einrichtung, die von einer der Gemeinschaften mit einer Universität gleichgesetzt ist, oder vor einem vom Staat oder von einer der Gemeinschaften für die Verleihung der akademischen Grade eingesetzten Prüfungsausschuss verliehen wird. Bei Ernennung eines Bürgers eines Mitgliedstaates des Europäischen Wirtschaftsraums muss der Rat vorab gemäss dem in Anlage I Kapitel II § 2 zum Königlichen Erlass vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten definierten Verfahren oder gemäss jeder anderen Bestimmung, die diese Bestimmungen ersetzen sollte, die Gültigkeit des von dem Bewerber vorgelegten akademischen Grades überprüfen, 2. die besondere wissenschaftliche Eignung besitzen, die vom Rat vor der in Artikel 19 erwähnten Bekanntmachung festgelegt wird, 3.die in Artikel 7 bestimmten Bedingungen erfüllen mit Ausnahme der Bedingungen in Bezug auf Diplom und Eignung, 4. um Zugang zu Stufe II zu haben, den Nachweis eines wissenschaftlichen Dienstalters im Sinne von Artikel 5, das vom Rat für die Funktion als ausreichend angesehen wird, erbringen, insofern derselbe Rat eine Mindestdauer von zwölf Jahren mit Vollzeitleistung annimmt, von denen sechs Jahre nach Erhalt des in Nr.1 erwähnten Diploms liegen, 5. um Zugang zu Stufe III zu haben, den Nachweis eines wissenschaftlichen Dienstalters im Sinne von Artikel 5, das vom Rat für die Funktion als ausreichend angesehen wird, erbringen, insofern derselbe Rat eine Mindestdauer von sechs Jahren mit Vollzeitleistung annimmt, die nach Erhalt des in Nr.1 erwähnten Diploms liegen. § 4 - Bedienstete, die aufgrund von § 3 in eine leitende Funktion ernannt werden, dürfen für ihre weitere Laufbahn auf günstige und mit Gründen versehene Stellungnahme des Prüfungsausschusses hin mit Bediensteten gleichgestellt werden, die in Rang B der wissenschaltlichen Laufbahn eingestuft sind. » KAPITEL III - Abänderung des Königlichen Erlasses vom 22. Januar 2003 über die Bestimmung und die Ausübung der Managementfunktionen in den wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates und zur Abänderung verschiedener Bestimmungen in Bezug auf das Statut des Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates Art. 3 - Artikel 6 § 1 Absatz 5 des Königlichen Erlasses vom 22.

Januar 2003 über die Bestimmung und die Ausübung der Managementfunktionen in den wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates und zur Abänderung verschiedener Bestimmungen in Bezug auf das Statut des Personals der wissenschaftlichen Einrichtungen des Staates, abgeändert durch den Königlichen Erlass vom 27. Februar 2003, wird durch folgende Bestimmung ersetzt: « Zudem muss der Bewerber für eine Managementfunktion -1 als Inhaber eines Abschlussdiploms oder eines Masterdiploms, das von einer Universität oder einer Einrichtung, die von einer der Gemeinschaften mit einer Universität gleichgesetzt ist, oder von einem vom Staat oder von einer der Gemeinschaften für die Verleihung der akademischen Grade eingesetzten Prüfungsausschuss verliehen wird, über wissenschaftliche Erfahrung verfügen.

Bei Ernennung eines Bürgers eines Mitgliedstaates des Europäischen Wirtschaftsraums, der Inhaber eines in Absatz 5 erwähnten Diploms ist, muss der Rat vorab gemäss dem in Anlage I Kapitel II § 2 zum Königlichen Erlass vom 2. Oktober 1937 zur Festlegung des Statuts der Staatsbediensteten definierten Verfahren die Gültigkeit des von dem Bewerber vorgelegten Diploms überprüfen. » KAPITEL IV - Schlussbestimmungen Art. 4 - Vorliegender Erlass tritt am Tag seiner Veröffentlichung im Belgisches Staatsblatt in Kraft, mit Ausnahme der Artikel 2 und 3, die mit 30. Januar 2003 wirksam werden.

Art. 5 - Unsere Minister und Unsere Staatssekretäre sind, jeder für seinen Bereich, mit der Ausführung des vorliegenden Erlasses beauftragt.

Gegeben zu Brüssel, den 5. Juni 2004 ALBERT Von Königs wegen: Die Ministerin der Wissenschaftspolitik Frau F. MOERMAN Die Ministerin des Öffentlichen Dienstes Frau M. ARENA Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 september 2004.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Binnenlandse Zaken, P. DEWAEL