gepubliceerd op 05 april 2007
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend
1 MAART 2007. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet op de ziekenhuizen, gecoördineerd op 7 augustus 1987, inzonderheid op artikel 46 gewijzigd bij de wet van 14 januari 2002;
Gelet op het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 1967, 19 maart 1970, 21 november 1972, 15 mei 1975, 30 juli 1986 en 21 april 1987;
Gelet op het advies van de Nationale Raad voor Ziekenhuisvoorzieningen, afdeling Financiering, gegeven op 9 november 2006;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 15 december 2006;
Gelet op de akkoordbevinding van Onze Minister van Begroting van 21 december 2006;
Gelet op advies nr. 42.069/3 van de Raad van State, gegeven op 23 janvier 2007, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de gecoördineerde wetten op de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Volksgezondheid en op advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.In artikel 3 van het koninklijk besluit van 13 december 1966 tot bepaling van het percentage van de toelagen voor de opbouw, de herconditionering, de uitrusting en de apparatuur van de ziekenhuizen en van zekere voorwaarden waaronder ze worden verleend, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 1 september 1967, 19 maart 1970, 21 november 1972, 15 mei 1975, 30 juli 1986 en 21 april 1987, worden de volgende wijzigingen aangebracht : 1° in § 1 wordt tussen de vermelding 'vastgesteld op' en '60 pct' de vermelding 'maximum' ingevoegd;2° een § 1bis wordt ingevoegd luidend als volgt : § 1bis.In afwijking op § 1, eerste lid, kan het bedrag van de toelagen voor het uitvoeren van de in artikel 1 bedoelde werken worden vastgesteld op maximum 10 % van de kostprijs van de werken, leveringen en diensten indien deze als prioritair worden beschouwd.
Voor de toepassing van het eerste lid worden als prioritair beschouwd : 1° voor wat betreft de algemene ziekenhuizen met uitzondering van de geïsoleerde Sp-diensten : a) investeringen die noodzakelijk zijn om aan nieuwe erkenningsnormen te voldoen;b) investeringen die leiden tot een rationalisering van het zorgaanbod.Het betreft meerbepaald : - investeringen die het gevolg zijn van interne herstructureringsmaatregelen die leiden tot een concentratie van activiteiten of een beperking van het aantal vestigingsplaatsen; - investeringen die het gevolg zijn van herstructureringsmaatregelen in het kader van een juridische geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst tussen 2 of meerdere ziekenhuizen die leiden tot een concentratie van activiteiten en/of een beperking van het aantal vestigingsplaatsen; - investeringen die het gevolg zijn van een specialisatie van activiteiten in het kader van een juridisch geformaliseerde samenwerkingsovereenkomst tussen twee of meerdere ziekenhuizen.
Bedoelde overeenkomst wordt in het bijzonder aangegaan met het oog op de gezamenlijke inrichting en uitbating van een zorgprogramma, een ziekenhuisdienst of ziekenhuisfunctie in toepassing van de vigerende programmatie- en erkenningsnormen; c) investeringen inzake daghospitalisatie;d) investeringen die de toegankelijkheid en het comfort van de patiënt bevorderen;2° voor wat betreft de geïsoleerde Sp-diensten en de psychiatrische ziekenhuizen : a) investeringen die leiden tot een rationalisering van het aantal vestigingsplaatsen;b) investeringen noodzakelijk om akkoorden die in het kader van de herstructurering van de sector werden verleend, te concretiseren;c) investeringen met het oog op een uitbreiding die noodzakelijk is voor een toename van de activiteit;d) investeringen die de toegankelijkheid en het comfort van de patiënt bevorderen. 3° § 2 wordt aangevuld met een tweede lid luidend als volgt : 'In afwijking op het eerste lid kan de Minister van Volksgezondheid voor het ziekenhuis of per dienst de basis en tarieven vaststellen volgens welke de maximumkostprijs wordt bepaald die voor betoelaging in aanmerking kan komen en dit afzonderlijk voor de werken, de uitrusting en de apparatuur.'.
Art. 2.Onze Minister van Volksgezondheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 maart 2007.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Volksgezondheid, R. DEMOTTE