Etaamb.openjustice.be
Koninklijk Besluit van 01 maart 2000
gepubliceerd op 29 april 2000

Koninklijk besluit tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij DE POST

bron
ministerie van verkeer en infrastructuur
numac
2000014103
pub.
29/04/2000
prom.
01/03/2000
ELI
eli/besluit/2000/03/01/2000014103/staatsblad
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

1 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij DE POST


ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.

Gelet op de wet van 21 maart 1991 betreffende de hervorming van sommige economische overheidsbedrijven;

Gelet op de wet van 10 april 1995 betreffende de herverdeling van de arbeid in de openbare sector, gewijzigd bij de wet van 3 december 1997, inzonderheid op artikel 12;

Gelet op de beraadslaging van de raad van bestuur van DE POST van 22 december 1999;

Gelet op de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij DE POST afgesloten in het Paritair Comité op 20 januari 2000;

Gelet op het advies van de Inspectie van Financiën, gegeven op 3 februari 2000;

Op de voordracht van Onze Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties en op het advies van Onze in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :

Artikel 1.De bij dit besluit gevoegde overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij DE POST, afgesloten in het Paritair Comité van DE POST, is goedgekeurd.

Art. 2.Onze Minister van Telecommunicatie is belast met de uitvoering van dit besluit.

Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.

ALBERT Van Koningswege : De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS

Bijlage DE POST Dienstengroep Personeel Personeelsbeheer (Departement 3.5) OVEREENKOMST TER INVOERING VAN EEN BEDRIJFSPLAN TOT HERVERDELING VAN DE ARBEID BIJ DE POST Tussen het autonoom overheidsbedrijf DE POST, vertegenwoordigd door : de heer Verkaeren, P., bestuurder-directeur, de heer Job, F., bestuurder-directeur, enerzijds, en de representatieve vakorganisaties : - de Algemene Centrale der Openbare Diensten (A.C.O.D.), vertegenwoordigd door de heer T. Heremans, algemeen secretaris - de Centrale Générale des Services Publics (C.G.S.P.), vertegenwoordigd door de heer J.C. Balland, algemeen secretaris - de Christelijke Vakbond van Communicatiemiddelen en Cultuur (C.V.C.C.), vertegenwoordigd door de heer E. De Naeyer, algemeen secretaris - het Syndicat Chrétien des Communications et de la Culture (S.C.C.C.), vertegenwoordigd door de heer R. Herbiet, algemeen secretaris - het Vrij Syndicaat voor het Openbaar Ambt/Le Syndicat Libre de la Fonction Publique (V.S.O.A/S.L.F.P.), vertegenwoordigd door de heer H. Temmerman, nationale voorzitter, anderzijds, wordt overeengekomen inzake de herverdeling van de arbeid bij DE POST : 1. Doel van de overeenkomst DE POST, bij de RSZ ingeschreven onder het nummer 350-6852-07 (Nederlandstalig) en 350-2651-97 (Franstalig), verbindt zich tot het nemen van de hiernavolgende maatregelen, onder de opschortende voorwaarden van : 1° de goedkeuring bij koninklijk besluit van dit bedrijfsplan, inbegrepen de vervangende aanwervingen; 2° het bekomen van de wettelijk voorziene vermindering van de werkgeversbijdragen voor de R.S.Z. 1.1. Loopbaanonderbreking 1.1.1. Statutair personeel 1.1.1.1. Beginselen a) Het recht op voltijdse loopbaanonderbreking voor alle personeelsleden wordt bevestigd. De totale duur van de periode waarop men recht heeft, bedraagt zes jaar bij toepassing van het artikel 2 van het koninklijk besluit van 07.04.1995 (betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen aan de statutaire personeelsleden van de overheidsbedrijven). b) Ook het recht op de halftijdse loopbaanonderbreking bestaat. Indien ze aangevraagd wordt vanaf de leeftijd van 50 jaar heeft ze wel tot gevolg dat de ambtshalve pensionering volgt op de eerste dag van de maand volgende op de 60ste verjaardag. 1.1.1.2. Toepassingsbepalingen Zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 07.04.1995, met inbegrip van de aanvullende bepalingen zoals deze opgenomen in het koninklijk besluit van 28.02.1991 betreffende de onderbreking van de beroepsloopbaan in de besturen en andere diensten van de ministeries, alsmede de koninklijke besluiten die deze bepalingen wijzigen of vervangen. 1.1.2. Contractueel personeel 1.1.2.1. Beginselen De personeelsleden tewerkgesteld met een arbeidsovereenkomst van onbepaalde duur, met minstens 1 jaar dienst en op voorwaarde dat er in de arbeidsovereenkomst geen andersluidende bepaling werd opgenomen, hebben recht op de loopbaanonderbreking.

Het contractueel personeel kan zijn overeenkomst voor voltijdse of voor deeltijdse arbeid schorsen of kan zijn voltijdse of minstens driekwart prestaties verminderen tot een halftijdse arbeidsregeling. 1.1.2.2. Toepassingsbepalingen Zijn vastgelegd in het koninklijk besluit van 02.01.1991 (inbegrepen de latere wijzigingen) betreffende de toekenning van onderbrekingsuitkeringen. 1.1.3. Vervanging Vervangingen zullen gebeuren bij toepassing van de bovenvermelde besluiten en de wet van 10.04.1995. 1.2. Verlof voorafgaand aan de pensionering (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voorafgaand aan het rustpensioen) 1.2.1. Beginselen Statutaire personeelsleden kunnen op hun verzoek verlof voorafgaand aan de pensionering (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voorafgaand aan het rustpensioen) bekomen 1.2.2. Toepassingsbepalingen. a. In vast verband benoemd zijn;b. Minstens 57 jaar oud zijn;c. Dertig dienstjaren tellen die in aanmerking kunnen worden genomen voor de toekenning van een pensioen in de openbare sector;d. Titularissen van een onvolledige dienst hebben ook recht op het verlof voorafgaand aan het rustpensioen;e. De ambtshalve pensionering volgt op de eerste dag van de maand volgend op de 60ste verjaardag;f. De rechten op weddeverhoging blijven behouden;g. Geen enkele winstgevende activiteit mag door het personeelslid worden uitgevoerd tijdens deze periode;h. Het personeelslid dient zijn tegoed aan verlof en/of rust aan te zuiveren vóór de aanvang van het verlof voorafgaand aan de pensionering of er uitdrukkelijk aan te verzaken;i. De personeelsleden die 57 jaar oud zijn, in de loop van het jaar 2000, kunnen het verlof voorafgaand aan de pensionering vragen op de volgende data : 1.op 1 september 2000, als ze de leeftijd van 57 jaar bereikt hebben, vóór deze datum; 2. op 1 januari 2001 als ze de leeftijd van 57 jaar bereikt hebben na 31 augustus 2000. j. Inhoudingen : Wat de personeelsleden betreft is het wachtgeld (behoudens wettelijke of reglementaire wijzigingen), onderworpen aan een inhouding voor de R.S.Z. en aan een bijdrage voor het Fonds voor Overlevingspensioenen, aan de bedrijfsvoorheffing, alsook aan de bijzondere inhouding voor de sociale zekerheid. De bedrijfsvoorheffing zal bepaald worden volgens de fiscale schaal van toepassing op de pensioenen; k. Verkeersvoordelen : Het personeelslid met verlof voorafgaand aan de pensionering, wordt beschouwd als zijnde gepensioneerd;l. Vergoedingen en toelagen : De haard- of standplaatstoelage wordt niet toegekend.Het vakantiegeld vervalt. De eindejaarstoelage wordt verder uitbetaald. 1..2.3. Wachtgeld a) Het wachtgeld bij volledige of gelijkgestelde prestaties : Het wachtgeld betaald gedurende het verlof voorafgaand aan de pensionering wordt op dezelfde wijze berekend als een rustpensioen, met dit verschil evenwel dat hier de laatste wedde voor volledige prestaties in aanmerking wordt genomen en dat met de tijdsbonificatie voor de behaalde diploma' s geen rekening wordt gehouden. Het wachtgeld voor alle personeelsleden met volledige prestaties moet minstens 70 % van de laatste brutowedde voor volledige prestaties bedragen. Het mag echter de 75 % niet overschrijden.

Het wachtgeld zal ook minstens 70 % van de laatste brutowedde voor volledige prestaties bedragen als er voor de berekening van het rustpensioen 30 of meer volledige dienstjaren verworven zijn door het personeelslid. b) Het wachtgeld bij een loopbaan met onvolledige prestaties : Het betreft die personeelsleden die voor de berekening van het rustpensioen geen 30 volledige dienstjaren tellen. Hier wordt het koninklijk besluit nr. 206 van 29 augustus 1983 tot regeling van de berekening van het pensioen van de openbare sector voor diensten met onvolledige opdracht toegepast.

Hierbij wordt het percentage van 70 % voorzien voor het wachtgeld, evenredig verminderd volgens de verhouding : werkelijk gepresteerde diensten dezelfde diensten met volledige prestaties DE POST zal eenzelfde evenredige vermindering van het wachtgeld toepassen voor de berekening van het wachtgeld voor personeelsleden die : - met loopbaanonderbreking waren, welke niet in aanmerking kwam voor de pensioenberekening; - met verlof waren wegens persoonlijke aangelegenheid; - met disponibiliteit waren wegens persoonlijke aangelegenheid; - in non-activiteit of verlof voor verminderde prestaties wegens persoonlijke aangelegenheid waren. 1.2.4. Vervanging DE POST verbindt zich om 200 personeelsleden aan te werven ter compensatie van de personeelsleden die met verlof voorafgaand aan de pensionering vertrekken, zoals bepaald in punt 1.1.3.

De vervangingen mogen ook gebeuren door de aanwerving van twee personeelsleden tewerkgesteld voor dezelfde totale duur als het personeelslid dat verlof voorafgaand aan de pensionering bekomt. 1.2.5. Indienen van de aanvragen De aanvragen voor het verlof voorafgaand aan de pensionering moeten vóór 1 maart 2000 ingediend worden. 1.3. Vrijwillige deeltijdse arbeid 1.3.1. Verruiming van de verschillende mogelijkheden Buiten de systemen van verminderde prestaties voor de helft of drie vierden zullen het statutair personeel en de contractuelen van onbepaalde duur (uitgezonderd een tegengestelde contractuele bepaling) op eigen verzoek deeltijdse prestaties "vier vijfden", met een weddecomplement, kunnen bekomen zoals voorzien in het art. 7 van de wet van 10 april 1995. Het stelsel van het weddecomplement blijft behouden.

Naast de vervanging door contractuelen, zullen onvolledige vaste diensten voor statutairen (met deeltijdse prestaties) worden opgericht. 1.3.2. Weddecomplement DE POST betaalt verder aan het personeelslid, met deeltijdse arbeid vier vijfden, een weddecomplement van 3 250 BEF (waarop de voorziene inhoudingen worden verricht vermits het integraal deel uitmaakt van de wedde). Dit bedrag blijft gekoppeld aan de index. 1.3.3. Vervangingen Ter compensatie, zullen 200 personeelsleden worden aangeworven. 2. Financiering De financiering zal gebeuren door : - de verhoging van de productiviteit bij elk personeelslid; - de beperking van het aantal overuren.

Deze maatregelen moeten een jaarlijkse besparing van één miljard BEF opleveren. 3. Resultaatsverbintenis De vermindering van het aantal betrekkingen, noodzakelijk om de competitiviteit te verzekeren, zal gemilderd worden door de gevolgen van het Bedrijfsplan. De netto-aangrooi van het aantal personeelsleden, als gevolg van de arbeidsherverdelende maatregelen van het Bedrijfsplan wordt als volgt bepaald : 3.1. Deeltijdse loopbaanonderbreking Aantal vervangende aanwervingen : 350 personen. 3.2. Voltijdse loopbaanonderbreking Aantal vervangende aanwervingen : 550 personen. 3.3. Verlof voorafgaand aan het rustpensioen (terbeschikkingstelling wegens persoonlijke aangelegenheid voorafgaand aan de pensionering) Aantal vervangende aanwervingen : 200 personen. 3.3. Verlof voor verminderde prestaties 4/5e met weddecomplement Aantal vervangende aanwervingen : 200 personen.

Totaal aantal te voorziene aanwervingen voor de verschillende maatregelen : 350 + 550 + 200 + 200 = 1300 4. Geldigheidsduur De overeenkomst treedt in werking op 1 januari 2000.Ze blijft van toepassing tot en met 31 december 2000 inbegrepen.

Voor DE POST : (Get.) P. VERKAEREN, bestuurder-directeur. (Get.) F. JOB, bestuurder-directeur.

Voor de vakorganisaties : Voor de C.G.S.P., Voor de C.V.C.C., Voor het V.S.O.A.-S.L.F.P., (Get.) J.C. BALLAND. (Get.) E. DE NAEYER. (Get.) H. TEMMERMAN Voor de A.C.O.D., Voor de S.C.C.C., (Get.) T. HEREMANS. (Get.) R. HERBIET. Gezien om te worden gevoegd bij het koninklijk besluit van 1 maart 2000 tot goedkeuring van de overeenkomst tot invoering van een bedrijfsplan tot herverdeling van de arbeid bij DE POST. De Minister van Telecommunicatie en Overheidsbedrijven en Participaties, R. DAEMS.

^