gepubliceerd op 14 maart 2000
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf
1 MAART 2000. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 6 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf (1)
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 5 december 1968 betreffende de collectieve arbeidsovereenkomsten en de paritaire comités, inzonderheid op de artikelen 35 en 36;
Gelet op het koninklijk besluit van 6 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf;
Gelet op het in het Belgisch Staatsblad van 20 december 1996 bekendgemaakte bericht;
Gelet op het advies van de Raad van State;
Op de voordracht van Onze Minister van Werkgelegenheid, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Het opschrift van het koninklijk besluit van 6 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettingsbedrijf wordt vervangen door het volgende opschrift : « Koninklijk besluit tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor de textielverzorging".
Art. 2.Artikel 1 van het koninklijk besluit van 6 maart 1973 tot oprichting en tot vaststelling van de benaming en van de bevoegdheid van het Paritair Comité voor het wasserij-, ververij- en ontvettings-bedrijf wordt vervangen door de volgende bepalingen : «
Artikel 1.Er wordt een paritair comité opgericht, genaamd "Paritair Comité voor de textielverzorging".
Art. 2.Het Paritair Comité voor de textielverzorging is bevoegd voor de werknemers die hoofdzakelijk handarbeid verrichten en hun werkgevers, waarvan de ondernemingsactiviteit, in het kader van het onderhoud van textiel of kleding, hoofdzakelijk bestaat uit één of meer van de volgende activiteiten : 1° sorteren, wassen, droogkuisen, verven, herstellen, strijken, ongeacht het aangewende procédé;2° verhuren, met of zonder handel, van linnen, werkkleding, meubelbekleding, tapijten of apparaten voor hygiënische handverzorging;3° verhuren, met of zonder handel, of steriliseren van textiel of medische materieel, voor zover deze niet erkend zijn als geneesmiddel;4° steriliseren van linnen, kleding, meubelkleding;5° uitbaten van een wassalon, een wasserette, een zelfbedieningszaak, een automatische zelfbedieningszaak of een depot.»
Art. 3.Artikel 2 van hetzelfde besluit wordt artikel 3.
Art. 4.Onze Minister van Werkgelegenheid is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Châteauneuf-de-Grasse, 1 maart 2000.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Werkgelegenheid, Mevr. L. ONKELINX _______ Nota's (1) Verwijzingen naar het Belgisch Staatsblad : Wet van 5 december 1968, Belgisch Staatsblad van 15 januari 1969. Koninklijk besluit van 6 maart 1973, Belgisch Staatsblad van 17 maart 1973.