gepubliceerd op 10 juli 2012
Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van den staat
1 JULI 2012. - Koninklijk besluit tot wijziging van het koninklijk besluit van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van den staat
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de artikelen 37 en 107, tweede lid, van de Grondwet;
Gelet op het koninklijk besluit van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van den Staat;
Gelet op het advies van de Inspecteur van Financiën, gegeven op 13 maart 2012;
Gelet op de akkoordbevinding van de Minister van Begroting, gegeven op 25 april 2012;
Gelet op het protocol nr. 663 van 30 mei 2012 van het Comité van de federale, de gemeenschaps- en de gewestelijke overheidsdiensten;
Gelet op advies 51.341/2 van de Raad van State, gegeven op 30 mei 2012, met toepassing van artikel 84, § 1, eerste lid, 1°, van de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973;
Op de voordracht van de Minister belast met Ambtenarenzaken en de Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken en op het advies van de in Raad vergaderde Ministers, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.Artikel 3 van het koninklijk besluit van 12 mei 1927 betreffende de ouderdom van de oppensioenstelling van de ambtenaren, de beambten en het dienstpersoneel van den staat, gewijzigd bij de koninklijke besluiten van 7 april 1977, 13 september 1989 en 3 februari 2003, wordt vervangen als volgt : « Het in activiteit blijven boven de leeftijd van 65 jaar kan worden toegelaten door de leidend ambtenaar op aanvraag van de ambtenaar. De beslissing wordt met redenen omkleed. De periode van in activiteit blijven wordt bepaald voor de maximumduur van één jaar. Deze kan worden hernieuwd.
De Minister tot wiens bevoegdheid de Ambtenarenzaken behoren bepaalt de procedure. »
Art. 2.Onze Ministers zijn, ieder wat hem betreft, belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 juli 2012.
ALBERT Van Koningswege : De Minister belast met Ambtenarenzaken, S. VANACKERE De Staatssecretaris voor Ambtenarenzaken, H. BOGAERT