gepubliceerd op 05 maart 1999
Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van siervoorwerpen, scherts- en fopartikelen, sierlampen en andere producten die vloeibare stoffen of preparaten bevatten
1 FEBRUARI 1999. - Koninklijk besluit betreffende de veiligheid van siervoorwerpen, scherts- en fopartikelen, sierlampen en andere producten die vloeibare stoffen of preparaten bevatten
ALBERT II, Koning der Belgen, Aan allen die nu zijn en hierna wezen zullen, Onze Groet.
Gelet op de wet van 9 februari 1994 betreffende de veiligheid van de consumenten, inzonderheid op artikel 4;
Gelet op de richtlijn 97/64/EG van de Commissie van 10 november 1997 houdende vierde aanpassing aan de technische vooruitgang van bijlage I van Richtlijn 76/769/EEG van de Raad betreffende de onderlinge aanpassing van de wettelijke en bestuursrechtelijke bepalingen der lidstaten inzake de beperking van het op de markt brengen en van het gebruik van bepaalde gevaarlijke stoffen en preparaten (lampolie);
Overwegende dat bekend is dat bepaalde van deze gevaarlijke stoffen en preparaten in de vorm van oliën, ingedeeld in de groep "gevaar bij inademing", met name bij kleuring, een risico vormen voor de menselijke gezondheid en in het bijzonder voor jonge kinderen, vooral wanneer zij gebruikt worden in sierlampen;
Overwegende dat het op de markt brengen van dergelijke gekleurde oliën voor gebruik in sierlampen moet worden beperkt;
Overwegende dat de beperkingen van het op de markt brengen van dergelijke gekleurde oliën, rekening houden met de huidige stand van de kennis en technieken betreffende veiligere alternatieven;
Overwegende dat ook producten gevuld met gevaarlijk stoffen en die aantrekkelijk kunnen zijn voor kinderen zware ongevallen kunnen veroorzaken;
Gelet op de adviesaanvraag van 10 augustus 1998 aan de Commissie voor de veiligheid van de consumenten;
Gelet op artikel 4 van de wet van 9 februari 1994 en het feit dat de termijn waarbinnen de Commissie voor de veiligheid van de consumenten haar advies moet verlenen is verstreken;
Gelet op het feit dat de producenten gehoord werden bij de opstelling van de richtlijn;
Gelet op de kennisgeving aan de Europese Commissie referte 98/0423/B;
Gelet op de wetten op de Raad van State, gecoördineerd op 12 januari 1973, inzonderheid op artikel 3, §1, vervangen door de wet van 4 juli 1989 en gewijzigd bij de wet van 4 augustus 1996;
Gelet op de dringende noodzakelijkheid;
Overwegende dat de richtlijn 97/64/EG van de Commissie van 10 november 1997 in Belgisch recht diende omgezet te zijn op 30 juni 1998 en dat deze bepalingen uiterlijk op 31 december 1998 in werking moeten treden; dat het dringend noodzakelijk is zonder uitstel de nodige maatregelen te nemen om te vermijden dat de aansprakelijkheid van de Belgische Staat in het gedrang zou komen;
Op de voordracht van Onze Minister van Economie, Hebben Wij besloten en besluiten Wij :
Artikel 1.De stoffen die vermeld worden in de bijlage bij dit besluit mogen niet als zodanig of in de vorm van preparaten worden gebruikt : - in siervoorwerpen bestemd om licht-of kleureffecten te verkrijgen door verschillende fasen, bijvoorbeeld in sfeerlampen en asbakken; - in scherts- en fopartikelen; - in spelen voor een of meer personen of in alle voorwerpen die bestemd zijn om als zodanig te worden gebruikt, zelfs als deze fungeren als siervoorwerp; - in producten die voor kinderen aantrekkelijk kunnen zijn.
Art. 2.Onverminderd artikel 1 mogen stoffen en preparaten die : - gevaarlijk zijn bij inademing en met R65 worden gekenmerkt, en - als brandstof in sierlampen kunnen worden gebruikt en - in een verpakking met een capaciteit van 15 liter of minder op de markt worden gebracht geen kleurstof, tenzij dat om fiscale redenen vereist is, noch geurstof bevatten.
Art. 3.Onverminderd de toepassing van andere reglementaire bepalingen inzake indeling, verpakking en etikettering van gevaarlijke stoffen en preparaten moet op de verpakking van stoffen en preparaten als bedoeld in artikel 2 en die ervoor bestemd zijn om in lampen te worden gebruikt, leesbaar en onuitwisbaar het volgende staan : « Lampen die met deze vloeistof zijn gevuld buiten het bereik van kinderen houden. » Deze vermelding moet minstens gesteld zijn in de taal of de talen van het gebied waar het product op de markt wordt gebracht.
Art. 4.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 31 december 1998.
Art. 5.Onze Minister van Economie is belast met de uitvoering van dit besluit.
Gegeven te Brussel, 1 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO
Bijlage De in artikel 1 bedoelde stoffen zijn vloeibare stoffen of preparaten die als gevaarlijk worden beschouwd in de zin van de definities in artikel 1, §4 en de criteria in bijlage VI, delen 2, 3 en 4 van het koninklijk besluit van 13 november 1997, dat het koninklijk besluit van 24 mei 1982 houdende reglementering van het in de handel brengen van stoffen die gevaarlijk kunnen zijn voor de mens of voor zijn leefmilieu wijzigt.
Gezien om te worden gevoegd bij Ons besluit van 1 februari 1999.
ALBERT Van Koningswege : De Minister van Economie, E. DI RUPO