gepubliceerd op 05 mei 2022
Huishoudelijk reglement van de Directieraad van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen Artikel 1. § 1. In overeenstemming met de bepalingen van artikel 16 van het koninklijk § 2. De ambtenaar die tijdens de afwezigheid van een titularis wordt aangewezen voor de uitoe(...)
Huishoudelijk reglement van de Directieraad van het Rijksinstituut voor de Sociale Verzekeringen der Zelfstandigen HOOFDSTUK 1. - Algemene bepalingen
Artikel 1.§ 1. In overeenstemming met de bepalingen van artikel 16 van het koninklijk besluit van 8 januari 1973 tot vaststelling van het statuut van het personeel van sommige instellingen van openbaar nut is de Directieraad krachtens het ministerieel besluit van 16 februari 2006 houdende samenstelling van de Directieraad van het Rijksinstituut voor de sociale verzekeringen der zelfstandigen samengesteld uit de houders van een managementfunctie en uit de ambtenaren ingedeeld in de klassen A4 en A5. § 2. De ambtenaar die tijdens de afwezigheid van een titularis wordt aangewezen voor de uitoefening van een hogere functie om deze titularis te vervangen maakt eveneens deel uit van de Directieraad gedurende de periode tijdens welke hij de hogere functies uitoefent. § 3. De administrateur-generaal of bij diens afwezigheid, de adjunct-administrateur-generaal zit de Directieraad voor. Bij afwezigheid van beiden, kunnen ze een lid van de Directieraad aanduiden om de vergadering voor te zitten. § 4. De vergaderingen, de beraadslagingen en de (geheime) stemmingen van de Directieraad kunnen fysiek, elektronisch (via telefoon- of videoconferentie) of hybride verlopen.
Art. 2.De Voorzitter wijst de ambtenaren van niveau A aan die belast zijn met de functie van secretaris en adjunct-secretaris. Deze laatste moet de secretaris vervangen bij diens afwezigheid of belet. Indien beiden afwezig of verhinderd zijn, wijst de Voorzitter een lid van de Directieraad aan om het secretariaat van de vergadering waar te nemen.
Hetzelfde geldt in geval de secretarissen belang hebben bij één of meerdere punten op de agenda.
Art. 3.De Directieraad vergadert telkens zijn Voorzitter daarom verzoekt en in elk geval minstens twaalf keer per jaar.
Art. 4.De Voorzitter stelt de datum van de vergadering vast en bepaalt de agenda van de vergadering.
Art. 5.De secretaris zendt de uitnodiging aan de leden van de Directieraad, samen met de agenda, de documenten over de te bespreken kwesties en het ontwerp van notulen beoogd in artikel 9. Het lid dat, na het ontvangen van de uitnodiging, een punt aan de agenda wenst toe te voegen, deelt dit ten laatste 24 uur voor de vergadering mee aan de Voorzitter.
Het lid van de Directieraad dat de vergadering niet kan bijwonen, kan zijn opmerkingen of adviezen schriftelijk meedelen aan de Voorzitter, die ze ter kennis van de andere leden brengt.
Art. 6.§ 1. De Directieraad kan slechts geldig beraadslagen wanneer minstens de helft van de leden aanwezig is en elke taalrol vertegenwoordigd is.
Indien evenwel beraad wordt gehouden over een lid van de Directieraad wordt de helft waarvan hiervoor sprake is, berekend op het totaal aantal leden met uitzondering van het lid in kwestie. § 2. Met uitzondering van de individuele beslissingen bedoeld in de hoofdstukken 2 en 3, worden beslissingen en adviezen bij consensus genomen, of, bij ontstentenis hiervan, bij meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet in aanmerking genomen.
Behalve bij geheime stemming is de stem van de Voorzitter doorslaggevend in geval van staking van stemmen. § 3. Voor individuele beslissingen in het kader van de hoofdstukken 2 of 3 vindt een geheime stemming plaats.
De leden van de Directieraad moeten elke aangelegenheid die aanleiding geeft tot een geheime stemming, vóór deze stemming bespreken.
Art. 7.De Voorzitter, de leden en elke persoon die betrokken is bij de werkzaamheden zijn geheimhouding verplicht over de debatten, de beraadslagingen en de beslissingen waarvan zij kennis krijgen bij de uitoefening van hun opdracht.
De Voorzitter en de leden zijn ertoe gehouden om de beslissingen en afspraken binnen de Directieraad collegiaal en loyaal uit te voeren en te verdedigen.
Art. 8.De Directieraad kan bepaalde personen, die aan de Directieraad door hun deskundigheid nuttige uitleg kunnen verschaffen over een punt van de agenda, uitnodigen om aan de volledige vergadering of een deel hiervan deel te nemen, zonder beslissende stem.
Art. 9.Het ontwerp van de notulen wordt op de daaropvolgende vergadering, als eerste agendapunt, ter goedkeuring voorgelegd aan de Directieraad. Vervolgens worden de notulen ondertekend door de Voorzitter en de secretaris.
Art. 10.De Voorzitter kan via een elektronische procedure ontwerpen van notulen en documenten laten goedkeuren. De Voorzitter bepaalt de termijnen waarbinnen deze procedure dient afgehandeld te worden.
De leden van de Directieraad worden na de elektronische procedure op de hoogte gebracht van het resultaat van de elektronische raadpleging. HOOFDSTUK 2. - Bijzondere bepalingen in tuchtzaken
Art. 11.Inzake tuchtstraffen wordt een tuchtzaak voorgelegd aan de Directieraad vanaf het ogenblik dat een tuchtdossier wordt ontvangen bij het secretariaat.
Het lid van de Directieraad dat in een procedure in tuchtzaken is tussengekomen als bevoegde hiërarchische meerdere in de zin van artikel 78 van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van het Rijkspersoneel kan niet deelnemen aan de beraadslagingen, noch aan de stemming omtrent het voorstel van tuchtstraf en het lid verlaat tijdelijk de zitting. De helft waarvan sprake in artikel 6, § 1, eerste lid, wordt in dit geval berekend op alle leden, het lid dat in de procedure is tussengekomen niet meegerekend.
Het voorstel van tuchtstraf wordt genomen bij gewone meerderheid van de uitgebrachte stemmen. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden niet in aanmerking genomen.
Bij staking van stemmen wordt er opnieuw gestemd. Indien er zich opnieuw gelijkheid van stemmen voordoet, wordt het voorstel verworpen.
Ingeval van verwerping kunnen andere voorstellen ter stemming worden voorgelegd. HOOFDSTUK 3. - Bijzondere bepalingen bij het toekennen van benoemingen en bevorderingen
Art. 12.Wanneer de Directieraad een voorstel van rangschikking van kandidaten moet opmaken om een vacante betrekking bij bevordering tot een hogere klasse toe te kennen overeenkomstig het statuut, motiveert hij dit voorstel na onderzoek van de titels, verdiensten en bekwaamheden van alle kandidaten die tot de functie toelaatbaar zijn.
Het voorstel wordt aan de kandidaten medegedeeld.
Art. 13.Vooraleer er wordt overgegaan tot de stemming, kan de Directieraad immers beslissen om de kandidaten te horen of om hen te verzoeken een schriftelijk verslag in te dienen waarin zij hun beweegredenen of projecten voor de toe te kennen betrekking uiteenzetten.
De kandidaat die wordt gehoord, mag tijdens de vergadering niet communiceren met andere kandidaten of met derden.
De kandidaten en de leden die op elektronische wijze deelnemen aan de vergadering, maken verplicht gebruik van hun camera gedurende de hele duur van de vergadering.
De Voorzitter en de secretaris garanderen dat geen andere personen dan de leden van de Directieraad en de kandidaat deelnemen aan de vergadering.
Art. 14.De stemming gebeurt geheim bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. Onthoudingen en ongeldige stemmen worden buiten beschouwing gelaten.
Art. 15.De Directieraad onderzoekt de bezwaren die binnen de tien dagen ingediend zijn na de betekening van het voorstel van rangschikking door de ambtenaren die zich benadeeld voelen.
Alle kandidaten worden op de hoogte gebracht van het bestaan van één of verscheidene bezwaarschriften en worden op hun verzoek door de Directieraad gehoord.
Indien de Directieraad meent dat een bezwaarschrift ontvankelijk is en gegevens bevat waardoor het oorspronkelijke voorstel kan worden gewijzigd, onderzoekt hij, in het licht van die gegevens, opnieuw de toestand van de ambtena(a)r(en) die het desbetreffende bezwaarschrift ingediend heeft (hebben), alsook die van alle kandidaten en stelt hen in kennis van de besluiten onder de vorm van een nieuw voorstel. HOOFDSTUK 4. - Slotbepalingen
Art. 16.De Directieraad zal ter zitting beslissingen nemen over gevallen die niet in dit huishoudelijk reglement zijn opgenomen.
Art. 17.Het huidige huishoudelijk reglement werd goedgekeurd door de Directieraad in zijn zitting van 7 april 2022 en heft alle voorgaande op.
Het heeft uitwerking met ingang van 8 april 2022.
De Secretaris L. MOTTE De Voorzitter A. VANDERSTAPPEN