Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement
gepubliceerd op 05 december 2019

Huishoudelijk reglement van de Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen goedgekeurd door de Kamer van volksvertegenwoordigers op 7 november 2019 Inhoudstafel 1.Preambule Doel Terminologie Zetel Talen 2. Organisatie van d Leden Bureau van de Raad Voorzitterschap en Ondervoorzitterschap Secretariaat 3. Werkin(...)

bron
wetgevende kamers, kamer van volksvertegenwoordigers
numac
2019042653
pub.
05/12/2019
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

WETGEVENDE KAMERS, KAMER VAN VOLKSVERTEGENWOORDIGERS


Huishoudelijk reglement van de Centrale toezichtsraad voor het gevangeniswezen goedgekeurd door de Kamer van volksvertegenwoordigers op 7 november 2019 Inhoudstafel 1.Preambule Doel Terminologie Zetel Talen 2. Organisatie van de Raad Leden Bureau van de Raad Voorzitterschap en Ondervoorzitterschap Secretariaat 3.Werking van de Raad Vergaderingen van de Raad Verloop van de debatten Beslissingen en verslagen van de vergaderingen Werkgroepen Communicatie over informatie die aan de Raad ter onderzoek werd overgemaakt Deontologie 4. Procedure voor toezichtsbezoeken aan de penitentiaire inrichtingen Basisregels Delegaties die bezoeken afleggen Procedure tijdens de bezoeken Verslagen en aanbevelingen 5 5.Zitpenningen 6. Jaarverslag 7.De Beroepscommissie van de Centrale Raad 8. Oprichting, ondersteuning, coördinatie en controle van de Commissies van Toezicht Oprichting van de Commissies van Toezicht Ondersteuning, coördinatie en controle 9.De Klachtencommissies 10. Slotbepaling 1.Preambule.

Voorwerp 1. Dit reglement behandelt, voor alles wat niet is geregeld door de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gevangenen, de wijze van functioneren van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen. Het is aangenomen door de Centrale Raad die het met volstrekte meerderheid van stemmen kan wijzigen.

Het is vervolgens ter goedkeuring voorgelegd aan de Kamer van volksvertegenwoordigers Terminologie 2. Met de volgende begrippen wordt bedoeld: ? de "wet": de basis wet van 12 januari 2005Relevante gevonden documenten type wet prom. 12/01/2005 pub. 01/02/2005 numac 2005009033 bron federale overheidsdienst justitie Basiswet betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van de gedetineerden sluiten betreffende het gevangeniswezen en de rechtspositie van gedetineerden; ? de "Raad": de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen; ? het "Bureau": het Bureau van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen; ? de "Voorzitter": de Voorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen; ? de "Ondervoorzitter": de Ondervoorzitter van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen; ? de "leden": de effectieve leden van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen; ? het "Secretariaat": het administratieve secretariaat van de Centrale Toezichtsraad voor het Gevangeniswezen; ? het "secretariaat van de Commissie van toezicht": het administratief secretariaat van de Commissies van Toezicht; ? "de centrale administratie": de centrale administratie van het gevangeniswezen en/of van de penitentiaire gezondheidszorg.

Zetel 3. De activiteiten van de Raad gaan in regel door op zijn zetel, met adres Leuvenseweg 48/2 te 1000 Brussel.Op beslissing van ofwel de Raad ofwel het Bureau kunnen de activiteiten bij wijze van uitzondering buiten de zetel doorgaan.

Talen 4. De officiële talen en de werktalen van de Raad zijn het Nederlands en het Frans.2. Organisatie van de Raad. Leden 5. De effectieve leden, benoemd door de Kamer van volksvertegenwoordigers overeenkomstig artikel 24 § 1 van de wet, vormen de Raad.Zij hebben toegang tot alle al dan niet vertrouwelijke documenten van de Raad. 6. Indien een lid zijn/haar mandaat wenst te beëindigen vóór de wettelijke termijn van vijf jaar, dan meldt hij/zij dat rechtstreeks aan de Voorzitter.Deze laatste is verplicht om deze vraag onmiddellijk over te maken aan de Kamer van volksvertegenwoordigers die over de vraag beslist. 7. Zolang een plaatsvervanger niet gevraagd wordt om een effectief lid te vervangen, zoals voorzien in artikel 27 § 7 van de wet, zal de Raad ervoor zorgen dat de plaatsvervanger op de hoogte blijft van zijn activiteiten.8. In geval van ernstige en dwingende redenen, zoals bijvoorbeeld een schending van de deontologische code, herhaalde inbreuken op dit reglement of een gebrek aan deelname aan de activiteiten van de Raad die de goede werking ervan in het gedrang brengt, zal de Voorzitter, in opdracht van de Raad, zonder uitstel een vraag richten aan de Kamer van volksvertegenwoordigers om het mandaat van het betrokken lid te beëindigen.De Kamer van volksvertegenwoordigers zal zonder uitstel over deze vraag beslissen, overeenkomstig artikel 24 § 8 van de wet.

Bureau van de Raad 9. Het Bureau bestaat uit vier leden, aangeduid door de Kamer van volksvertegenwoordigers overeenkomstig artikel 24 § 4 van de wet, waaronder een Voorzitter en een Ondervoorzitter.Het Bureau is het uitvoerend orgaan van de Raad. 10. Het Bureau coördineert de activiteiten van de Raad, zorgt voor de uitvoering van haar besluiten en is verantwoordelijk voor het dagelijks beheer.In deze verschillende taken wordt het bijgestaan door het Secretariaat.

In geval van hoogdringendheid is het Bureau bevoegd om elk besluit te nemen dat noodzakelijk blijkt voor de taken en het functioneren van de Raad.

Het Bureau stelt de begroting op legt begrotingsvoorstellen voor aan de Raad, nodig voor de goede werking van de Raad en de Commissies van toezicht.

De Raad benoemt twee commissarissen om toezicht te houden op de uitvoering van begrotingsbeslissingen. 11. Wanneer het streven naar eenparigheid van stemmen van de leden van het Bureau niet succesvol is geweest, en bij gebrek aan een meerderheid voor een besluit van het Bureau, legt het Bureau de kwestie voor op de volgende vergadering van de Raad.12. Elke externe communicatie over een standpunt of een besluit van de Raad wordt door het Bureau gedaan.13. Indien een lid van het Bureau zijn/haar ambtstermijn wenst te beëindigen vóór de wettelijke periode van vijf jaar meldt hij/zij dat rechtsreeks aan de Voorzitter.Deze laatste is verplicht om de vraag onmiddellijk over te maken aan de Kamer van volksvertegenwoordigers, die zo spoedig mogelijk zal beslissen over dit verzoek in overeenstemming met artikel 24 § 8 van de wet.

Voorzitter en Ondervoorzitter 14. De Voorzitter, benoemd door de Kamer Van Volksvertegenwoordigers overeenkomstig artikel 24 § 5 van de wet, zit de vergaderingen van de Raad voor en vervult alle functies die dit huishoudelijk reglement of de raad hem toevertrouwen. In de uitvoering van zijn functie handelt de Voorzitter onder het gezag van de Raad.

De Voorzitter kan een deel van zijn taken delegeren aan een lid van de Raad. 15. De Ondervoorzitter vervangt de Voorzitter als deze laatste verhinderd is of wanneer het voorzitterschap vacant is.16. Wanneer de Voorzitter en de Ondervoorzitter allebei verhinderd zijn of allebei vacant zijn zal het oudste lid van het Bureau het voorzitterschap waarnemen, in afwachting van een benoeming door de Kamer van volksvertegenwoordigers overeenkomstig artikel 24 § 5 van de wet.17. Indien de Voorzitter of de Ondervoorzitter zijn mandaat wenst te beëindigen vóór het verstrijken van de wettelijke termijn van vijf jaar, zal het Bureau dit verzoek onverwijld doorsturen naar de Kamer van volksvertegenwoordigers. Secretariaat 18. Via een reglement bepaalt de Raad het statuut en de wijze van aanwerving van de leden van het Secretariaat van de Raad en van het administratief secretariaat van de Commissies.3. Werking van de Raad. Vergaderingen van de Raad 19. Overeenkomstig artikel 25/1 § 2 van de wet vergadert de Raad minstens eenmaal per maand.De Voorzitter roept de Raad bijeen, eventueel op verzoek van een derde van zijn leden. De Raad kan slechts geldig vergaderen wanneer de helft van de leden plus één aanwezig is.

Daarnaast houden zowel de Raad als het Bureau alle vergaderingen die nodig zijn voor de uitvoering van hun opdrachten.

De vergaderingen van de Raad gaan door op de data die hijzelf bepaald heeft. Buiten deze data kan het Bureau de Raad samenroepen als de omstandigheden dat vereisen.

Het Bureau informeert de leden van de Raad over datum, tijd en plaats van elke vergadering van de Raad. Behalve bij hoogdringendheid moet de uitnodiging acht dagen voordien verzonden worden. De uitnodiging gebeurt in regel via e-mail.

Leden die (een deel van) de vergadering van de Raad niet kunnen bijwonen, melden dit tijdig aan het Bureau.

Als een lid één of meerdere punten aan de dagorde wil toevoegen, dan laat hij/zij dat vijftien dagen voor de vergadering per e-mail weten aan het Bureau. Het Bureau beslist om dit punt of deze punten al dan niet toe te voegen aan de dagorde. Het Bureau vermeldt de geweigerde agendapunten en de reden hiervoor op de dagorde van de vergadering. 20. Het ontwerp van dagorde wordt samen met de uitnodiging aan de leden verstuurd. De werkdocumenten voor elk van de punten van de dagorde worden samen met de uitnodiging via e-mail aan de leden toegestuurd.

De uitnodiging zal tenslotte ook vermelden welk ontwerp-verslag van een toezichtsbezoek in een penitentiaire inrichting dat op de dagorde staat via een versnelde procedure zal aangenomen worden. In dat geval worden de leden uitgenodigd om - ten laatste de dag voor de vergadering - aan te duiden over welke paragrafen zij tijdens de vergadering een discussie wensen. Alle andere paragrafen worden beschouwd als goedgekeurd zonder debat op het moment dat de Raad dit ontwerp-verslag bespreekt.

De Raad bepaalt de dagorde aan het begin van haar vergadering. 21. Zoals voorzien in artikel 25/1 § 2 van de wet is het aanwezigheidsquorum bereikt als de meerderheid van de leden aanwezig is. Indien dit quorum niet bereikt is en/of in geval er een dringende beslissing nodig is, zal het Bureau via e-mail de beslissing aan alle leden ter stemming voorleggen. Deze moeten zich binnen de 48 uur na ontvangst van deze e-mail uitspreken. Wanneer een lid van de Raad niet binnen de 48 uur reageert, wordt het geacht in te stemmen met de voorgestelde beslissing.

Het quorum voor een geldige beslissing wordt gevormd door de meerderheid van de aanwezige leden. Bij staking van stemmen in de Raad is de stem van de Voorzitter doorslaggevend.

De stemming gebeurt bij handopsteking. Een stemming over een beslissing die betrekking heeft op fysieke personen gebeurt schriftelijk en geheim. 22. De Raad zetelt met gesloten deuren.Zijn beraadslagingen blijven vertrouwelijk. 23. Naast de leden van de Raad kunnen alleen leden van het Secretariaat, tolken en personen in opdracht van de Raad aanwezig zijn, tenzij de Raad daar anders over beslist.24. De Raad kan elke persoon horen die nuttig wordt geacht om de werking van de Raad te ondersteunen. Verloop van de besprekingen 25. De Voorzitter opent en sluit de besprekingen tijdens de vergadering en verzekert het goede verloop ervan.26. Het secretariaat zorgt voor het opstellen van het verslag en houdt ook alle stukken over de vergaderingen van de Raad bij.27. Nadat de Raad een beslissing heeft genomen wordt die slechts opnieuw onderzocht nadat een lid van de Raad daarom vraagt en wanneer de Raad daarmee instemt. Beslissingen en verslagen van de vergaderingen 28. Het secretariaat stelt een ontwerp-verslag op van de beraadslagingen van elke vergadering van de Raad.Het Bureau stuurt dit ontwerp-verslag zo snel mogelijk door naar de leden van de Raad.

Het ontwerp-verslag wordt goedgekeurd - eventueel met wijzigingen - aan het begin van de volgende vergadering. Daarna stuurt het Bureau het verslag door naar de plaatsvervangende leden.

Werkgroepen 29. De Raad kan ad-hoc werkgroepen installeren die uit een beperkt aantal leden zijn samengesteld.De Raad bepaalt de opdrachten van dergelijke werkgroepen. De Raad kan beslissen om beroep te doen op buitenstaanders om werkgroepen bij te staan.

Mededelingen waarvan de inhoud ter onderzoek worden voorgelegd aan de Raad. 30. Het Bureau brengt elke communicatie onder de aandacht van de Raad wanneer die informatie bevat die ter onderzoek aan de Raad wordt voorgelegd.Dit geldt niet wanneer de bedoelde informatie handelt over zaken die duidelijk niet onder de bevoegdheid van de Raad vallen. 31. Indien leden van de Raad dergelijke communicatie ontvangen, sturen zij deze meteen door naar het Bureau.32. Het Bureau geeft een nuttig gevolg aan dergelijke communicatie, die het secretariaat vervolgens bijhoudt. Deontologie 33. Conform het artikel 25/1 § 3 keurt de Raad een deontologische code goed voor zijn eigen functioneren en dat van de Commissies van Toezicht.4. Procedure voor de toezichtsbezoeken in de penitentiaire inrichtingen. Basisregels 34. In uitvoering van artikel 22 1° van de wet zal het Bureau, op voorstel van de Raad, de bezoeken in penitentiaire inrichtingen organiseren.Deze dienen om de bejegening van de gedetineerden en de naleving van de hen betreffende voorschriften te onderzoeken. Doel daarbij is advies te verlenen over het beheer van de penitentiaire inrichtingen alsook over de uitvoering van de straffen en de vrijheidsberovende maatregelen. 35. De Raad bepaalt op autonome wijze de volgorde en/of het specifieke thema, de duur en de frequentie van deze bezoeken.36. Naast deze periodieke bezoeken kan de Raad elk ad hoc bezoek afleggen indien hij oordeelt dat de omstandigheden dit vereisen. Het Bureau kan, in dringende gevallen, in naam van de Raad beslissen om een ad hoc bezoek af te leggen. 37. De Raad kan één of meerdere opvolgingsbezoeken afleggen op elke plaats die hij eerder bezocht in het kader van een periodiek en/of een ad hoc bezoek.38. In regel is het een delegatie van meerdere effectieve leden van de Raad die een bezoek aflegt.In spoedeisende gevallen kan dit uitzonderlijk door één enkel lid gebeuren.

De leden van de delegatie die belast worden met een bezoek handelen in naam van de Raad. 39. De bezoeken worden onaangekondigd afgelegd. Wanneer de omstandigheden dit rechtvaardigen kan het Bureau echter beslissen om de directie van een inrichting in te lichten over zijn voornemen om een bezoek af te leggen. 40. De kosten voor verplaatsing, logies en verblijf in het kader van deze bezoeken worden vergoed volgens criteria die de Raad zal vastleggen. Delegaties die bezoeken afleggen 41. In regel zullen twee leden van het Bureau deel uitmaken van de delegatie voor een bezoek.Op voorstel van het Bureau kiest de Raad welke leden van de Raad verder deel uitmaken van de delegatie. In dringende gevallen kan het Bureau autonoom beslissen.

Bij de samenstelling van de delegatie houdt de Raad rekening met de aard en de plaats van het bezoek.

Het Bureau zal één van zijn leden die deel uitmaken van de delegatie als delegatieleider benoemen. 42. De Raad, of bij ad hoc bezoeken zoals voorzien in artikel 36 het Bureau, kan beslissen om een delegatie die een bezoek aflegt te laten bijstaan door een expert (bijvoorbeeld een arts). Elke persoon die deel uitmaakt van een delegatie schikt zich naar de instructies van de delegatieleider.

Procedure tijdens de bezoeken 43. Bij hun bezoeken volgen de delegaties alle algemene of specifieke aanwijzingen en richtlijnen die de Raad, of eventueel het Bureau, vastlegde. De delegatieleden hebben bijzondere aandacht voor het naleven van de deontologische code die de Raad heeft vastgelegd. 44. Een delegatie die een bezoek aflegt kan meteen vaststellingenmeedelen aan de directie van de betrokken inrichting. Het Bureau kan deze vaststellingen daarna ook schriftelijk meedelen aan de leden van de Raad, aan de Voorzitter van de betrokken Commissie van Toezicht, aan de betrokken directie en aan de centrale administratie.

Verslagen en aanbevelingen 45. Na elk bezoek stelt de delegatie zo snel mogelijk een voorontwerp van verslag op dat de feiten opsomt die tijdens het bezoek werden vastgesteld en dat alle aanbevelingen, toelichtingen en vragen om inlichtingen bevat die de delegatie nodig acht. Het Bureau stuurt dit voorontwerp naar de betrokken directie en naar de centrale administratie en vraagt om zo snel mogelijk en ten laatste binnen de maand opmerkingen te formuleren bij dit ontwerp. 46. Met kennisneming van de ontvangen opmerkingen stelt de delegatie een ontwerp-verslag op voor de Raad.Bij het opstellen van dit ontwerp-verslag houdt de delegatie rekening met opmerkingen die de betrokken directie of de centrale administratie na het bezoek heeft geformuleerd.

Het aldus aangevulde ontwerp-verslag wordt aan de eerstvolgende vergadering van de Raad voorgelegd. 47. Van zodra de Raad het verslag van het bezoek en de aanbevelingen heeft goedgekeurd zal het Bureau ervoor instaan dat het gecommuniceerd wordt naar de Kamer van volksvertegenwoordigers, naar de Minister bevoegd voor Justitie en naar de Minister bevoegd voor de gezondheidszorg in de penitentiaire inrichtingen, naar de leden van de Raad, naar de Voorzitter van de betrokken Commissie van Toezicht, naar de betrokken directie en naar de centrale administratie.De Raad beslist over de verspreiding die eraan gegeven wordt. 5. Zitpenningen.48. Zoals het artikel 25/3 § 1 van de wet voorziet, ontvangt elk lid van de Raad dat geen lid is van het Bureau een zitpenning van 150 € (index 138,01) per gepresteerde dag.Dit geldt zowel voor activiteiten op de zetel van de Raad als voor activiteiten die daarbuiten plaatsvinden.

Activiteiten die minder dan vier uur duren geven recht op de helft van de vastgestelde zitpenning.

Daarenboven opent een deelname aan een activiteit van minder dan twee uur geen enkel recht op de toekenning van een zitpenning.

Driemaandelijks maakt het Secretariaat een overzicht op grond van de aanwezigheidslijsten die het Raadslid ondertekend heeft wanneer hij/zij deelneemt aan een activiteit. Dat overzicht wordt aan het lid ter goedkeuring voorgelegd. 49. Onder `activiteiten' verstaat men de deelname aan vergaderingen van de Raad, aan werkgroepen die op grond van artikel 24 van dit reglement werden ingesteld, bezoeken en vergaderingen naar aanleiding van deze bezoeken en verder elke activiteit waarvan de Raad voorafgaand beslist werd dat deze vergoed wordt.50. Volgende activiteiten geven geen recht op een zitpenning: 1° de loutere representatie-activiteiten in België of in het buitenland, met uitzondering van die activiteiten die de Raad zélf organiseerde en op voorwaarde dat het raadslid daar een specifieke taak te vervullen heeft;2° de deelname aan een vorming die de Raad voor zijn leden organiseert.De raadsleden hebben in dit geval echter wél recht op de vergoeding van hun verplaatsingskosten. 3° de deelname aan werkvergaderingen buiten de lokalen van de Raad wanneer de Raad daar geen expliciete opdracht toe gaf.6. Jaarverslag.51. Het Bureau legt ten gepaste tijde een ontwerp van jaarverslag voor aan de Raad. Zoals artikel 22, 4° van de wet voorziet bevat dit rapport ondermeer alle adviezen die de Raad uitbracht, een beleidsplan en een samenvatting van de jaarverslagen van de Commissies van Toezicht. 52. Van zodra de Raad het jaarverslag goedkeurt zorgt het Bureau voor de verzending naar de Kamer van volksvertegenwoordigers, naar de Minister die Justitie onder zijn bevoegdheid heeft en naar de Minister die de gezondheid in de penitentiaire inrichtingen onder zijn bevoegdheid heeft.7. De Beroepscommissie van de Centrale Raad.53. Zoals artikel 25/2 van de wet voorziet zal de Raad onder zijn leden een Nederlandstalige Beroepscommissie en een Franstalige Beroepscommissie oprichten die elk drie leden tellen. De Raad zal voor elke taalrol ook drie plaatsvervangers aanduiden.

Elke Beroepscommissie wordt voorgezeten door een effectief lid die tot de zittende magistratuur behoort. 54. De Raad stelt de procedure op voor de behandeling van beroepen bij de Beroepscommissie en publiceert die in het Belgisch Staatsblad.8. Oprichting, ondersteuning, coördinatie en controle van de Commissies van Toezicht. Oprichting van de Commissies van Toezicht 55. Zoals het artikel 26 § 1 van de wet voorziet, richt de Raad een Commissie van Toezicht op bij elke penitentiaire inrichting Om leden te werven voor deze Commissies van Toezicht zal de Raad een oproep tot kandidaatstelling lanceren en die zo breed mogelijk verspreiden. Om de Commissies tot stand te brengen zal de Raad de leden ervan benoemen. 56. Zoals artikel 28 § 3 van de wet voorziet zal elke Commissie, eens samengesteld, aan de Raad een lid voordragen als Voorzitter en een ander lid als Ondervoorzitter. Voor de Commissies van Toezicht bij een penitentiaire inrichting gelegen in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest, behoren de voorzitter en de ondervoorzitter tot een verschillende taalrol, wat bepaald wordt op basis van de taal waarin de kandidaat-leden hun kandidatuur hebben ingediend en voor de leden houders van een diploma master in de rechten en arts, op basis van hun diploma. 57. Indien een lid van de Commissie zijn/haar mandaat wenst te beëindigen vóór de wettelijke termijn van vijf jaar, meldt hij dat rechtstreeks aan de Voorzitter van de Commissie.Deze laatste is verplicht om deze vraag onmiddellijk over te maken aan de Raad die over de vraag beslist. 58. Wanneer er een wervingsreserve bestaat zal de Raad, na consultatie van de betrokkene en advies van de Voorzitter van de betrokken Commissie, overgaan tot de benoeming, voor een termijn van vijf jaar, van één van de kandidaten. Om te zorgen dat er slechts één enkele `vervaldag' per jaar is voor de mandaten van de leden van de Commissies, kan de Raad de benoeming retroactief laten ingaan vanaf de vorige 1ste september. 59. In geval van ernstige en dwingende redenen, zoals bijvoorbeeld een schending van de deontologische code, herhaalde inbreuken op dit reglement of een gebrek aan deelname aan de activiteiten van de Commissie die de goede werking ervan in het geding brengt, zal de Raad, op eigen initiatief of op vraag van de betrokken Commissie, het mandaat van het betrokken lid beëindigen.De Raad zal daar zonder uitstel over beslissen en, indien nodig, tewerk gaan zoals voorzien in artikel 58 van dit reglement.

Ondersteuning, coördinatie en controle van de Commissies van Toezicht 60. Elke Commissie wordt bijgestaan door een secretariaat, waarvan de leden niet behoren tot de penitentiaire administratie.De leden van het secretariaat worden op voordracht van de Commissie aangewezen door de Raad.

Het statuut en de wijze van aanwerving van de leden van het secretariaat worden bepaald door de Raad.

De aanwijzing van een lid van het secretariaat van de Commissie kan om ernstige redenen bij gemotiveerde beslissing worden opgeheven door de Raad.

De taak van de leden van het secretariaat wordt bepaald door de voorzitter van de Commissie. 61. Elke Commissie stelt haar huishoudelijk reglement op, dat ter goedkeuring wordt voorgelegd aan de Raad.Het reglement bepaalt in het bijzonder de wijze van oproeping van de leden en de wijze van beraadslaging. 62. De leden van de Commissie onthouden zich bij een beraadslaging over zaken waarbij zij een persoonlijk belang hebben of waarbij hun bloed- of aanverwanten tot en met de vierde graad een persoonlijk belang hebben.63. De Commissie houdt ten minste één zitting per maand. De oproep voor deze maandelijkse vergadering evenals het verslag van elke maandelijkse vergadering wordt naar het Secretariaat van de Raad verstuurd.

Het Bureau kan, op voorwaarde dat het de Voorzitter daar vooraf over inlicht, een vergadering van een Commissie bijwonen. 64. Eén of meer leden van de Commissie zijn er beurtelings mee belast gedurende één maand éénmaal per week als maandcommissaris de penitentiaire inrichting(en) waarbij zij zijn op gericht te bezoeken, inzonderheid met het oog op de uitoefening van de taken bedoeld in artikel 26, § 2, 1° en 3° van de wet, hetzij - een onafhankelijk toezicht houden op de penitentiaire inrichting voor wat betreft de bejegening van de gedetineerden, de naleving van de hen betreffende voorschriften en hun welzijn; - bemiddelen tussen de directeur en de gedetineerden omtrent problemen die ter kennis worden gebracht van de leden van de Commissie.

De maandcommissarissen houden wekelijks spreekuur ten behoeve van de gedetineerden. 65. De artikelen 458 en 458bis van het Strafwetboek zijn van toepassing op de leden van de Commissie van toezicht en de leden van het secretariaat zonder afbreuk te doen aan de taak van de Commissie.66. Zoals de wet in artikel 26 § 2, 2° voorziet zal elke Commissie, op eigen initiatief dan wel op vraag, adviezen en informatie aan de Raad bezorgen over zaken die binnen de penitentiaire inrichting rechtstreeks of onrechtstreeks verband houden met het welzijn van de gedetineerden.De Commissie zal ook voorstellen formuleren die zij passend vindt.

De Raad zorgt voor een ontvangstbevestiging van elke informatie die hij ontvangt en houdt de Commissie op de hoogte van de initiatieven die hij naar aanleiding daarvan neemt.

Elke Commissie maakt ook zijn jaarverslag over aan de Raad om verwerkt te worden in het jaarverslag van de Raad zoals de wet voorziet in het artikel 22, 4°. 9. De Klachtencommissies.67. Zoals de wet in artikel 31 § 1 voorziet zal elke Commissie onder zijn leden een Klachtencommissie van drie leden samenstellen, voorgezeten door een lid dat in het bezit is van een master in de rechten. In geval één of meerdere leden van de Klachtencommissie verhinderd zijn zal de Voorzitter van de Commissie van Toezicht leden van de Commissie van Toezicht aanduiden om die te vervangen. 68. De Raad stelt de procedures op voor de behandeling van de klachten door de Klachtencommissies en publiceert die in het Belgisch Staatsblad.10. Slotbepaling. De Raad zal dit Huishoudelijk reglement voor eind 2020 evalueren en zo nodig aanpassen.

^