gepubliceerd op 20 februari 2009
Huishoudelijk reglement Artikel 1. Nadat een beroep of een vraag om advies is ingediend, komt de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie, hierna genoemd de Commissie, in principe zo snel mogelijk samen om erover te beraa Betreft het echter een beroep dat kennelijk niet ontvankelijk is of een aangelegenheid waarover de (...)
FEDERALE BEROEPSCOMMISSIE VOOR DE TOEGANG TOT MILIEU-INFORMATIE
Huishoudelijk reglement
Artikel 1.Nadat een beroep of een vraag om advies is ingediend, komt de Federale Beroepscommissie voor de toegang tot milieu-informatie, hierna genoemd de Commissie, in principe zo snel mogelijk samen om erover te beraadslagen.
Betreft het echter een beroep dat kennelijk niet ontvankelijk is of een aangelegenheid waarover de Commissie al een vaststaand standpunt heeft uitgewerkt, dan gebeurt de deliberatie, tenzij een lid daartegen bezwaar maakt, via elektronische weg. In dat geval bezorgt de secretaris van de Commissie, hierna secretaris genoemd, zo snel mogelijk na de ontvangst van het beroep een analyse van de zaak en een ontwerp van beslissing of advies via elektronische weg aan de leden van de Commissie, hierna genoemd de leden, die hun opmerkingen bij voorkeur binnen vijf kalenderdagen moeten doen kennen. Een nieuw voorstel van beslissing of advies wordt vervolgens opnieuw via elektronische weg voorgelegd aan deze leden die bij voorkeur binnen vijf kalenderdagen via elektronische weg hun stem dienen uit te brengen.
Art. 2.Telkens een beroep of een vraag om advies is ingediend, wordt daarvan onmiddellijk door de secretaris via elektronische weg mededeling gedaan aan alle leden.
Art. 3.De uitnodiging wordt door de secretaris ondertekend en ten minste vijf werkdagen voor de vergadering aan alle leden bezorgd. Bij de uitnodiging wordt de agenda van de vergadering gevoegd, alsook alle nuttige documenten behalve de documenten bedoeld in artikel 4 die ter inzage liggen.
Elk lid kan, mits daartoe een verzoek te richten aan de secretaris uiterlijk tien kalenderdagen voor de dag van de vergadering, een punt op de agenda laten plaatsen.
Een punt dat niet op de agenda voorkomt, mag slechts als spoedeisend punt aan de agenda worden toegevoegd als ten minste twee derde van de stemgerechtigde leden daarmee instemmen.
Art. 4.De documenten waarvan een kopie is opgevraagd bij de bevoegde milieu-instantie liggen voor alle leden enkel ter inzage op het secretariaat van de Commissie. De Commissie kan hiervan in specifieke gevallen afwijken.
Art. 5.Het lid dat is verhinderd of dat zich bevindt in een toestand van onverenigbaarheid bedoeld in artikel 11 van het koninklijk besluit van 20 december 2006 betreffende de samenstelling en de werkwijze van de Commissie, verwittigt zo spoedig mogelijk zijn plaatsvervanger en de secretaris van dit feit.
Art. 6.Als het effectief lid aanwezig is, mag het lid dat als zijn plaatsvervanger is aangewezen, niettemin de vergadering als waarnemer bijwonen.
Art. 7.De secretaris stelt de notulen op. Na goedkeuring door de Commissie worden ze ondertekend door de voorzitter en de secretaris.
Art. 8.De secretaris zorgt voor de notificatie of toezending van de beslissingen, de adviezen, de uitnodigingen en andere mededelingen bedoeld in de wet van 5 augustus 2006 betreffende de toegang van het publiek tot milieu-informatie en zijn uitvoeringsbesluiten.
Hij deelt gelijktijdig de ter kennis gebrachte beslissingen of adviezen aan alle leden mee.
Hij staat in voor de bewaring van de documenten en de archieven van de Commissie.
Art. 9.De beslissingen en de adviezen worden bekendgemaakt op de website van de Commissie.
Art. 10.De Commissie stelt jaarlijks een verslag op voor de Minister van Binnenlandse Zaken, voor de Minister bevoegd voor leefmilieu en voor de Minister bevoegd voor het Mariene Milieu. Dat verslag wordt ook bezorgd aan de voorzitters van de wetgevende kamers.
Brussel, 19 januari 2008.
Président, J. BAERT Secrétaire, F. SCHRAM