gepubliceerd op 07 oktober 2009
Huishoudelijk reglement van de Directieraad van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen Artikel 1. De Directieraad wordt voorgezeten door de administrateur-generaal of in geval van zijn afwezigheid door d Art. 2. De Directieraad wordt samengeroepen door het secretariaat op vraag van de voorzitter. Hij (...)
Huishoudelijk reglement van de Directieraad van de Rijksdienst voor Arbeidsvoorziening HOOFDSTUK 1 - Algemene bepalingen
Artikel 1.De Directieraad wordt voorgezeten door de administrateur-generaal of in geval van zijn afwezigheid door de adjunct-administrateur-generaal. In geval deze laatste eveneens afwezig is wordt de Directieraad voorgezeten door de directeur-generaal geaffecteerd bij het hoofdbestuur met de grootste klassenanciënniteit.
Art. 2.De Directieraad wordt samengeroepen door het secretariaat op vraag van de voorzitter. Hij vergadert telkens het nodig is en tenminste één maal per trimester.
Art. 3.De voorzitter bepaalt de agenda. Hij opent en sluit de zitting, leidt de debatten, neemt deel aan de beraadslagingen, waakt over de naleving van het huishoudelijk reglement en zorgt voor het goede verloop van de vergadering.
Art. 4.De oproepingsbrief bevat de datum, het uur, de plaats van de vergadering en de dagorde. Zo nodig, wordt daarin verwezen naar nota's of documenten betreffende de te bespreken punten. Zij worden ten minste drie werkdagen voor de vergadering naar de leden gezonden.
In de gevallen die als hoogdringend worden beschouwd, kan de oproepingstermijn worden teruggebracht tot één werkdag op voorwaarde van motivering.
Nieuwe punten kunnen aan de agenda worden toegevoegd met akkoord van de meerderheid van de aanwezige leden. Indien het een vraag van het Beheerscomité betreft, is dit akkoord niet vereist. Desgevallend wordt de agenda bij het begin van de vergadering aangevuld.
De punten worden onderzocht in de volgorde vermeld op de agenda, behalve wanneer ten minste de helft van de aanwezige leden akkoord gaat met haar wijziging.
De leden van de Directieraad kunnen op het secretariaat van de Raad de archiefstukken en de administratieve dossiers waarover ze zich moeten uitspreken, inzien.
Art. 5.De Directieraad kan niet geldig beraadslagen indien niet minstens de helft van de leden aanwezig is.
Indien het quorum niet bereikt wordt, kan de Raad na een tweede bijeenroeping, ongeacht het aantal aanwezige leden, geldig beraadslagen over dezelfde agenda. De oproeping voor de tweede vergadering gebeurt overeenkomstig artikel 4.
De leden van de Directieraad die persoonlijk betrokken zijn bij een individueel dossier, dienen de vergadering te verlaten bij de bespreking van dat dossier.
Art. 6.De beslissingen worden met meerderheid van stemmen genomen. De stemming gebeurt bij handopsteken. De stem van de voorzitter is doorslaggevend in het geval van staking van stemmen. Deze wijze van stemmen geldt niet voor de gevallen bedoeld in de hoofdstukken 2 tot 6.
Art. 7.Alle leden zijn er toe gehouden de beslissingen en de gemaakte afspraken collegiaal en loyaal uit te voeren en te verdedigen.
Art. 8.Het secretariaat van de Raad wordt waargenomen door een personeelslid, eventueel aangevuld door een adjunct-secretaris van het andere taalstelsel, aangeduid door de voorzitter. In geval van afwezigheid van beide personeelsleden, wijst de voorzitter een lid van de Directieraad als secretaris aan. Hetzelfde geldt in het geval beide personeelsleden belang hebben bij één of meerdere punten op de agenda.
Het secretariaat vervult zijn opdracht onder het gezag en de leiding van de voorzitter. Het verzendt de oproepingsbrieven van de vergaderingen, met de dagorde en de eventueel daarbij horende nota's of documenten, die door de betrokken diensten worden opgemaakt. Het stelt eveneens de notulen van de vergaderingen op en deelt de adviezen en de beslissingen mee aan de bevoegde instanties onder de handtekening van de voorzitter en de secretaris. De directie belast met de personeelszaken is verantwoordelijk voor het archief van de Raad.
De notulen worden ondertekend door de voorzitter en de secretaris en aan alle leden toegezonden. Ze worden als goedgekeurd beschouwd indien er geen schriftelijke opmerkingen binnen de drie werkdagen na het versturen ervan bij de secretaris toekomen. In geval van opmerkingen worden de betwiste delen van de notulen op de eerstvolgende vergadering besproken en ter goedkeuring voorgelegd.
De uitwisseling van documenten tussen het secretariaat, de voorzitter, en de andere leden kan via elektronische weg geschieden.
Art. 9.De vergaderingen zijn niet openbaar. De voorzitter, de andere leden en ieder persoon die betrokken werd bij de werkzaamheden van de Raad zijn tot geheimhouding verplicht omtrent de debatten. Dit principe geldt niet voor wat betreft het eindresultaat van de beraadslagingen. HOOFDSTUK 2. - Bijzondere bepalingen in disciplinaire aangelegenheden
Art. 10.De Directieraad neemt in zitting kennis van ieder voorlopig tuchtvoorstel toegezonden door de bevoegde hiërarchische meerdere. Een tuchtzaak is aanhangig bij de Directieraad vanaf de ontvangst op het secretariaat van het voorlopig tuchtvoorstel.
Art. 11.De Directieraad houdt geldig zitting in disciplinaire aangelegenheden als ten minste drie stemgerechtigde leden aanwezig zijn. Onder deze drie leden dient minimaal één lid van hetzelfde taalstelsel te zijn als de ambtenaar waarop het voorlopig tuchtvoorstel betrekking heeft.
Art. 12.De Directieraad kan bij de behandeling van een zaak nadere gegevens inwinnen. Hij kan eveneens personen horen die niet in de tuchtprocedure tussenbeide kwamen.
Art. 13.Elke individuele beslissing in tuchtzaken genomen ten opzichte van een ambtenaar geschiedt bij geheime stemming en bij gewone meerderheid van de geldig uitgebrachte stemmen. De onthoudingen en de ongeldige stemmen worden niet meegerekend.
Bij staking van stemmen is het voorstel verworpen. In dat geval wordt een ander voorstel ter stemming voorgelegd.
Art. 14.Het lid dat heeft deelgenomen aan de instelling van de tuchtvordering voorafgaand aan het onderzoek door de Directieraad, kan niet deelnemen aan de beraadslagingen.
Art. 15.Het definitief voorstel wordt opgesteld in de taal van de ambtenaar en door de voorzitter en de secretaris ondertekend.
Art. 16.Overeenkomstig artikel 79, § 3, van het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 betekent de secretaris namens de Directieraad een afschrift van het definitief voorstel aan de ambtenaar. Tegelijkertijd stuurt hij een afschrift ervan naar de bevoegde hiërarchische meerdere en zendt hij het tuchtdossier samen met het origineel van het definitief voorstel aan de directeur van de directie belast met de personeelszaken. HOOFDSTUK 3. - Bijzondere bepalingen betreffende toelatingen van cumul
Art. 17.De Directieraad verleent een gemotiveerd advies over de aanvragen van cumulatie van beroepsactiviteiten.
De beslissingen worden genomen bij geheime stemming en bij meerderheid van de stemmen. De onthoudingen en de ongeldige stemmen worden niet meegerekend. HOOFDSTUK 4. - Bijzondere bepalingen betreffende toekenning van hogere functies
Art. 18.De Directieraad verleent een gemotiveerd advies over de voorstellen tot aanstelling in een hoger ambt van de betrekkingen van de klassen A3 of A4 of A5.
De beslissingen worden genomen bij geheime stemming en bij meerderheid van de stemmen. De onthoudingen en de ongeldige stemmen worden niet meegerekend. HOOFDSTUK 5. - Bijzondere bepalingen betreffende benoemingen en bevorderingen
Art. 19.Wanneer de Directieraad een gemotiveerd advies moet uitbrengen in het kader van een benoeming of een bevordering, onderzoekt hij eerst de ontvankelijkheid van de kandidaturen en de inlichtingen met betrekking tot de administratieve loopbaan en de evaluatie van de kandidaten.
Na de discussie over de verdiensten en geschiktheden van alle kandidaten, alsook over de overeenstemming van hun profiel met de functie, bepalen de leden van de Directieraad in geheime stemming, in voorkomend geval per taalstelsel, de rang van elke kandidaat. De Raad stemt eerst over wie hij gaat voorstellen voor de eerste plaats.
Vervolgens kiest hij onder de overige kandidaten wie hij gaat voorstellen op de tweede plaats en zo verder. Vanaf de derde rang kunnen meerdere kandidaten op dezelfde rang geklasseerd worden. Het resultaat van de stemming waaruit de rang blijkt die elke kandidaat inneemt, moet worden opgenomen in het verslag. De onthoudingen en de ongeldige stemmen worden eveneens genotuleerd.
Art. 20.Alvorens tot de stemming over te gaan kan de Directieraad met name beslissen de kandidaten te horen, of hen om een geschreven rapport verzoeken waarin zij hun motieven of hun visie op de invulling van de te begeven functie uiteenzetten. De Raad kan beslissen een opname te maken van de voormelde hoorzitting.
Art. 21.De Directieraad onderzoekt de bezwaarschriften die binnen tien dagen na de kennisgeving van het voorstel van rangschikking worden ingediend door personeelsleden die zich benadeeld achten.
Is hij van mening dat een bezwaarschrift gegevens bevat welke zouden kunnen worden in aanmerking genomen, onderzoekt hij opnieuw het dossier en brengt een advies uit overeenkomstig de artikelen 19 en 20. HOOFDSTUK 6. - Bijzondere bepalingen betreffende de beroepen tegen de rangschikking in een functiefamilie
Art. 22.De Directieraad spreekt zich uit over het beroep binnen de tien werkdagen na de ontvangst van het beroep door het secretariaat van de Directieraad. Het personeelslid en zijn functionele chef worden gehoord. Het personeelslid mag worden bijgestaan door een persoon naar zijn keuze.
De beslissingen worden genomen bij geheime stemming en bij meerderheid van de stemmen. De onthoudingen en de ongeldige stemmen worden niet meegerekend.
De gemotiveerde beslissing van de Directieraad wordt aan het personeelslid en zijn functionele chef betekend. HOOFDSTUK 7. - Slotbepalingen
Art. 23.Gevallen waarin het onderhavige reglement niet voorziet worden door de Raad in de vergadering beslecht.
Art. 24.Het huishoudelijk reglement van de Directieraad van 6 februari 2006 wordt opgeheven.
Art. 25.Dit huishoudelijk reglement is goedgekeurd door de Directieraad in zijn zitting van 26 januari 2009. Het heeft uitwerking op de datum van zijn publicatie in het Belgisch Staatsblad.