Etaamb.openjustice.be
Huishoudelijk Règlement
gepubliceerd op 12 november 2003

Huishoudelijk reglement van de raad van beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1. De indiening van het beroep en de griffie Artikel 1. De raad van beroep ingesteld bij artikel 285, 1°; van het besluit van de Brussel Art. 2. De griffie is gevestigd in het ministerie, City Center, Kruidtuinlaan 20, 1035 Brussel.

bron
ministerie van het brussels hoofdstedelijk gewest
numac
2003031542
pub.
12/11/2003
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
links
Raad van State (chrono)
Document Qrcode

Huishoudelijk reglement van de raad van beroep van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest 1. De indiening van het beroep en de griffie Artikel 1.De raad van beroep ingesteld bij artikel 285, 1°; van het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van de ambtenaren van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna « statuut » genoemd) zetelt in het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest (hierna « ministerie » genoemd).

Art. 2.De griffie is gevestigd in het ministerie, City Center, Kruidtuinlaan 20, 1035 Brussel.

Art. 3.Het beroep wordt per aangetekende brief gericht aan de griffie op het in artikel 2 vermelde adres.

De griffier overhandigt een ontvangstbewijs en noteert het beroep in een daartoe bestemd register.

Hij brengt de voorzitter en de overheid die de betwiste beslissing heeft genomen per aangetekende brief op de hoogte.

Deze overheid wordt verzocht het volledige dossier te richten aan de griffier binnen een termijn van acht werkdagen vanaf deze verzending.

Art. 4.Het dossier bevat minstens de volgende stukken : - een inventaris van de stukken; - de betwiste beslissing; - het ingediende verzoekschrift; - het tuchtdossier.

Art. 5.De griffier is belast met het houden van het register evenals met de inventarisatie en de bewaring van de stukken en de archieven.

Hij overhandigt van de raad uitgaande uittreksels en afschriften. 2. De plaatsing op de agenda en de oproepen Art.6. De voorzitter plaatst de zaak op de agenda binnen de door het statuut bepaalde termijn.

Art. 7.De griffier verstuurt de oproepingsbrieven naar de voorzitter, de verzoeker, de gewone en plaatsvervangende leden van de raad minstens zeven werkdagen vóór de datum van de zitting.

Art. 8.De oproepingsbrief wordt per aangetekende brief verstuurd naar de verzoeker.

De oproepingsbrief bevat de lijst met de vertegenwoordigers van de overheid en van de representatieve vakorganisaties.

Art. 9.Bij verhindering nemen de gewone leden contact op met hun plaatsvervangers ten laatste drie dagen vóór de datum van de zitting om hun vervanging te regelen. De gewone leden brengen hiervan de griffier op de hoogte (eventueel telefonisch).

Art. 10.De verzoeker kan de assessoren wraken tot aan de opening van de eerste zitting van de raad.

Art. 11.Vanaf het versturen van de oproeping houdt de griffier een kopie van het proceduredossier ter beschikking van de partijen en de leden van de raad van beroep. De kopie wordt hen uitsluitend ten behoeve van de zaak overhandigd, ter vertrouwelijke titel en tegen een ontvangstbewijs. 3. Zitting en stemming Art.12. De voorzitter opent en sluit de vergaderingen van de raad.

Hij bepaalt de volgorde waarin de zaken worden behandeld.

Hij gaat het quorum van de aanwezigheden na evenals de samenstelling van de commissie, overeenkomstig artikelen 286, § 1, 1°, en 297 van het statuut.

De voorzitter leidt de debatten en waakt over het verloop van de zitting.

Art. 13.Het standpunt van de overheid dat aan de basis ligt van de betwiste beslissing, wordt verdedigd door een daartoe aangewezen ambtenaar.

Art. 14.Het laatste woord wordt gegeven aan de verzoeker en zijn raadsman.

Art. 15.De raad kan, overeenkomstig artikel 291 van het statuut, bijkomende onderzoeken eisen. De raad beslist over te gaan tot : § 1. onderzoekstaken door bijkomende inlichtingen op te vragen bij de overheid. Zij kan beslissen een of meerdere lid (leden) af te vaardigen om inlichtingen te verzamelen; § 2. het verhoor van getuigen die verklaringen op erewoord afleggen en van wier getuigenissen een afschrift wordt gemaakt tijdens de zitting.

Het afschrift moet bovendien worden ondertekend door de partijen, eventueel hun advocaten, de voorzitter en de griffier.

Art. 16.De griffier stelt het proces-verbaal van de zitting op en houdt een aanwezigheidslijst bij.

Art. 17.De raad beraadslaagt in afwezigheid van de verzoeker en zijn raadsman en van de ambtenaar die het standpunt van de overheid verdedigt.

Hij oordeelt over de ontvankelijkheid en de gegrondheid van het verzoek.

Art. 18.Het advies van de raad van beroep, zoals de in artikel 15 bedoeld beslissing, wordt genomen met meerderheid van stemmen van de assessoren en van de voorzitter.

Bij staking van stemmen, wordt het advies gunstig geacht voor de verzoeker.

De stemming is geheim.

Art. 19.Het advies wordt met redenen omkleed en ondertekend door de voorzitter van de raad en de griffier.

Hij vermeldt met hoeveel stemmen, voor of tegen, de stemming werd bereikt.

Art. 20.De griffier stuurt het advies en het volledige dossier naar de in artikel 301 van het statuut bepaalde overheid, die bevoegd is om de tuchtstraf na het beroep uit te spreken.

Brussel, 4 november 2003.

De Voorzitter, M. HELPENS De Griffier, E. BOOMPUTTE

^