Huishoudelijk reglement van de directieraad van het Ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest I. VOORZITTERSCHAP EN SECRETARIAAT

Artikel 1.Het besluit van de Brusselse Hoofdstedelijke Regering van 6 mei 1999 houdende het administratief statuut en de bezoldigingsregeling van het ministerie van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest regelt het voorzitterschap van de directieraad, hierna de raad genoemd.

Art. 2.De voorzitter wijst de ambtenaar van niveau A aan die het secretariaat van de raad waarneemt, alsmede diens plaatsvervanger. De secretaris is belast met het opmaken van de notulen van de beslissingen van de raad. Hij heeft uitsluitend raadgevende stem.

II. OPROEPINGEN

Art. 3.De raad vergadert na een schriftelijke oproeping door de voorzitter of ondertekend in zijn naam; zij wordt ten minste drie dagen voor de vergadering toegezonden.

Art. 4.De raad vergadert tevens op schriftelijk verzoek van een derde van zijn leden. Het verzoek behoort aan de voorzitter te worden gericht en er dient melding te worden gemaakt van het punt of de punten die op de agenda worden geplaatst.

Art. 5.De raad vergadert in elk geval ten minste een keer om de drie maanden.

III. AGENDA EN TOEZENDING VAN STUKKEN

Art. 6.De agenda wordt vastgesteld door de voorzitter en ten minste drie dagen voor de vergadering medegedeeld aan de raadsleden, onverminderd de toepassing van het bepaalde in artikel 4 van dit reglement.

Art. 7.Het toevoegen van dringende te behandelen punten aan de agenda, de wijziging van de volgorde waarin zij besproken zullen worden of elke andere wijziging van de agenda vergt een gewone meerderheid van de aanwezige leden.

Art. 8.Elk agendapunt wordt beknopt en schriftelijk ingeleid met een voorstel van beslissing, in voorkomend geval.

Deze nota dienen de raadsleden ten minste drie dagen voor de vergadering te ontvangen.

Van deze verplichting kan worden afgeweken wanneer er een dringend te behandelen punt tijdens de vergadering op de agenda wordt geplaatst.

Art. 9.Zodra de inleidende nota's zijn verstuurd, houdt de secretaris alle dossiers aangaande te behandelen zaken ter beschikking van de raadsleden.

IV. VERGADERINGEN EN STEMMINGEN

Art. 10.De raadsleden verlaten de vergadering tijdens de beraadslagingen en de stemming in verband met de kandidaturen voor een ambt waarnaar zijzelf dingen, alsmede tijdens de beraadslagingen en de stemming omtrent de adviezen en beslissingen aangaande punten waarbij hun persoonlijk belang aan de orde is.

Art. 11.De raad beraadslaagt en beslist geldig wanneer ten minste de helft van de leden met beslissende stem aanwezig is. Bovendien kan hij niet geldig beraadslagen en beslissen indien alle aanwezige leden met beslissende stem tot dezelfde taalrol behoren.

Art. 12.De raad neemt zijn beslissingen bij gewone meerderheid, onthoudingen en blanco stemmen worden niet meegerekend.

Wanneer de stemming niet geheim is, is de stem van de voorzitter doorslaggevend bij staking van stemmen.

Art. 13.Geheime stemming is vereist voor elke individuele beslissing in verband met een ambtenaar. Zij verloopt als volgt bij bevordering : na onderzoek van de aanspraken en verdiensten, alsmede de geschiktheid van de kandidaten en de bespreking daaromtrent, houdt de raad een geheime stemming over het voorstel tot rangschikking van elke kandidaat.

Indien sommige kandidaten, evenveel stemmen verkrijgen, worden zij ex aequo gerangschikt.

Wat betreft de andere individuele beslissingen wordt, bij staking van stemmen, het voorstel verworpen.

V. NOTULEN

Art. 14.De ontwerpnotulen worden minstens drie dagen voor de volgende zitting door de secretaris aan de leden van de raad toegestuurd. De goedkeuring ervan vormt het eerste agendapunt van deze zitting.

Bij verhindering kunnen de leden voorafgaandelijk aan deze zitting eventuele opmerkingen tot de voorzitter richten.

De leden van de raad kunnen eveneens opmerkingen formuleren tijdens de zitting.

De uiteindelijke tekst van de notulen wordt ondertekend door de voorzitter en de secretaris. Een exemplaar van de uiteindelijke tekst wordt toegezonden aan de Ministers en de Staatssecretarissen alsmede aan alle raadsleden.

VI. WIJZIGING VAN HET REGLEMENT

Art. 15.Elke wijziging van dit reglement wordt met gewone meerderheid van de raadsleden aangenomen, op voorwaarde dat zij ten minste drie dagen voor de vergadering op de agenda werd geplaatst.

VII. VERTROUWELIJKHEID

Art. 16.De voorzitter, de leden en alle bij de activiteiten van de raad betrokken personen zijn gebonden door de vertrouwelijkheid van de besprekingen, de beraadslagingen en beslissingen alsmede elke inlichting waarvan zij kennis mochten hebben gekregen bij het uitvoeren van hun opdracht.

VIII. SLOTBEPALINGEN

Art. 17.Gevallen waarin dit reglement niet voorziet worden met gewone meerderheid van de aanwezige leden geregeld.

Art. 18.Dit reglement van orde vervangt het voorgaande reglement, goedgekeurd op 6 april 1993.

Art. 19.Dit reglement van orde treedt in werking op 1er juni 2002.

Goedgekeurd door de directieraad tijdens zijn vergadering van 9 april 2002.

De Voorzitter, De Secretaresse, F. RESIMONT N. SOUGNE.