gepubliceerd op 04 maart 2024
Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de beroepscommissie vermeld in artikel D.I.6 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling
17 MEI 2023. - Besluit van de Regering tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de beroepscommissie vermeld in artikel D.I.6 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling
Regering van de Duitstalige Gemeenschap Gelet op het decretale deel van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, artikel D.I.6, gewijzigd bij het
decreet van 21 november 2022Relevante gevonden documenten
type
decreet
prom.
21/11/2022
pub.
31/01/2023
numac
2023200400
bron
ministerie van de duitstalige gemeenschap
Decreet tot wijziging van het decretale deel van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling en tot wijziging van het decreet van 18 maart 2002 betreffende de infrastructuur
sluiten;
Gelet op het reglementaire deel van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling, artikel R.I.6-4, vierde lid, ingevoegd bij het besluit van de Regering van 19 december 2019;
Op de voordracht van de Minister van Ruimtelijke Ordening;
Na beraadslaging, Besluit :
Artikel 1.Het in de bijlage bij dit besluit vervatte huishoudelijk reglement van de beroepscommissie vermeld in artikel D.I.6 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling wordt goedgekeurd.
Art. 2.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het wordt aangenomen.
Art. 3.De minister bevoegd voor Ruimtelijke Ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 mei 2023.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS
Bijlage bij het besluit van de Regering van 17 mei 2023 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de beroepscommissie vermeld in artikel D.I.6 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling Huishoudelijk reglement van de beroepscommissie
Artikel 1.Zetel van de commissie De zetel van de beroepscommissie, hierna 'commissie' genoemd, is gevestigd op Klötzerbahn 32 in 4700 Eupen.
Het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap stelt ruimten voor vergaderingen en hoorzittingen ter beschikking van de commissie.
Art. 2.Grondslagen van de commissie De commissie wordt opgericht bij de artikelen D.I.6 en D.IV.63 tot D.IV.63 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling. Artikel R.I.6 van hetzelfde wetboek bevat de desbetreffende uitvoeringsbepalingen.
Art. 3.Secretariaat Het secretariaat van de commissie wordt overeenkomstig artikel D.I.6, § 4, en artikel R.I.6-3 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling gevoerd door het departement Ruimtelijke Ordening van het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap.
De nodige documenten kunnen digitaal ter beschikking worden gesteld van de commissieleden, bijvoorbeeld via een Sharepoint.
De dossiers en de bijbehorende adviezen en alle andere documenten die de commissie betreffen, worden in analoge of digitale vorm op het secretariaat bewaard. Van de adviezen worden in elk geval ook de originele papieren documenten bewaard.
Art. 4.Ontslag van een commissielid De aanwijzing van een commissielid eindigt ofwel als de commissie wordt vernieuwd, ofwel als het commissielid niet langer de hoedanigheid heeft op basis waarvan het werd aangewezen.
Het commissielid wordt geacht ontslag te nemen als het: - de vertrouwelijkheid van de beraadslagingen of documenten niet eerbiedigt, indien die vertrouwelijkheid wordt erkend overeenkomstig de wettelijke of reglementaire bepalingen, met inbegrip van het bepaalde in het huishoudelijk reglement; - vijandig staat tegenover de beginselen van de democratie in de zin van het Verdrag tot bescherming van de rechten van de mens en de fundamentele vrijheden, de grondwet, de wet van 30 juli 1981Relevante gevonden documenten type wet prom. 30/07/1981 pub. 20/05/2009 numac 2009000343 bron federale overheidsdienst binnenlandse zaken Wet tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden. - Officieuze coördinatie in het Duits sluiten tot bestraffing van bepaalde door racisme of xenofobie ingegeven daden en de wet van 23 maart 1995 tot bestraffing van het ontkennen, minimaliseren, rechtvaardigen of goedkeuren van de genocide die tijdens de tweede wereldoorlog door het Duitse nationaal-socialistische regime is gepleegd, of is aangesloten bij een instelling of vereniging die vijandig staat tegenover deze beginselen.
Art. 5.Afzetting van een commissielid De Regering kan een commissielid afzetten wegens een zware fout of een grove nalatigheid in de uitoefening van zijn functie.
Art. 6.Plicht van de commissieleden en partijdigheid Elk commissielid heeft de plicht het beroep grondig te onderzoeken en zich over het beroep te uiten. De commissieleden zijn verplicht hun mandaat onpartijdig uit te oefenen.
Het is elk commissielid, met inbegrip van de voorzitter, verboden deel te nemen aan de vergaderingen indien het een direct of indirect financieel of persoonlijk belang heeft bij de zaak waarover een advies is gevraagd.
Het verdedigen van de belangen van de instelling die het commissielid heeft voorgedragen, wordt niet beschouwd als een direct of indirect persoonlijk of financieel belang.
Art. 7.Bekendmaking en vertrouwelijkheid van de documenten Met behoud van de toepassing van de bijzondere bekendmakingsmaatregelen waarin de decretale en reglementaire bepalingen voorzien, kan alleen de Regering of haar vertegenwoordiger (de voorzitter van de commissie) beslissen in hoeverre de commissie haar adviezen bekendmaakt.
Alle commissieleden zijn ertoe verplicht de vertrouwelijkheid van de documenten met betrekking tot de onderzochte dossiers, de beraadslaging en het advies van de commissie in acht te nemen. Ze hebben slechts het recht namens de commissie te handelen en te spreken, als ze daartoe werden gemachtigd door de Regering of haar vertegenwoordiger, de voorzitter van de commissie.
Art. 8.Kennisgeving De commissie wordt in kennis gesteld van de beslissingen die de Regering heeft genomen over de dossiers die de commissie heeft moeten behandelen.
Art. 9.Werkwijze van de commissie De commissie komt bijeen op uitnodiging van de Regering.
Uiterlijk vijf werkdagen vóór de datum van de vergadering zendt het secretariaat van de commissie de uitnodiging van de Regering, samen met de relevante documenten met betrekking tot de te onderzoeken dossiers, toe aan elk commissielid. In de uitnodiging worden de datum, het tijdstip en de agenda van de vergadering vermeld.
Het werkend commissielid kan zich laten vervangen door zijn plaatsvervanger. In dat geval stelt het werkend commissielid binnen vijf dagen na ontvangst van de uitnodiging voor de hoorzitting tegelijkertijd het secretariaat en zijn plaatsvervanger in kennis van zijn afwezigheid.
Het plaatsvervangend commissielid oefent alle rechten uit van het werkend commissielid dat hij vervangt.
Art. 10.Organisatie De vergadering wordt zo georganiseerd dat, afhankelijk van de agenda en voor elk dossier, een eerste periode wordt gewijd aan het horen van de uitgenodigde personen en een tweede periode aan de beraadslaging.
De vergadering kan worden gehouden met aanwezigheid, digitaal of hybride, voor zover de voorzitter daarmee instemt.
Art. 11.Hoorzitting Op de hoorzitting worden de aanvrager van de vergunning of het stedenbouwkundig attest nr. 2, het betreffende gemeentecollege, het hoofd van het departement Ruimtelijke Ordening van het Ministerie, of hun vertegenwoordigers, en de commissie uitgenodigd.
De voorzitter deelt de spreektijd van elk van de deelnemers aan de hoorzitting in.
De uitgenodigde partijen worden individueel en achtereenvolgens gehoord.
Tijdens de hoorzitting dienen de commissieleden zich te onthouden van aanbevelingen, persoonlijke meningen of opmerkingen of suggesties met betrekking tot het dossier en het project waarop het beroep betrekking heeft. Zij beperken zich tot het stellen van relevante vragen die hen kunnen helpen het dossier beter te begrijpen.
Art. 12.Beraadslaging Voor de beraadslaging wordt alle op de hoorzitting uitgenodigde en aanwezige personen met uitzondering van de commissieleden en het secretariaat, verzocht de ruimte of de virtuele vergaderruimte te verlaten.
De voorzitter nodigt de commissieleden uit om over te gaan tot de beraadslaging, en een advies met een met redenen omkleed voorstel tot beslissing uit te brengen over het dossier. De voorzitter leidt de beraadslaging en stelt het resultaat vast.
Een commissielid dat bij het werkelijke begin van de hoorzitting over een beroep niet in de vergaderruimte of virtueel aanwezig is, wordt beschouwd als afwezig en wordt verzocht zich pas weer bij de commissie aan te sluiten wanneer het volgende beroep wordt onderzocht.
Art. 13.Wijziging van het huishoudelijk reglement Voor elk voorstel tot wijziging van dit huishoudelijk reglement is de goedkeuring van de Regering vereist.
Gezien om te worden gevoegd bij het besluit van de Regering van 17 mei 2023 tot goedkeuring van het huishoudelijk reglement van de beroepscommissie vermeld in artikel D.I.6 van het Wetboek van Ruimtelijke Ontwikkeling.
Eupen, 17 mei 2023.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen en Financiën, O. PAASCH De Viceminister-President, Minister van Gezondheid en Sociale Aangelegenheden, Ruimtelijke Ordening en Huisvesting, A. ANTONIADIS