gepubliceerd op 15 juli 2008
Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs
17 APRIL 2008. - Besluit van de Regering houdende goedkeuring van het huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs
De Regering van de Duitstalige Gemeenschap, Gelet op het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra, inzonderheid op artikelen 100;
Gelet op het besluit van de Regering van 18 mei 2006 betreffende het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs;
Op de voordracht van de Minister bevoegd inzake Onderwijs;
Na beraadslaging, Besluit : Goedkeuring
Artikel 1.Het huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs, aangenomen op 14 april 2008 en bij dit besluit gevoegd, wordt aangenomen.
Inwerkingtreding
Art. 2.Voorliggend besluit treedt in werking de dag waarop het wordt ondertekend.
Uitvoering
Art. 3.De Minister bevoegd inzake Onderwijs wordt belast met de uitvoering van dit besluit.
Eupen, 17 april 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH
Bijlage bij het besluit van de Regering 3508/EX/VI/B/III van 17 april 2008 Huishoudelijk reglement van het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs Zetel
Artikel 1.De zetel van het Paritair Comité voor het gesubsidieerd officieel onderwijs, hierna Comité genoemd, is gevestigd bij het Ministerie van de Duitstalige Gemeenschap, Gospertstrasse 1, 4700 Eupen.
De voorzitter kan beslissen dat de zittingen in een ander oord zullen plaatsvinden, als hij het voor noodzakelijk acht.
Bijeenroeping van de zittingen en dagorde
Art. 2.De voorzitter roept op eigen initiatief of op schriftelijk verzoek van een groepering een zitting bijeen.
Het verzoek van een groepering vermeldt de gewenste dagordepunten en bevat een uitleg alsmede alle beschikbare documenten.
Binnen een termijn van 30 dagen vanaf de ontvangst van het schriftelijk verzoek van een groepering wordt een zitting bijeengeroepen. Bij met redenen omklede dringende noodzakelijkheid beloopt de termijn 20 dagen.
De voorzitter bepaalt de datum en de dagorde van de zitting. In onderlinge overeenstemming kunnen tijdens een zitting punten behandeld worden die niet op de dagorde staan.
Oproeping van de leden en verwittiging van de plaatsvervangende leden
Art. 3.De oproeping vermeldt het verzameloord, de datum van de zitting en de dagorde. Bij de oproeping worden alle noodzakelijke documenten gevoegd. De oproeping wordt gericht aan alle werkende leden in de vorm van een eenvoudige brief en aan alle plaatsvervangende leden ter informatie. Bij verhindering verwittigt het werkend lid zijn plaatsvervanger die dan de betrokken zitting bijwoont.
De oproeping wordt ten laatste 10 dagen vóór het begin van de zitting gezonden.
Adviseurs
Art. 4.Elke groepering mag zich bij een zitting door ten hoogste twee adviseurs laten begeleiden.
Zittingverloop
Art. 5.De voorzitter opent de zitting en controleert of er aan alle voorwaarden wordt voldaan om rechtsgeldig te beraadslagen (o.a. aanwezigheidsquorum). Hij leidt en sluit de zitting. Hij is bevoegd om de zitting op eigen initiatief of op verzoek van een lid te schorsen.
De zittingen geschieden met gesloten deuren.
Besluitvorming
Art. 6.De door het decreet voorgeschreven eenparigheid wordt bereikt, als alle aanwezige leden Aja@ stemmen (zie artikel 104 van het decreet van 29 maart 2004 houdende het statuut van de gesubsidieerde personeelsleden van het gesubsidieerd officieel onderwijs en van de gesubsidieerde officiële psycho-medisch-sociale centra).
Versturen van de beslissingen
Art. 7.Binnen de 15 dagen na de zitting verstuurt de voorzitter naar de Regering en/of de groeperingen alle definitieve beslissingen van het Comité die de Regering en/of de groeperingen betreffen.
Proces-verbalen
Art. 8.§ 1. De secretaresse of de adjunct-secretaresse stellen een proces-verbaal van de zitting op. Het gaat om een resultaatverslag met vermelding van : - het oord waar de zitting heeft plaatsgevonden; - de datum; - de vaststelling door de voorzitter dat er aan alle voorwaarden wordt voldaan om rechtsgeldig te beraadslagen; - de naam van de werkende leden met vermelding van het feit dat ze aanwezig, geëxcuseerd of afwezig waren; - desgevallend de naam van de plaatsvervangende leden; - desgevallend de naam van de adviseurs; - de dagordepunten die afbehandeld werden en degene waarvoor het niet het geval was; - de tekst van de desgevallend genomen beslissingen.
In afwijking van lid 1 worden de woorden van een lid slechts geheel in een bericht opgenomen, als het lid tijdens de zitting er uitdrukkelijk om verzocht heeft. § 2. De voorzitter en de secretaresse ondertekenen de proces-verbalen. § 3. De processen-verbaal worden binnen 15 dagen na de datum van de zitting aan de werkende en plaatsvervangende leden als eenvoudige brief toegestuurd. Binnen een termijn van 10 dagen na de ontvangst ervan kan een lid dat de zitting bijwoonde schriftelijke opmerkingen formuleren. Deze opmerkingen worden bij het proces-verbaal gevoegd maar vormen geen bestanddeel ervan.
Overige opdrachten van de voorzitter en vertegenwoordiging
Art. 9.De voorzitter vertegenwoordigt het Comité in alle betrekkingen met derden. Hij ondertekent de briefwisseling.
Bij afwezigheid van de voorzitter oefent de ondervoorzitter de opdrachten van de voorzitter uit.
De voorzitter en de ondervoorzitter kunnen tegelijkertijd aan een zitting deelnemen; dit geldt ook voor de secretaresse en de adjunct-secretaresse.
Werkgroepen
Art. 10.Het Comité kan uit zijn midden werkgroepen oprichten om specifieke problemen te onderzoeken. De resultaten en conclusies van deze werkgroepen worden het Comité voorgelegd. Het kan ook daarvoor een beroep doen op plaatsvervangende leden.
Verzoeningsorgaan
Art. 11.Om zijn verzoeningsopdrachten te kunnen uitoefenen, kan het Comité uit zijn midden een verzoeningsorgaan oprichten waarvan het de samenstelling, werkwijze en opdrachten bepaalt. Het kan ook daarvoor een beroep doen op plaatsvervangende leden.
Bewaring van de proces-verbalen en documenten
Art. 12.Alle proces-verbalen en documenten worden bij de zetel van het Comité bewaard.
Gezien om gevoegd te worden bij het besluit 3508/EX/VI/B/III van 17 april 2008.
Eupen, 17 april 2008.
Voor de Regering van de Duitstalige Gemeenschap : De Minister-President, Minister van Lokale Besturen, K.-H. LAMBERTZ De Minister van Onderwijs en Wetenschappelijk Onderzoek, O. PAASCH