gepubliceerd op 14 maart 2016
Huishoudelijk reglement van de Departementale Raad van beroep van de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid
7 MAART 2016. - Huishoudelijk reglement van de Departementale Raad van beroep van de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO)
De Voorzitters van de Raad van Beroep, Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het statuut van de Rijksambtenaren, op artikelen 82 tot 95, Hebben de inhoud van dit reglement besloten :
Artikel 1.Er wordt de voorkeur gegeven aan elektronisch communicatiekanaal voor alle communicatie betreffende de procedure voor de Departementale Raad van beroep. Als dat niet mogelijk is, wordt er gebruik gemaakt van de andere gangbare communicatie vormen (gewone brief, aangetekend schrijven, persoonlijke afgifte).
Art. 2.Wanneer een beroep wordt ingesteld, zendt de Voorzitter van de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (afgekort "De Voorzitter van BELSPO") of zijn gemachtigde, het volledige geïnventariseerde dossier, dat alle stukken betreffende de ten laste gelegde feiten moet bevatten, met een dienststaat, aan de griffie van de Departementale Raad van beroep (afgekort "de Raad").
De griffier-rapporteur vraagt, indien nodig, de bijkomende bescheiden die naar het oordeel van de voorzitter moeten worden overgelegd.
Art. 3.De griffier-rapporteur maakt op basis van de in het dossier opgenomen stukken een verslag op dat onmiddellijk wordt meegedeeld aan de voorzitter, de assessoren die zullen zetelen, de appellant en diens verdediger, alsook aan de ambtenaar die werd aangewezen om het betwiste voorstel te verdedigen.
Art. 4.De Raad vergadert op de datum door de voorzitter bepaald, die onmiddellijk ter kennis van de Voorzitter van BELSPO of zijn gemachtigde wordt gebracht.
De zitting moet plaatshebben uiterlijk een maand nadat de zaak bij de Raad werd gemaakt.
Art. 5.De opgeroepen leden zijn verplicht de zitting bij te wonen.
Indien de assessoren een wettige reden van verhindering hebben, moeten zij aan de voorzitter, door bemiddeling van de griffie, schriftelijk de reden van hun afwezigheid meedelen binnen drie dagen volgend op de datum van de oproeping.
Art. 6.De Raad kan niet beraadslagen of beslissen wanneer de meerderheid van de opgeroepen assessoren of plaatsvervangers niet aanwezig is : er moeten dus steeds ten minste twee assessoren, aangewezen door de Minister, en twee assessoren, aangewezen door de representatieve vakorganisaties, in de Raad zetelen.
Art. 7.De griffier-rapporteur deelt bij een ter post aangetekende brief aan de appellant de lijst mee van de gewone of plaatsvervangende assessoren die zijn opgeroepen voor het onderzoek van zijn zaak, ten einde deze in staat te stellen gebruik te maken van zijn recht tot wraking.
De eventuele wraking dient te worden gemotiveerd en moet binnen een termijn van acht dagen, vanaf de bekendmaking van de lijst, door de appellant bij een ter post aangetekende brief naar de griffie worden gestuurd met vermelding van de naam der assessoren die hij wraakt.
Art. 8.De appellant verschijnt persoonlijk voor de Raad : hij mag worden bijgestaan door een verdediger naar zijn keuze, die evenwel hoe dan ook geen deel mag uitmaken van de Raad.
De naam van de verdediger moet binnen drie dagen volgend op de datum van de oproeping aan de griffie worden meegedeeld.
Art. 9.De assessoren, de appellant en zijn verdediger worden opgeroepen derwijze dat een minimumtermijn van tien werkdagen gelaten worden voor de confidentiële en voor de zaak noodzakelijke raadpleging van alle stukken uit het dossier.
Deze raadpleging gebeurt ter griffie van de Raad.
Art. 10.Opgeroepen assessoren die zouden meegewerkt hebben aan de totstandkoming van het voorstel of de maatregel waartegen beroep wordt ingesteld of die bij enige voorafgaande onderzoeksdaad zouden betrokken geweest zijn, hetzij als hiërarchische meerdere, hetzij als lid van het Directiecomité, hetzij in welke hoedanigheid dan ook, brengen hiervan de griffier-rapporteur onmiddellijk op de hoogte die een plaatsvervangend assessor voor het onderzoek van de zaak oproept.
Art. 11.Assessoren of plaatsvervangers die de Federale Overheidsdienst definitief verlaten, verwittigen de griffie die het nodige doet om hen te vervangen.
Wanneer zij tijdelijk uit de dienst verwijderd zijn, verwittigen zij eveneens de griffie en nemen tijdens deze periode niet deel aan de zittingen, met uitzondering van de assessoren, aangewezen door de representatieve vakorganisaties, die bij hun vakorganisatie zijn gedetacheerd.
Art. 12.De voorzitter van de Raad opent en sluit de vergaderingen en leidt de debatten, waarbij hij zorgt voor de handhaving van de orde tijdens de zitting.
Er worden geen notulen opgemaakt.
Art. 13.Het advies van de Raad vermeldt de uitslag der geheime stemmingen, waarbij wordt aangeduid met hoeveel stemmen, door bevestigend of ontkennend antwoord, deze uitslag werd bereikt.
Een assessor mag de inlassing in het advies vragen van de uitslag van een votum betreffende een gegeven dat niet door de meerderheid in aanmerking werd genomen.
Het gemotiveerd advies, ondertekend door de voorzitter en de griffier-rapporteur, wordt uiterlijk één maand na de datum van de zitting aan de Voorzitter van BELSPO. Aan de appellant en zijn verdediger, alsook aan de assessoren, wordt een afschrift van het uitgebracht advies meegedeeld.
Art. 14.De minuten en archieven van de Raad worden ter griffie, gevestigd in de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO), bewaard waar de belanghebbende inzage ervan kunnen nemen.
Art. 15.Dit huishoudelijk reglement van de Departementale Raad van beroep voor de Programmatorische federale Overheidsdienst Wetenschapsbeleid (BELSPO) wordt goedgekeurd en vervangt het vroegere huishoudelijk reglement van de Departementale Raad van beroep van de Federale Diensten voor Wetenschappelijke, technische en culturele aangelegenheden (DWTC), dat wordt opgeheven.
Het treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt.
Brussel, 7 maart 2016.
Florent De Mond Karin Gérard