Etaamb.openjustice.be
Gewestplan
gepubliceerd op 09 september 2000

Gewestplan Leuven. - Definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg en Rotselaar Bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 wordt het bijgevoegde pl Het plan met de bestaande fysische en juridische toestand, behorende tot de niet-normatieve delen v(...)

bron
ministerie van de vlaamse gemeenschap
numac
2000035819
pub.
09/09/2000
prom.
--
staatsblad
https://www.ejustice.just.fgov.be/cgi/article_body(...)
Document Qrcode

MINISTERIE VAN DE VLAAMSE GEMEENSCHAP

Departement Leefmilieu en Infrastructuur


Gewestplan Leuven. - Definitieve vaststelling van het plan tot gedeeltelijke wijziging van het gewestplan op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg en Rotselaar Bij besluit van de Vlaamse regering van 23 juni 2000 wordt het bijgevoegde plan tot gedeeltelijke wijziging van het koninklijk besluit van 7 april 1977 houdende vaststelling van het gewestplan Leuven definitief vastgesteld voor de delen van de kaartbladen 24/6, 24/7 en 32/5 zoals vervat in de bijlagen 1 en 2 bij dit besluit.

Het plan met de bestaande fysische en juridische toestand, behorende tot de niet-normatieve delen van voornoemd definitief vastgesteld gewestplan is vervat in de bijlagen 3 en 4 bij dit besluit.

De Vlaamse minister bevoegd voor ruimtelijke ordening is belast met de uitvoering van dit besluit.

Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 8 mei 2000, om 15 uur : Aanwezig : de heer Casaer, ondervooriztter; de heer Geers, Vaneerdewegh, Vervoort, Pardon en Vandemaele : leden;

Mevr. Bom : lid; de heer David : AROHM, afdeling Ruimtelijke Planning;

Mevr. Callebaut : provincie Vlaams-Brabant;

Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris.

Verontschuldigd : de heer De Witte, voorzitter; de heren De Coninck, Swinnen, De Vleeschouwer, Leekens, Ottenbourgh, Anthoons, Schreurs, Vandezande en Van Vaerenbergh : leden;

Mevr. Dendas : secretaris.

De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestendige Deputatie, Dienstsevest 25, 3000 Leuven. 1. Verslagen vorige vergadering De verslagen d.d. 27.04/00 worden goedgekeurd. 2. Advies m.b.t. het BPA « Molenkouter », Geetbets De Commissie adviseert dit BPA gunstig aangezien de zone reeds in handen is van de overheid en aangezien ze exclusief bestemd is voor de oprichting van serviceflats en bejaardenvoorzieningen. 3. Advies m.b.t. wijziging van het gewestplan Leuven op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg en Rotselaar De Commissie brengt m.b.t. deze wijziging het advies uit, zoals hieraan toegevoegd als bijlage. Hierin vindt U ook het antwoord op de bezwaarschriften terug.

Adjunct-secretaris, A. Van Acker.

Ondervoorzitter, H. Casaer.

Advies van de Regionale Commissie van Advies van de provincie Vlaams-Brabant van 8 mei 2000 m.b.t. de wijziging van het gewestplan Leuven op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg en Rotselaar De Commissie adviseert de voorgestelde wijziging van het gewestplan Leuven op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg gunstig omdat zo de uitbreiding van de bestaande school mogelijk wordt gemaakt.

De Commissie treedt de voorgestelde gewestplanwijziging op het grondgebied van de gemeente Rotselaar bij mits uitsluiting van volgende gebieden : a) een strook gelegen achter aan de bebouwing van de Zonnedauwstraat langs de spoorweg;b) de uiterste oostelijke uitstulping van de voorgestelde wijziging, tegen de spoorweg, en, omdat de Commissie betreurt dat ze geen voorstellen kan doen buiten de afgebakende zones van het wijzigingsvoorstel en ze zo bijgevolg geen groene compensatie kan voorstellen binnen voorliggend ontwerpplan, op voorwaarde dat er in een groene compensatie voorzien wordt in het kader van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan van de gemeente Rotselaar en op voorwaarde dat bij de aanleg van een rioleringsysteem, een aangepaste zone aangeduid wordt voor waterzuivering, zonder dat dit ten laste kan komen van het aangrenzend natuurgebied. Antwoord op de bezwaarschriften : Bezwaarschrift 1 : De Commissie kan niet ingaan op het verzoek van de bezwaarindiener omdat ze geen voorstellen kan doen, die vallen buiten de in herziening gestelde delen van het gewestplan.

De wijziging van bezwaarindiener sluit ook niet aan bij de hier voorgestelde gewestplanwijziging, maar kan als een beperkte uitbreiding gezien worden van het meer noordelijk gelegen woonparkgebied « Heikantberg ». Bij de vorige gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Leuven werd het aangrenzend agrarisch gebied gewijzigd in natuurgebied. De bestaande woningen aan de Kwikstaartweg werden in het besluit van de Vlaamse regering bij de definitieve vaststelling uitgesloten uit het natuurgebied en behouden in agrarisch gebied.

Bezwaarschrift 2 : De Commissie kan niet ingaan op het verzoek van de bezwaarindiener omdat ze geen voorstellen kan doen die vallen buiten de in herziening gestelde delen van het gewestplan.

Het perceel van de bezwaarindiener is niet gelegen binnen de betwiste verkaveling Middelberg.

Bezwaarschrift 3 : De Commissie treedt de bezwaarindiener bij wat betreft het behoud als natuurgebied van de twee vermelde zones. Zij meent ook dat, bij de aanleg van een rioleringsysteem, een aangepaste zone aangeduid dient te worden voor waterzuivering, zonder dat dit ten laste kan komen van het aangrenzend natuurgebied.

Het voorzien van andere groene compensaties kan binnen deze gewestplanwijziging niet doorgevoerd worden, mits de Commissie geen voorstellen kan doen die vallen buiten de afgebakende gebieden, doch de Commissie stelt uitdrukkelijk als voorwaarde bij de goedkeuring van het ontwerpplan dat er een groene compensatie doorgevoerd dient te worden in het kader van het gemeentelijk structuurplan van Rotselaar.

Regionale Commissie van Advies voor Ruimtelijke Ordening voor Vlaams-Brabant Vergadering van 8 mei 2000, om 14 uur Aanwezig : de heer Casaer : ondervoorzitter; de heren Geers, Vaneerdewegh, Vervoort, Pardon en Vandemaele : leden;

Mevr. Bom : lid; de heer David : AROHM, afdeling Ruimtelijke Planning;

Mevr. Callebaut : provincie Vlaams-Brabant Mevr. Van Acker : adjunct-secretaris Verontschuldigd : de heer De Witte : voorzitter; de heren De Coninck, Swinnen, De Vleeschouwer, Leekens, Ottenbourgh, Anthoons, Schreurs, Vandezande en Van Vaerenbergh : leden Mevr. Dendas : secretaris De vergadering vond plaats in de vergaderzaal van de Bestendige Deputatie, Diestsevest 25, 3000 Leuven 1. Verslagen vorige vergadering Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt de goedkeuring van de verslagen d.d. 27/04/00 uitgesteld tot de vergadering van 15 uuur. 4. Bespreking van de wijziging van het gewestplan Leuven op het grondgebied van de gemeenten Huldenberg en Rotselaar I.Algemene situering Dit ontwerp tot gedeeltelijke wijziging van het bovenvermelde gewestplan d.d. 7 april 1977 beslaat het grondgebied van de gemeenten : Huldenberg en Rotselaar en werd door de Vlaamse Regering voorlopig vastgesteld op 8 juni 1999.

Het ontwerp beoogt enerzijds de wijziging te Rotselaar van een in natuurgebied gelegen vergunde verkaveling naar woonpark en anderzijds de wijziging te Huldenberg van woongebied met landelijk karakter en natuurgebied naar zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut met de bedoeling de uitbreiding van de bestaande school mogelijk te maken.

II. Openbaar onderzoek In uitvoering van het artikel 11 van het decreet betreffende de ruimtelijke ordening, gecoördineerd op 22 oktober 1996, werd het ontwerp onderworpen aan een openbaar onderzoek van 15 november 1999 tot en met 13 januari 2000. In het kader vam dit onderzoek werden 3 bezwaarschriften ingediend.

III. Adviezen - Advies van de Bestendige Deputatie (d.d. 9 maart 2000) Gunstig op voorwaarde dat de strook, gelegen achter aan de bebouwing vam de Zomnedauwstraat langs de spoorweg, evenals de uiterste oostelijke uitstulping van de voorgestelde wijziging, tegen de spoorweg, beide te Rotselaar, de bestemmimg natuurgebied behouden. - Advies van de Dienst Ruimtelijke Ordening en Mobiliteit (d.d. 28 februari 2000) Een gedeeltelijke wijziging van het gewestplan te Rotselaar is verantwoord omdat in het ministerieel besluit van 16 juli 1998 (houdende gedeeltelijke intrekking van het ministerieel besluit van 20 mei 1998, houdende intrekking van het MB van 25 maart 1998, houdende nietigverklaring van de door het college van burgemeester en schepenen verleende bouwvergunning) wordt gesteld dat : "de verleende verkavelingsvergunning (9 en 23 maart 1966) niet het voorwerp is geweest van een rechtsgeldige beslissing tot fasering van de verkaveling; dat het niet aangewezen is aan deze vaststelling alle mogelijke juridische consequenties te verbinden die daaruit zouden kunnen voortvloeien; daar de uit deze consequenties voortvloeiende aanzienlijke rechtsverstoringen immers niet in verhouding staan tot de voordelen die de overheid in de toekomst zou kunnen halen uit een strikte toepassing van de wet met betrekking tot deze verkaveling; dat immers niet is aangetoond dat nog aanzienlijke aaneengesloten homogene delen van deze verkaveling tot op heden onbebouwd gebleven zijn, zodat geen aanzienlijke natuurwaarden nog zouden kunnen gevrijwaard worden. » Tegen deze wijziging werden 3 bezwaarschriften ingediend.

De voorgestelde wijziging te Huldenberg is verantwoord omdat de omgeving van de sporthal en de gemeenteschool te Huldenberg na de gewestplanwijziging van 23 juni 1998 bestemd is als woongebied met landelijk karakter en deze bestemming niet aansluit bij het karakter van deze voorzieningen.

Voor de wijziging op het grondgebied van de gemeente Huldenberg werden geen bezwaarschriften ingediend.

De voorgestelde gewestplanwijziging te Rotselaar kan gedeeltelijk gunstig geadviseerd worden, overwegend dat de bestemming natuurgebied achterhaald is voor het overgrote deel van de verkaveling door de aanwezigheid van bestaande vergunde gebouwen en dat er geen homogene delen nog onbebouwd gebleven zijn, zodat de natuurwaarde van het gebied niet meer gevrijwaard is.

Een aantal nog onbebouwde percelen vormen samen met het aanpalend natuurgebied een nog homogeen geheel en worden niet opgenomen in de gewestplanwijziging en behouden bijgevolg de bestemming natuurgebied.

Er dient evenwel opgemerkt te worden dat het wenselijk is ook voor volgende delen de bestemming natuurgebied te behouden en dus uit te sluiten uit de gewestplanwijziging (zie kaart als bijlage) : a) een strook gelegen achter aan de bebouwing van de Zonnedauwstraat langs de spoorweg : Dit moerassig berkenbosje vertegenwoordigt een belangrijk aardkundig relict, namelijk een tijdens het Pleistoceen door de Demer uitgescheurd gedeelte van de heuvel met moerassige vegetatie.Deze habitat wordt in de Habitatrichtlijn 92/43 van de Europese Unie beschermd. Door eenvoudige beheersmaatregelen zou deze vegetatie terug volop tot ontwikkeling gebracht kunnen worden. b) de uiterste oostelijke uitstulping van de voorgestelde wijziging, tegen de spoorweg : Deze loten (13 en 14) zijn niet gelegen aan een uitgeruste weg en sluiten links en rechts aan bij natuurgebied.Tevens is het niet aangewezen deze zone te bebouwen, zowel door het zeer steil talud op het terrein als door de aanwezigheid van de restanten van de vroegere laadplaats van de ijzerertsontginning wat een cultuurhistorisch belang geeft aan deze site.

Gelet op de huidige gewestplanbestemming van het gebied, en op de natuurwaarde van de omliggende gebieden, dienen de nodige maatregelen getroffen om deze natuurwaarde maximaal te vrijwaren. De aanleg van een kleinschalig waterzuiveringsstation voor de verkaveling kan hiertoe bijdragen. Momenteel gebeurt de lozing van het afvalwater via infltratieputten en lozing in doorlopende grachten die het natuurgebied bedreigen.

Er dient ook opgemerkt te worden dat tegelijk met de voorgestelde gewestplanwijziging te Rotselaar van natuurgebied naar woonpark een groene compensatie zou doorgevoerd moeten worden om de vermindering van de oppervlakte natuurgebied tegen te gaan. In uitvoering van het RSV dient immers 38.000 ha bijkomend natuurgebied afgebakend in Vlaanderen.

De voorgestelde wijziging te Huldenberg kan gunstig geadviseerd worden, gelet op de aanwezigheid van de bestaande school en sporthal en de hoogdringende uitbreiding van de gemeenteschool. De uitbreiding van de school op de huidige inplantingsplaats is positief gezien de centrale ligging in de gemeente en aansluitend bij de andere gemeenschapsvoorzieningen.

De aanpalende gronden, gelegen in natuurgebied die herbestemd worden als zone voor gemeenschapsvoorzieningen en openbaar nut, hebben een geringe natuurwaarde en werden reeds gehypothekeerd door de aanleg van een afvalcollector.

Voorstel van antwoord op de bezwaarschriften : Rotselaar Bezwaarschrift 1 : De bezwaarindiener is eigenaar van een woning, gelegen in een naburige verkaveling met een gelijkaardige situatie, maar die niet opgenomen werd in de gewestplanherziening.

Het bezwaar stelt dat : - de wijziging is strijdig met het gelijkheidsbeginsel als gevolg van de ruimteboekhouding van het RSV; - het is strijdig met de stedenbouwwetgeving : inroepen van een appreciatiemogelijkheid die niet voorzien is in de wetgeving.

Hij vraagt dat ook voor dit gebied een gewestplanherziening zou doorgevoerd worden omwille van een aantal argumenten waarmee aangetoond wordt dat de huidige situatie gelijkaardig is.

Voorstel van antwoord : De Commissie kan niet ingaan op het verzoek van de bezwaarindiener omdat ze geen voorstellen kan doen die vallen buiten de in herziening gestelde delen van het gewestplan.

De wijziging van bezwaarindiener sluit ook niet aan bij de hier voorgestelde gewestplanwijziging, maar kan als een beperkte uitbreiding gezien worden van het meer noordelijk gelegen woonparkgebied 'Heikantberg'. Bij de vorige gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Leuven werd het aangrenzend agrarisch gebied gewijzigd in natuurgebied. De bestaande woningen aan de Kwikstaartweg werden in het besluit van de Vlaamse regering bij de definitieve vaststelling uitgesloten uit het natuurgebied en behouden in agrarisch gebied.

Bezwaarschrift 2 : Bezwaarindiener is eigenaar van een woning, gelegen in het natuurgebied, aansluitend bij de voorgestelde wijziging. Dit perceel werd evenwel niet opgenomen in de voorgestelde wijziging. Hij vraagt dat zijn perceel, dat omringd wordt door de verkaveling, ook opgenomen zou worden in de wijziging. De bestaande woning is vergund omwille van de ouderdom.

Voorstel van antwoord : De Commissie kan niet ingaan op het verzoek van de bezwaarindiener omdat ze geen voorstellen kan doen die vallen buiten de in herziening gestelde delen van het gewestplan. Het perceel van de bezwaarindiener is niet gelegen binnen de betwiste verkaveling Middelberg.

Bezwaarschrift 3 : Bezwaarindiener (natuurreservaten Oost-Brabant) legt zich noodgedwongen neer bij de wijziging, gelet op de feitelijke toestand.

Zij vraagt wel in het woonpark een kleinschalige waterzuivering te voorzien omdat nu het naburige natuurgebied bedreigd wordt door diffuse lozing.

Zij verzet zich wel tegen de opname in de wijziging van twee nog resterende delen van het natuurgebied, namelijk de strook achter de bebouwing aan de Zonnedauwstraat en de oostelijke uitstulping tegen de spoorweg.

Zij vraagt ook groene compensaties voor deze gewestplanwijziging, rekening houdend met de bepalingen van het RSV volgens dewelke bijkomende natuurgebieden afgebakend moeten worden. De vereniging vraagt ook aandacht voor andere ruimtelijke problemen, zoals de weekendhuisjes met permanente bewoning.

Voorstel van antwoord : De Commissie treedt de bezwaarindiener bij wat betreft het behoud als natuurgebied van de twee vermelde zones.

Zij meent ook dat het wenselijk is een kleinschalig waterzuiveringsstation aan te leggen in de buurt om de natuurwaarde van de naburige gebieden te vrijwaren.

Het voorzien van andere groene compensaties kan binnen deze gewestplanwijziging niet doorgevoerd worden, vermits de Commissie geen voorstellen kan doen die vallen buiten de afgebakende gebieden.

Besluit : De dienst is dan ook van oordeel dat de voorgestelde wijziging van het gewestplan Leuven op grondgebied van de gemeente Huldenberg kan bijgetreden worden om de uitbreiding van de bestaande school mogelijk te maken.

De voorgestelde gewestplanwijziging op grondgebied van de gemeente Rotselaar kan bijgetreden worden onder voorbehoud van uitsluiting van volgende gebieden : a) een strook gelegen achter aan de bebouwing van de Zonnedauwstraat langs de spoorweg;b) de uiterste oostelijke uitstulping van de voorgestelde wijziging, tegen de spoorweg. Deze gebieden bezitten nog een natuurwaarde, die bewaard dient te worden.

Het is tevens aangewezen de aanleg van een kleinschalig waterzuiveringsstation voor het gebied als voorwaarde bij de wijziging te stellen.

IV. Bespreking De vertegenwoordiger van AROHM licht toe dat de wijziging te Huldenberg al opgenomen was in de vorige wijziging van het gewestplan Leuven, geïnitieerd in 1995 en goedgekeurd in 1998. Uiteindelijk heeft men bij deze wijziging besloten de gebieden op te nemen als woongebied met landelijk karakter. De Vlaamse overheid meende immers dat, indien de gemeente dit wou, ze een BPA kon opstellen voor de regeling van de problematiek van de kleine gemeenteschool. Thans werd toch beslist dit te regelen op het niveau van het gewestplan.

Wat de wijziging te Rotselaar betreft, merkt de vertegenwoordiger van AROHM op dat het om de bevestiging gaat van een oude verkaveling, waar heel lang discussie over bestond of ze al dan niet vervallen was. De verkaveling bestond sinds '66, dus voor de opmaak van het gewestplan.

Bij de opmaak van het gewestplan werd dit niet ingekleurd als woonpark omdat het toen ook nog niet bebouwd was. Men heeft vastgesteld dat binnen deze verkaveling toch geen grote stukken aaneengesloten natuurgebied gevrijwaard konden worden. Enkel aan de zuidkant, waar het terrein de grootste helling heeft, zijn nog natuurwaarden aanwezig en dit deel werd dan ook behouden als natuurgebied. Hij wijst erop dat een geldige verkavelingsvergunning trouwens primeert op de gewestplanbestemming.

De ondervoorzitter wijst erop dat de provinciale dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit, in navolging van het bezwaarschrift 3, voorstelt 2 delen uit te sluiten uit de wijziging. Wat deel a betreft, wijst de vertegenwoordiger van AROHM erop, dat dit deel sowieso niet bebouwbaar is omdat het de achtertuin betreft van een bestaande woning. De ondervoorzitter merkt op dat rechts van deel a, nog een klein stuk, grenzend aan de spoorweg, als woonpark staat aangeduid en vraagt zich af of dit niet beter zoals de rest, verderop, uitgesloten wordt uit de wijziging. De vertegenwoordiger van AROHM merkt op dat dit deel aansluit op een uitgeruste weg, de steenweg op Betekom. Alle straten in de huidige wijziging volgen de bestaande helling, behalve deze steenweg, die in de helling snijdt, zodat bij bebouwing van dit deel rechts van deel a, er wel genivelleerd zal moeten worden. Dit stuk maakt trouwens ook deel uit van de verkaveling.

Een lid vraag of er een zachte compensatie is voor deze zone. De vertegenwoordiger van AROHM wijst erop dat, ofschoon er binnen deze wijziging niet in een groene compensatie wordt voorzien, de administratie wel een compensatie vraagt aan de gemeente Rotselaar in het kader van de opmaak van het gemeentelijk ruimtelijk structuurplan.

Hij geeft toe dat deze in de toekomst te vervullen voorwaarde minder sterk is als de thans doorgevoerde gewestplanwijziging.

Een lid vraagt wat de woondichtheid is van dit gebied. De vertegenwoordiger van AROHM antwoordt dat het gewestplan een woondichtheid van 5 woningen/ha voorschrijft doch de werkelijk woondichtheid is niet becijferd geweest. Hij voegt eraan toe dat de bestaande bebouwing het karakter heeft van een echte villawijk.

De provinciale dienst ruimtelijke ordening en mobiliteit stelde in haar advies dat het aangewezen is de aanleg van een kleinschalig waterzuiveringsstation voor het gebied als voorwaarde bij de wijziging op te leggen. Een lid vraagt in het kader van deze opmerking of het om een zone C gaat. De vertegenwoordiger van AROHM antwoordt dat er in deze zone nauwelijks riolering is. Een lid merkt op dat men dan toch moeilijk kan stellen dat het om een voldoende uitgeruste verkaveling gaat. De vertegenwoordiger van AROHM wijst erop dat de gemeente wel systematisch bezig is met het voorzien van riolering in de woonparken.

Of dit concreet voor huidig woonpark ook het geval is, weet hij niet.

Een lid merkt op dat het misschien aangewezen is voor deze zone te voorzien in meerdere kleinschalige waterzuiveringsstations. Een ander lid merkt op dat indien de eigenaars met huidige wijziging een voordeliger statuut voor hun gronden verwerven, ze ook de lasten ervan moeten dragen door op hun gronden te voorzien in de aanleg van een waterzuiveringsstation. De afvoer van de riolering kan in elk geval niet ten koste gaan van het aangrenzend natuurgebied; Een lid meent dat er ook opgelegd dient te worden dat er in riolering wordt voorzien. De vertegenwoordiger van AROHM wijst erop dat je dit niet kan opleggen binnen een gewestplanbestemming evenmin als je het type riolering kan opleggen bonnen het gewestplan.

Aangezien de leden niet in aantal zijn, wordt een stemming over de wijziging van het gewestplan uitgesteld tot de vergadering van 15.00 uur.

A. Van Acker, adjunct-secretaris.

H. Casaer, ondervoorzitter.

^