gepubliceerd op 08 oktober 1997
Gecoördineerde omzendbrief 3630/1/8 betreffende de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake wapens. - Aanvulling
MINISTERIE VAN JUSTITIE
16 SEPTEMBER 1997. - Gecoördineerde omzendbrief 3630/1/8 betreffende de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake wapens. - Aanvulling
Hoofdstuk 15 van de gecoördineerde omzendbrief 3630/1/8 van 30 oktober 1995 betreffende de toepassing van de wettelijke en reglementaire bepalingen inzake wapens dient te worden vervangen door de volgende tekst, waarvan de nieuwe elementen zich tussen vierkante haakjes [ ] bevinden : 15 RECHTEN EN RETRIBUTIES 15.1 Principes en bedragen Het K.B. van [16 september 1997] bepaalt de bedragen van de rechten en retributies die geheven worden in toepassing van de wet.
Naar aanleiding van erkenningsprocedures is een betaling in twee fasen voorzien : de betrokkene dient een eerste bedrag te betalen onder de vorm van fiscale zegels die aangebracht worden op zijn aanvraagformulier, en later bij de eventuele erkenning wordt een tweede bedrag aangebracht op het getuigschrift. De bedragen zijn : - voor vervaardiging, herstelling, opslag, handel en makelarij m.b.t. * alle categorieën wapens behalve oorlogswapens : telkens 10.000 F. * oorlogswapens inbegrepen : telkens 15.000 F. [- voor uitsluitend de vervaardiging, opslag, handel en makelarij in munitie : telkens 7.500 F. - voor uitsluitend de artisanale activiteiten van verbronzen, graveren of versieren van wapens van eender welke categorie : telkens 5.000F] - voor het houden van een museum of verzameling van historische aard van oorlogs- en verweerwapens en munitie : [resp. 5.000 F en 7.500 F] - voor de laatste optie, beperkt tot munitie : [resp. 2.000 F en 2.500 F] Het eerste bedrag is een tegenprestatie voor het openen en onderzoeken van het dossier en wordt bijgevolg in geen geval teruggegeven bij weigering van de gevraagde erkenning.
Voor de vergunningen tot het voorhanden hebben van een verweer- of oorlogswapen, tot het dragen van een verweerwapen (en de hernieuwing hiervan) en tot het bezitten van een opslagplaats van verweer- of oorlogswapens is er voorzien in een eenmalig te betalen bedrag, dat onder de vorm van fiscale zegels wordt aangebracht op de betrokken vergunning. Deze bedragen zijn : - voor een model 4 - verweerwapen : [in alle gevallen] 1.350 F [waarvan 1.000 F evenwel rechtstreeks is te betalen aan het betrokken gemeentebestuur.] - voor een model 4 - oorlogswapen : [3.500 F] - voor een model 5 en zijn hernieuwing : 3.000 F. - voor een model 7 [- wapens en munitie] : 5.000 F. [-voor een model 7 - uitsluitend munitie : 2.500 F.] [Aanvragers met woonplaats in het buitenland zijn niet vrijgesteld van deze bedragen en moeten zelf of via een tussenpersoon de nodige fiscale zegels aankopen in België.
Het heffen van opcentiemen op deze bedragen door de gemeenten, de provincies of de gewesten is niet mogelijk, evenmin als het heffen van andere vormen van rechten of retributies op het verwerven of bezitten van wapens.
Er kan geen sprake zijn van de terugbetaling van rechten en retributies in geval van onontvankelijkheid of afwijzing van de aanvraag, bij schorsing, intrekking of beperking van een vergunning of erkenning, noch bij beëindiging van de activiteiten waarop deze betrekking heeft.] 15.2 [Uitzonderingen] [ ] Wie reeds in één provincie een erkenning als fabrikant, handelaar, hersteller of makelaar in wapens [of munitie, of voor de opslag daarvan, of als artisanaal bewerker van wapens] heeft bekomen, dient slechts de helft van de normale bedragen te betalen wanneer hij een aanvraag doet om zijn activiteit ook in een andere provincie uit te oefenen. Voor de bijkomende aanvraag om een zelfde activiteit op een andere plaats in de zelfde provincie uit te oefenen dient niet betaald te worden.
Voor de aanpassing van een erkenning of vergunning dient niet betaald te worden mits ze betrekking blijft hebben op hetzelfde voorwerp : bijvoorbeeld adreswijzigingen binnen de zelfde provincie [(voor alle documenten behalve het model 4 voor verweerwapens) of gemeente]; wijziging van de bestuurders van rechtspersonen, beperking van de activiteiten,... De overdracht van een activiteit aan een derde en de uitbreiding van de activiteiten impliceren wel nieuwe [te betalen] aanvragen. [Bij uitbreiding is echter niet het volle bedrag verschuldigd, doch slechts het verschil tussen het oorspronkelijk betaalde en het voorziene bedrag voor de ruimere activiteit.] De inschrijvingsprocedure beschreven in artikel 18 van het K.B. van 20 september 1991 verloopt kosteloos. 15.3 [Vrijstellingen] [Voor de vergunningen model 4 (verweerwapens) en 5 gelden vrijstellingen ten gunste van leden van het openbaar ministerie die een machtiging van hun korpschef hebben, voor onderzoeksrechters en voor het personeel van de veiligheidsdiensten van de NAVO en de EU. De vergunde bewakingsondernemingen en interne bewakingsdiensten genieten van een vrijstelling voor de modellen 4 (verweerwapen) en 7.
Hun personeel geniet dan weer van een vrijstelling voor het model 5, mits hiertoe toestemming te hebben van de Minister van Binnenlandse Zaken.
Leden van politiediensten die zijn opgenomen in de lijst van het K.B. van 12 augustus 1991 betreffende het voorhanden hebben en het dragen van wapens door de diensten van het openbaar gezag of van de openbare macht, aangevuld bij de K.B.'s van 29 oktober 1991, 29 oktober 1993 en 31 maart 1995, genieten van een vrijstelling voor een model 4 (verweerwapen), beperkt tot de aankoop van munitie voor hun dienstwapen dat ze buiten de dienst wensen te gebruiken voor deelname aan het sportschieten, mits behoorlijke machtiging.] De erkenning van musea of verzamelingen aangevraagd door politiediensten, geschiedt eveneens kosteloos. Dit geldt ook voor het N.I.C.C., de School voor criminologie en criminalistiek en andere wettelijk erkende opleidingsinstellingen voor de politiediensten.
De uitreiking van duplicaten van erkenningen, vergunningen tot het voorhanden hebben van een wapen of vergunningen tot het dragen van een wapen als gevolg van verlies, diefstal of vernietiging van het oorspronkelijke stuk, moet kosteloos geschieden. 15.4 De fiscale zegels moeten worden aangebracht op de keerzijde van de vergunning tot het voorhanden hebben van een verweerwapen (model nr. 4), de ene helft van de zegel op deel A, de andere helft op deel B. De fiscale zegels moeten door de aanvrager steeds ontwaard worden.
Indien ermee wordt ingestemd dat de aanvrager de zegels via de post toezendt, moet dit gebeuren met een aangetekende brief. 15.5 De onderdelen van wapens die zijn onderworpen aan de wettelijke proef en de hulpstukken die, aangebracht op een vuurwapen, tot gevolg hebben dat het wapen tot een andere categorie gaat behoren, zijn overeenkomstig artikel 27 van de wet onderworpen aan dezelfde regeling als de wapens, behalve indien het gaat om de gewone vervanging van een defect onderdeel bedoeld in artikel 22, tweede lid, van het K.B. Het voorhanden hebben van dergelijke onderdelen en hulpstukken is derhalve onderworpen aan de betaling van een recht of een retributie. Het dragen van een onderdeel of hulpstuk daarentegen is niet onderworpen aan de uitreiking van een vergunning en geeft bijgevolg geen aanleiding tot de betaling van een recht of een retributie. 15.6 De vergunningen voor het dragen van de zogenaamde "verweerwapens voor de jacht" door jagers (zie punt 5.13) zijn kosteloos uitgereikt maar voor de hernieuwing ervan dient niettemin de gewone retributie te worden betaald. 15.7 Voorlopige vergunningen tot het voorhanden hebben van een vuurwapen zijn niet onderworpen aan de betaling van rechten en retributies.
De Minister van Justitie, S. De Clerck.