Etaamb.openjustice.be
Meertalige weergave van Vergunning van 30/04/1997
← Terug naar "Collegebesluit nr. 97/110 houdende uitvoering van verordening nr. 96/006 voor de erkenning en subsidiëring van jeugdverenigingen. - Jeugd- en jongerenbewegingen "
Collegebesluit nr. 97/110 houdende uitvoering van verordening nr. 96/006 voor de erkenning en subsidiëring van jeugdverenigingen. - Jeugd- en jongerenbewegingen Arrêté n° 97/110 portant exécution du règlement n° 96/006 d'agréation et de subvention des associations de jeunesse. - Mouvements de jeunesse et de jeunes
VLAAMSE GEMEENSCHAPSCOMMISSIE VAN HET BRUSSELS HOOFDSTEDELIJK GEWEST COMMISSION COMMUNAUTAIRE FLAMANDE DE LA REGION DE BRUXELLES-CAPITALE
30 APRIL 1997. Collegebesluit nr. 97/110 houdende uitvoering van 30 AVRIL 1997. Arrêté n° 97/110 portant exécution du règlement n°
verordening nr. 96/006 voor de erkenning en subsidiëring van 96/006 d'agréation et de subvention des associations de jeunesse. -
jeugdverenigingen. - Jeugd- en jongerenbewegingen Mouvements de jeunesse et de jeunes
Het College, Le Collège,
Gelet op de artikelen 127, 128, 135, 136, 163, 166 en 178 van de Vu les articles 127, 128, 135, 136, 166 et 178 de la Constitution
gecoördineerde Grondwet; coordonnée;
Gelet op de bijzondere wet van 8 augustus 1980 tot hervorming van Vu la loi spéciale du 8 août 1980 de réformes institutionnelles,
instellingen, gewijzigd bij de bijzondere wet van 8 augustus 1988; modifiée par la loi spéciale du 8 août 1988;
Gelet op de bijzondere wet van 12 januari 1989 met betrekking tot de Vu la loi spéciale du 12 janvier 1989 relative aux institutions
Brusselse instellingen; bruxelloises;
Gelet op de bijzondere wet van 5 mei 1993 betreffende de Vu la loi spéciale du 5 mai 1993, relative aux relations
internationale betrekkingen van de Gemeenschappen en de Gewesten; internationales des communautés et des régions;
Gelet op de bijzondere wet van 16 juli 1993 tot vervollediging van de Vu la loi spéciale du 16 juillet 1993 visant à achever la structure
federale staatsstructuur; fédérale de l'Etat;
Gelet op het Verdrag inzake de rechten van het kind van 20 november Vu le Traité des droits de l'enfance et en particulier les articles 8,
1989, in het bijzonder de artikelen 8, 13, 14, 15, 17, 30 en 31, en op 13, 14, 15, 17, 30, et 31 et le décret du 15 mai 1991 portant
het decreet van 15 mei 1991 houdende de goedkeuring van dit verdrag; agréation de ce traité;
Gelet op het decreet van 22 januari 1975 houdende de erkenning en Vu le décret du 22 janvier 1975 portant agréation et subvention de
subsidiëring van landelijk georganiseerd jeugdwerk; l'animation nationale des jeunes;
Gelet op het decreet van 9 juni 1993 houdende subsidiëring van Vu le décret du 9 juin 1993 réglant l'octroi de subventions aux
administrations communales et à la Commission communautaire flamande
gemeentebesturen en de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het voeren pour la mise en oeuvre d'une politique en matière d'animation des
van een jeugdwerkbeleid en het besluit van 1 februari 1994 van de jeunes et l'arrêté du 1er février 1994 du gouvernement flamand
Vlaamse Regering tot uitvoering van dat decreet; exécutant ce décret;
Gelet op de beleidsbrief "Driejarenplan jeugdwerkbeleid 1996-1998"; Vu le mémoire détaillant la politique à suivre "Plan triennal de la
Gelet op de resolutie van de Raad van de Vlaamse Gemeenschapscommissie politique d'animation des jeunes 1996-1998";
van 5 februari 1996 houdende de goedkeuring van het driejarenplan Vu la résolution du 5 février 1996 portant agréation du plan triennal
jeugdwerkbeleid 1996-1998; de la politique d'animation des jeunes 1996-1998;
Gelet op het advies van de werkgroep Jeugd van 23 september 1996; Vu l'avis du groupe de travail Jeunesse du 23 septembre 1996;
Gelet op het jaarplan 1997 jeugdwerkbeleid; Vu le plan 1997 de la politique en matière d'animation des jeunes;
Gelet op het Collegebesluit nr. 97/042 van 27 februari 1997 houdende Vu l'arrêté du Collège n° 97/042 du 27 février 1997 portant agréation
de goedkeuring van het jaarplan 1997 jeugdwerkbeleid, ter uitvoering du plan 1997 de la politique en matière d'animation des jeunes,
van het decreet van 9 juni 1993 houdende de subsidiëring van exécutant le décret du 9 juin 1993 réglant l'octroi de subventions aux
gemeentebesturen en van de Vlaamse Gemeenschapscommissie inzake het administrations communales et à la Commission communautaire flamande
voeren van een jeugdwerkbeleid; pour la mise en oeuvre d'une politique d'animation des jeunes;
Gelet op de verordening nr. 96/006, houdende de erkenning en Vu le règlement n° 96/006 portant l'agréation et l'octroi de
subsidiëring van lokale jeugdverenigingen, goedgekeurd door de Raad subventions aux associations des jeunes, approuvé par le Conseil de la
van de Vlaamse Gemeenschapscommissie op 28 maart 1997; Na beraadslaging, Besluit : HOOFDSTUK I. - Algemene bepalingen

Artikel 1.Definities. § 1. Een jeugdbeweging is een ledenorganisatie voor kinderen en jongeren van 6 tot 25 jaar, met een sterke lokale inbedding. Een jeugdbeweging drijft op een welomlijnde levensbeschouwing, en ontwikkelt van daaruit een pedagogische lijn. De activiteiten zijn divers, regelmatig, aangekondigd en kunnen opgesplitst worden naar leeftijdsgroepen. § 2. Een jongerenbeweging is een ledenorganisatie voor jongeren vanaf 15 jaar, met een lokale inbedding. Een jongerenbeweging drijft op een welomlijnde levensbeschouwing, en ontwikkelt van daar uit een pedagogische lijn, met de klemtoon op vormende activiteiten. § 3. De leiding van jeugd- en jongerenbewegingen bestaat uit vrijwillige jongeren, veelal doorgestroomd uit de eigen leden, vaak bijgestaan door volwassenen. HOOFDSTUK II. - Erkenning

Commission communautaire flamande le 28 mars 1997; Après délibération, Arrête : CHAPITRE Ier. - Dispositions générales

Article 1er.Définitions. Un centre de jeunesse est une infrastructure exclusive, reconnaissable, polyvalente d'activités ouvertes aux jeunes. Un centre de jeunesse veut offrir des occasions de rencontre aux jeunes et il déploye un programme visant l'engagement de ses membres. CHAPITRE II. - Agréation

Art. 2.Functies.

Art. 2.Fonctions.

Om als jeugd- of jongerenbeweging erkend te worden, moet de vereniging Afin d'être agréé le centre de jeunesse doit au moins combiner les
minstens de volgende functies vervullen : fonctions suivantes :
- ontmoeting; - rencontre;
- onthaal, informatie en begeleiding; - accueil, information et encadrement;
- spel en ontspanning; - jeux et récréation;
- zelfontplooiing; - épanouissement;
- groepsvorming. - formation de groupe;
Deze opsomming is niet hiërarchisch. - formation de cadres.

Art. 3.Taal.

Art. 3.Langue.

Het Collegelid kan richtlijnen uitvaardigen voor het taalgebruik van Le membre du Collège est habilité à établir des directives concernant
de jeugd- en jongerenbewegingen. l'emploi des langues des centres de jeunesse.

Art. 4.Werking.

Art. 4.Fonctionnement.

§ 1. Structuur. § 1er. Structure.
Om als jeugd- of jongerenbeweging erkend te worden, moet de vereniging Le centre de jeunesse est dirigé par une a.s.b.l., dont le comité
deel uitmaken van een door de Vlaamse Gemeenschap erkend landelijk directeur est composé au moins par la moité des membres ayant moins de
verbond. Minstens de helft van de bestuursleden moet jonger zijn dan 30 ans. Un tiers du comité habite la Région de Bruxelles-Capitale.
dertig jaar. § 2. Infrastructuur. De jeugdbeweging beschikt over of streeft naar lokalen die ingericht en aangepast zijn aan de noden en behoeften van haar doelgroep. De jeugdbeweging is hoofdgebruiker van deze lokalen. Een jongerenbeweging beschikt over lokalen voor de duur van de activiteit. § 3. Methode. De werking gaat uit van de methodieken van de beweging waartoe de vereniging behoort en toetst die permanent aan de noden van de doelgroep. De werking kan zich opsplitsen in leeftijdsgroepen. Bij een jeugdbeweging onderscheiden we de volgende leeftijdsgroepen : kinderwerking A : 6 tot 8 jaar; kinderwerking B : 9 tot 11 jaar; tienerwerking A : 12 tot 14 jaar; tienerwerking B : 14 tot 16 jaar; jongerenwerking : 16 tot 18 jaar; jongvolwassenen : 18 tot 25 jaar. Bij een jongerenbeweging onderscheiden we de volgende leeftijdsgroepen : jongerenwerking : 15 tot 18 jaar; jongvolwassenen : 18 +. Om erkend te worden, moet een jeugd- of jongerenbeweging ten minste één van deze leeftijdsgroepen omvatten. Aparte leeftijdsgroepen moeten een apart activiteitenaanbod hebben, en aparte begeleiding. Zoniet worden alle leden tot dezelfde groep gerekend.

Art. 5.Procedure. § 1. Aanvraag.

§ 2. Infrastructure. Un centre de jeunesse déploye ses activités à partir d'une infrastructure exclusive, reconnaissable, polyvalente, et eracinée localement. Un centre de jeunesse qui employe un agent professionel dispose d'un local administratif séparé. § 3. Méthode. Lors du choix de la méthodique, le centre part des besoins du groupe-cible qu'il interroge continuellement. Le fonctionnement est ouvert et il se présente comme une unité reconnaissable. § 4. Concertation. Tout centre de jeunesse agréé participera à la concertation des centres de jeunesse, organisée par l'a.s.b.l. « Jeugd en Stad » (Jeunesse et Ville) en vue de formation et actions communes.

Art. 5.Catégories. Lors de l'agréation des centres de jeunesse nous distinguons quatre catégories : § 1er. Un centre de jeunesse sera agréé dans la catégorie 0 quand il est ouvert au moins 8 heures par semaine, échelonnées sur deux jours au moins. Par jour un maximum de cinq heures est pris en considération. § 2. Un centre de jeunesse sera agréé dans la catégorie I quand il remplit les conditions suivantes : 1° le centre est ouvert au moins 8 heures par semaine échelonnées sur deux jours; 2° les moniteurs du centre suivent des cours de formation de cadres de minimum 15 heures par an; 3° quatre fois par an le centre publie un périodique pour les membres; 4° le centre organise au moins 45 activités par an, dont au moins 20 de nature culturelle ou éducatrice. § 3. Un centre de jeunesse sera agréé dans la catégorie II quand il remplit les conditions suivantes : 1° le centre est ouvert 15 heures par semaine échelonnées sur trois jours au moins; 2° les moniteurs du centre suivent des cours de formation de cadres de minimum 30 heures par an; 3° six fois par an au moins le centre édite une publication pour les membres; 4° le centre organise au moins 70 activités par an, dont au moins 30 de nature culturelle ou éducatrice; 5° le centre déploye au moins une activité permanente (reprogrammée chaque semaine, toutes les quinzaines, ou mensuellement). § 4. Un centre de jeunesse sera agréé dans la catégorie III quand il remplit les conditions suivantes : 1° le centre est ouvert au moins 24 heures, échelonnées sur quatre jours au moins; 2° les moniteurs du centre ont suivi au moins 45 heures de formation de cadres par an; 3° le centre édite un périodique six fois par an; 4° le centre organise au moins cent activités par an, dont au moins quarante activités culturelles ou éducatrices; 5° le centre déploye au moins deux activités permanentes par an (programmées par semaine, quinzaine, ou mensuellement). § 5. Un centre qui ne répond plus au conditions de la catégorie dans laquelle il a été agréé, maintient cette agréation pour la durée d'un an.

Art. 6.Procédure. § 1er. Programme de fonctionnement/budget.

Ten laatste op 15 oktober van elk jaar dient de vereniging bij de Administratie een aanvraag in tot subsidiëring, met een activiteitenverslag en een financieel verslag van het voorbije werkingsjaar. De formulieren hiervoor kunnen aangevraagd worden bij de Administratie of bij het naburige jeugd- of gemeenschapscentrum. § 2. Verzekering. De leden van de vereniging moeten door de vereniging verzekerd zijn voor burgerlijke aansprakelijkheid. Een afschrift van deze verzekering wordt bij de aanvraag gevoegd. Le 15 octobre de chaque année au plus tard, le centre de jeunesse indroduit un budget de l'année suivante et un programme de fonctionnement couvrant le trimestre, semestre suivant ou l'année suivante. Quinze jours avant la fin de chaque période le centre introduit son programme de fonctionnement pour la période suivante. Les formulaires nécessaires peuvent être obtenus auprès de l'administration ou au centre communautaire voisin. Une copie du programme de fonctionnement est envoyée au centre communautaire voisin. § 2. Rapport de fonctionnement/financier. Le 15 mars de chaque année au plus tard le centre présente auprès de l'administration un rapport de fonctionnement financier et les comptes de l'exercice antérieur et un tableau du personnel. § 3. Assurance. L'atelier doit prendre une assurance de responsabilité civile.
HOOFDSTUK III. - Subsidiëring CHAPITRE III. - Subvention

Art. 6.Begrotingskrediet.

Art. 7.Crédit budgétaire.

Het College bepaalt jaarlijks het totale bedrag voor de uitvoering van Le Collège déterminera annuellement le montant total pour l'exécution
dit besluit. de cet arrêté.

Art. 7.Startsubsidie.

Art. 8.Subvention initiale.

§ 1. Een jeugd- of jongerenbeweging die nog niet erkend is, kan een § 1er. Un centre de jeunesse non agréé, peut solliciter une subvention
startsubsidie aanvragen. Ze dient daarvoor een aanvraag in bij de initiale. Pour ce faire il présentera une requête auprès de
Administratie, op een aanvraagformulier dat daarvoor aangemaakt werd. l'administration sur un formulaire spécialement conçu à cet effet.
§ 2. Om een startsubsidie te krijgen, moet de vereniging voldoen aan de erkenningscriteria, en al minstens gedurende een maand activiteiten georganiseerd hebben. § 3. De startsubsidie is het bedrag van de basissubsidie van het voorbije jaar.

Art. 8.Basissubsidie. § 1. Elk vereniging die voldoet aan de erkenningscriteria, en het afgelopen jaar hetzij minstens 10 activiteiten georganiseerd heeft, hetzij één activiteit per maand sinds de toekenning van een startsubsidie, krijgt een basissubsidie. § 2. De basissubsidie bedraagt twee derde van het beschikbare begrotingskrediet gedeeld door het totaal aantal verenigingen dat aan deze voorwaarde voldoet.

§ 2. Afin de pouvoir prétendre à une subvention initiale, le centre doit remplir les conditions d'agréation d'un cen- tre appartenant à la catégorie 0. § 3. Le montant de la subvention initiale est identique au montant de la subvention de base.

Art. 9.Subvention de base. § 1er. Toute association répondant aux critères d'agréation d'un centre de la catégorie 0, recevra une subvention de base de FB 50 000.

§ 3. De basissubsidie wordt verhoogd met 50 % voor verenigingen met § 2. La subvention de base sera majoré de 50 % pour les centres qui
een belangrijk aandeel gehandicapte of maatschappelijk achtergestelde ont un nombre considérable de membres défavorisés sociaux. La requête
leden. De aanvraag voor een verhoogde basissubsidie wordt gemotiveerd d'une subvention de base majorée doit être motivée et être soussignée
en mee ondertekend door de vrijgestelde van het hoofdstedelijk par le coordinateur des centres affiliés à l'a.s.b.l. Jeugd en Stad
verbond. (Jeunesse et Ville).

Art. 9.Werkingssubsidie.

Art. 10.Subvention du personnel.

§ 1. De werkingssubsidie wordt berekend op basis van een puntensysteem. § 2. De punten van een vereniging worden verkregen door het aantal leeftijdsgroepen met de maandelijkse frequentie van activiteiten te vermenigvuldigen. § 3. De waarde van een punt is het beschikbare krediet na aftrek van de start- en basissubsidies, gedeeld door het totaal aantal punten dat door alle verenigingen behaald werd. De werkingssubsidie van een groep is dan de puntwaarde vermenigvuldigd met het aantal punten dat de groep behaalde.

Art. 10.Controle. § 1. Alle gevraagde documenten en inlichtingen die noodzakelijk geacht worden voor de berekening van de subsidies en voor de controle van de vereniging, moeten aan de Administratie verstrekt worden. § 2. De subsidies mogen enkel gebruikt worden voor de eigen werking van de vereniging. Controle door de Administratie is steeds mogelijk.

Art. 11.Uitbetaling. § 1. De subsidie wordt uitbetaald door overschrijving op de post- of bankrekening van de vereniging. Een specimen van een overschrijvingsformulier wordt door de vereniging bij het aanvraagdossier gevoegd. § 2. Als blijkt dat onjuiste gegevens werden verstrekt of als de voorwaarden van dit besluit niet werden vervuld, kan het College de toegekende subsidie geheel of gedeeltelijk terugvorderen en de vereniging van verdere subsidiëring uitsluiten, ongeacht de toepassing van de wet over het afleggen van onjuiste verklaringen.

§ 1er. Les centres de jeunesse, agréés dans la catégorie II, peuvent être pris en considération pour une subvention d'un membre du personnel employé à mi-temps. § 2. Les centres de jeunesse, agréés dans la catégorie III, peuvent être pris en considération pour une subvention d'un membre du personnel employé à plein-temps. § 3. La subvention du personnel est une subvention forfaitaire de FB 1 200 000 pour un employé à plein-temps et de FB 600 000 pour l'équivalent d'un employé à mi-temps. Les membres du personnel doivent avoir obtenu au moins un diplôme de l'enseignement supérieur non univeritaire ou pouvoir prouver une expérience professionnelle dans le secteur de trois ans. § 4. Toute nouvelle requête de subvention de personnel sera soumise à l'approbation du groupe de travail Jeunesse et elle ne peut être accordée que dans les limites budgétaires.

Art. 11.Subvention du fonctionnement. Après prélèvement des subventions initiales, de base et du personnel, le solde sera dépensé à la subvention du fonctionnement moyennant la clef de répartition suivante : § 1er. Chaque centre de jeunesse obtiendra le poids de la catégorie à laquelle il appartient. Un centre de la caté- gorie 0 aura le poids 0, un centre de la catégorie I, le poids I, etc. § 2. Ensuite le montant total de la subvention de fonctionnement sera divisé par le poids total des centres de jeunesse agréés. Ainsi on obtiendra la valeur de l'unité de poids. La subvention de fonctionnement égale cette unité multipliée par le poids spécifique du centre.

Art. 12.Contrôle. § 1er. Tous les documents et renseignements jugés nécessaires pour le calcul des subventions et pour le contrôle de l'association doivent être fournis à l'administration. § 2 Les subventions ne peuvent être employées que pour le fonctionnement propre de l'association. L'administration se réserve le droit d'un contrôle éventuel.

Art. 13.Versement. § 1er. Les subventions seront versées au compte postal ou bancaire de l'association. Un spécimen d'un bulletin de virement est joint au dossier de requête par l'association. § 2. Dans le cas où il apparaît que des données incorrectes ont été communiquées ou si les conditions de cet arrêté n'auraient pas été remplies, le Collège pourra exiger le remboursement de toute ou d'une partie de la subvention accordée et il pourra exclure l'association de toute subvention ultérieure, sans préjudice de l'application des dispositions légales relatives aux déclarations inexactes.

HOOFDSTUK IV. - Slot- en overgangsbepalingen CHAPITRE IV. - Dispositions finales et transitoires

Art. 12.Afwijkingen.

Art. 14.Dérogations.

Het College kan geheel of gedeeltelijk afwijken van dit besluit, als Dans le cas où des circonstances particulières le demandent, le
bijzondere omstandigheden daar aanleiding toe geven. Die afwijking Collège peut déroger totalement ou partiellement à cet arrêté. Cette
moet gemotiveerd worden in een besluit van het College, na advies van dérogation doit être motivée dans un arrêté du Collège, sur avis du
de werkgroep Jeugd. groupe de travail Jeunesse.

Art. 13.Inwerkingtreding.

Art. 15.Mise en vigueur.

Dit uitvoeringsbesluit treedt in werking op 1 januari 1997. Le présent arrêté d'exécution entre en vigueur le 1er janvier 1997.
De Collegeleden, Les membres du Collège
R. GRIJP R. GRIJP
J. CHABERT J. CHABERT
V. ANCIAUX V. ANCIAUX
^