← Terug naar "Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 februari 1998 tot aanwijziging van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren "
| Ministerieel besluit tot wijziging van het ministerieel besluit van 10 februari 1998 tot aanwijziging van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren | Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel du 10 février 1998 portant désignation des supérieurs hiérarchiques compétents en matière disciplinaire et conférant aux collèges des chefs de service la compétence de formuler les propositions définitives de peines disciplinaires |
|---|---|
| MINISTERIE VAN FINANCIEN | MINISTERE DES FINANCES |
| 27 JULI 1998. - Ministerieel besluit tot wijziging van het | 27 JUILLET 1998. - Arrêté ministériel modifiant l'arrêté ministériel |
| ministerieel besluit van 10 februari 1998 tot aanwijziging van de | du 10 février 1998 portant désignation des supérieurs hiérarchiques |
| hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede | compétents en matière disciplinaire et conférant aux collèges des |
| tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van dienstchefs om | chefs de service la compétence de formuler les propositions |
| de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren | définitives de peines disciplinaires |
| De Minister van Financiën, | Le Ministre des Finances, |
| Gelet op het koninklijk besluit van 2 oktober 1937 houdende het | Vu l'arrêté royal du 2 octobre 1937 portant le statut des agents de |
| statuut van het Rijkspersoneel, inzonderheid de artikelen 78, § 5, en | l'Etat, notamment les articles 78, § 5, et 79, § 4, remplacés par |
| 79, § 4, vervangen door het koninklijk besluit van 31 maart 1995; | l'arrêté royal du 31 mars 1995; |
| Gelet op het ministerieel besluit van 10 februari 1998 tot aanwijzing | Vu l'arrêté ministériel du 10 février 1998 portant désignation des |
| van de hiërarchische meerderen die bevoegd zijn inzake tuchtregeling | supérieurs hiérarchiques compétents en matière disciplinaire et |
| alsmede tot het verlenen van de bevoegdheid aan de colleges van | conférant aux collèges des chefs de service la compétence de formuler |
| dienstchefs om de definitieve voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren, | les propositions définitives de peines disciplinaires, |
| Besluit : | Arrête : |
Artikel 1.In afwijking van artikel 3 van het ministerieel besluit van |
Article 1er.Par dérogation à l'article 3 de l'arrêté ministériel du |
| 10 februari 1998 tot aanwijzing van de hiërarchische meerderen die | 10 février 1998 portant désignation des supérieurs hiérarchiques |
| bevoegd zijn inzake tuchtregeling alsmede tot het verlenen van de | compétents en matière disciplinaire et conférant aux collèges des |
| bevoegdheid aan de college van dienstchefs om de definitieve | chefs de service la compétence de formuler les propositions |
| voorstellen betreffende de tuchtstraffen te formuleren wordt, in | définitives de peines disciplinaires, dans l'attente qu'un auditeur |
| afwachting dat bij de Administratie van de ondernemings- en | général ayant la fonction de chef de service soit nommé à |
| inkomensfiscaliteit een auditeur-generaal van financiën met de functie | l'Administration de la fiscalité des entreprises et des revenus, la |
| van dienstchef wordt benoemd, het voorlopig voorstel van tuchtstraf | proposition provisoire de peine disciplinaire à l'encontre des agents |
| tegen de personeelsleden van rang 13 bij de centrale diensten en bij | de rang 13 des services centraux et des services extérieurs de |
| de buitendiensten van voornoemde administratie, geformuleerd door De | l'administration précitée, sera formulée par De Rom, P.S.J., auditeur |
| Rom, P.S.J., auditeur-generaal van financiën bij de Dienst « | général des finances au Service « préparation et guidance de la |
| voorbereiding en begeleiding van de herstructurering ». | restructuration ». |
Art. 2.Dit besluit heeft uitwerking met ingang van 1 juni 1998. |
Art. 2.Le présent arrêté produit ses effets le 1er juin 1998. |
| Brussel, 27 juli 1998. | Bruxelles, le 27 juillet 1998. |
| J.-J. VISEUR | J.-J. VISEUR |