Artikel 1.Er worden twee types speciale paspoorten ingevoerd: diplomatieke paspoorten en dienstpaspoorten. Personen in functie bij de Belgische federale, een gemeenschaps- of gewestelijke overheid van hetzij de wetgevende, de uitvoerende of rechterlijke macht kunnen in de hierna volgende omstandigheden aanspraak maken op een speciaal paspoort. Speciale paspoorten hebben als doel het reizen naar, de binnenkomst en het verblijf in het buitenland voor de houders ervan te vergemakkelijken, dit door diens graad en/of functie bij de betrokken overheid en het officiële en beroepsmatige karakter van de reis en het verblijf te bevestigen. Diplomatieke paspoorten benadrukken bovendien de bijzondere en hoogstaande positie die de houder ervan als vertegenwoordiger van België, een gewest of gemeenschap bekleedt.

Art. 2.Speciale paspoorten worden afgegeven in België door de Minister van Buitenlandse Zaken of de door hem aangeduide ambtenaar en door de hoofden van de diplomatieke posten en beroepsconsulaten in het buitenland. Deze paspoorten zijn gratis. De geldigheidsduur bedraagt maximaal vijf jaar, doch kan de termijn van de officiële functie die de houder van het paspoort vervult niet overschrijden. De functie van de houder evenals de overheid waarvan hij/zij afhangt worden in principe vermeld in het paspoort.

Art. 3.Kunnen middels een eenvoudige aanvraag aanspraak maken op een diplomatiek paspoort: het Staatshoofd en de leden van de Koninklijke familie; de leidinggevende leden van de diensten van het Staatshoofd; de Ministers van Staat; de leden van de Federale Regering, de Gewest- en Gemeenschapsregeringen; de Voorzitters en Eerste Vice-voorzitters van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, de Gewest- en Gemeenschapsraden; het personeel van de carrière Buitenlandse Dienst, de Kanselarijcarrière en de carrière Attaché voor Internationale Samenwerking van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking op post in het buitenland, evenals de echtgeno(o)t(e) of de samenwonende partner in het kader van een in België erkende of erkenbare duurzame relatie en minderjarige kinderen, de door de gemeenschappen en gewesten aangewezen leidinggevende ambtenaar voor internationale samenwerking; de uitgezonden vertegenwoordigers van de Gewesten en Gemeenschappen belast met een leidinggevende taak en met een contract dat periodieke mobiliteit voorziet, evenals de echtgeno(o)t(e) of de samenwonende partner in het kader van een in België erkende of erkenbare duurzame relatie en minderjarige kinderen; de personeelsleden van het Ministerie van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking van de carrière Binnendienst vanaf de graad adviseur of gelijkwaardige graad van de buitenlandse carrières voor zij die geaffecteerd zijn bij het hoofdbestuur; de kabinetschefs en adjunct-kabinetschefs van de Ministers en Staatssecretarissen van Buitenlandse Zaken, Buitenlandse Handel en Internationale Samenwerking; in uitzonderlijke gevallen de personen op officiële zending of op post in landen waar de Minister van Buitenlandse Zaken van oordeel is dat een diplomatiek paspoort noodzakelijk is voor de uitoefening van deze zending.

Art. 4.Kunnen middels een eenvoudige aanvraag aanspraak maken op een dienstpaspoort: de leden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, de Senaat, de Gewest- en Gemeenschapsraden evenals de in België verkozen leden van het Europees Parlement. In die landen waar de Minister van Buitenlandse Zaken van oordeel is dat een diplomatiek paspoort vereist is voor de uitoefening van een officiële zending kan dit type paspoort voor de duur van die zending afgeleverd worden.

Art. 5.Kunnen middels een gemotiveerde aanvraag om beroepsredenen aanspraak maken op een dienstpaspoort: de personeelsleden op zending van de federale, gewest- en gemeenschapsministeries evenals de uitgezonden personeelsleden van deze departementen op post en de echtgeno(o)t(e) of de samenwonende partner in het kader van een in België erkende of erkenbare duurzame relatie en kinderen ten laste; de personeelsleden van de Kamer van Volksvertegenwoordigers, Senaat, Gewest- en Gemeenschapsraden; de leden van de Rechterlijke Macht; de personeelsleden van de kabinetten van de federale, de gewest- en gemeenschapsministers en staatssecretarissen; de niet-leidinggevende leden van de diensten van het Staatshoofd; in uitzonderlijke gevallen de personen op officiële zending of op post in landen waar het Ministerie van Buitenlandse Zaken van oordeel is dat een dienstpaspoort vereist is voor de uitoefening van deze zending.

Art. 6.De aanvraag tot het bekomen van een speciaal paspoort moet uitgaan van de administratie waar de aanvrager van afhangt en gericht worden aan de Minister van Buitenlandse Zaken.

Art. 7.Houders van speciale paspoorten die hun verblijfplaats in België hebben, kunnen hun speciaal paspoort enkel gebruiken tijdens officiële zendingen.

Art. 8.De echtgen(o)t(e) of de samenwonende partner in het kader van een in België erkende of erkenbare duurzame relatie van de houder van een speciaal paspoort kan eveneens een speciaal paspoort bekomen voor zover deze persoon de houder vergezelt tijdens een officiële zending. Personen met een andere dan de Belgische nationaliteit hebben geen recht op een speciaal paspoort indien het land van bestemming het land is waarvan deze persoon de nationaliteit heeft.

Art. 9.Dit besluit treedt in werking de dag waarop het in het Belgisch Staatsblad wordt bekendgemaakt. De paspoorten die werden afgegeven voorafgaande aan de inwerkingtreding van dit besluit, kunnen worden gebruikt tot het einde van hun geldigheidstermijn. Zij kunnen niet worden verlengd. Brussel, 23 augustus 2000.

Article 1er.Deux types de passeports spéciaux sont créés : les passeports diplomatiques et les passeports de service. Toute personne en fonction auprès d'une administration fédérale belge, ou auprès d'une administration communautaire ou régionale relevant du pouvoir législatif, exécutif ou judiciaire a le droit de se voir délivrer un passeport spécial dans les circonstances décrites ci-après. Le passeport spécial a pour but de faciliter le voyage vers un pays étranger ainsi que l'entrée et le séjour dans ledit pays, pour son titulaire, en confirmant son grade et/ou sa fonction auprès de l'autorité concernée ainsi que le caractère officiel et professionnel du voyage et du séjour. Le passeport diplomatique indique en outre le rang spécial et élevé que son titulaire occupe en qualité de représentant de la Belgique, d'une Région ou d'une Communauté.

Art. 2.Les passeports spéciaux sont délivrés par le Ministre des Affaires étrangères ou par le fonctionnaire désigné par lui, ainsi que par les chefs des postes diplomatiques et des consulats de carrière à l'étranger. Ces passeports sont gratuits. Leur durée de validité est de cinq ans maximum mais ne peut s'étendre au-delà de la période pendant laquelle le titulaire du passeport exerce sa fonction officielle. La fonction du titulaire du passeport ainsi que l'administration dont il/elle relève sont en principe mentionnées sur le passeport.

Art. 3.Peuvent prétendre à un passeport diplomatique sur simple demande: le Chef de l'Etat et les membres de la Famille royale; les fonctionnaires dirigeants des services attachés au Chef de l'Etat; les Ministres d'Etat; les membres du Gouvernement fédéral et des Gouvernements des Régions et des Communautés; les Présidents et premiers Vice-Présidents de la Chambre des Représentants, du Sénat, des Conseils des Régions et des Communautés; le personnel de la Carrière du Service extérieur, de la Carrière de Chancellerie et de la Carrière d'Attaché de la Coopération internationale du Ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération internationale en poste à l'étranger, ainsi que leurs conjoints ou partenaires cohabitant avec eux dans le cadre d'une relation durable reconnue ou pouvant être reconnue en Belgique, et leurs enfants mineurs; le fonctionnaire dirigeant pour la coopération internationale désigné par les Régions et les Communautés; les représentants expatriés des Régions et des Communautés qui exercent une fonction dirigeante et sont liés par un contrat prévoyant une mobilité périodique, ainsi que leurs conjoints ou partenaires cohabitant avec eux dans le cadre d'une relation durable reconnue ou pouvant être reconnue en Belgique, et leurs enfants mineurs; les agents de la carrière de l'Administration centrale du Ministère des Affaires étrangères, du Commerce extérieur et de la Coopération Internationale, à partir du grade de Conseiller ainsi que le personnel des carrières extérieures affecté à l'Administration centrale, à partir du grade équivalent; les chefs de cabinet et chefs de cabinet adjoints des Ministres et Secrétaires d'Etat qui ont dans leurs attributions les Affaires étrangères, le Commerce extérieur et la Coopération internationale; dans certains cas exceptionnels, les personnes en mission officielle ou en poste dans des pays où, de l'avis du Ministre des Affaires étrangères, un passeport diplomatique est requis pour l'accomplissement de ladite mission.

Art. 4.Peuvent prétendre à un passeport de service sur simple demande : les membres de la Chambre des Représentants, du Sénat, des Conseils des Régions et des Communautés ainsi que les membres du Parlement européen élus en Belgique. Dans les pays où, de l'avis du Ministre des Affaires étrangères, un passeport diplomatique est requis pour l'accomplissement d'une mission officielle, ce type de passeport peut être délivré pour la durée de la mission concernée.

Art. 5.Peuvent prétendre à un passeport de service sur demande motivée pour des raisons professionnelles : les agents, en mission, des ministères fédéraux et des ministères des Régions et des Communautés, et les agents de ces ministères détachés auprès d'un poste, ainsi que leurs conjoints ou partenaires cohabitant avec eux dans le cadre d'une relation durable reconnue ou pouvant être reconnue en Belgique, et les enfants qui sont à leur charge; les membres du personnel de la Chambre des représentants, du Sénat, des Conseils des Régions et des Communautés; les membres du Pouvoir judiciaire; les membres du personnel des cabinets des Ministres fédéraux, régionaux et communautaires et ceux des Secrétaires d'Etat; le personnel non dirigeant des services attachés au Chef de l'Etat; dans certains cas exceptionnels, les personnes en mission officielle ou en poste dans des pays où, de l'avis du Ministère des Affaires étrangères, un passeport de service est requis pour l'accomplissement des missions concernées.

Art. 6.Toute demande relative à la délivrance d'un passeport spécial sera adressée au Ministre des Affaires étrangères par l'administration dont relève le demandeur.

Art. 7.Les titulaires de passeports spéciaux qui ont leur résidence en Belgique ne sont en principe autorisés à utiliser leur passeport spécial que dans le cadre de missions officielles.

Art. 8.Le conjoint du titulaire d'un passeport spécial ou le partenaire cohabitant avec lui dans le cadre d'une relation durable reconnue ou pouvant être reconnue en Belgique, peut également obtenir un passeport spécial, pour autant que cette personne accompagne le titulaire, dans le cadre d'une mission officielle. Une personne possédant une autre nationalité que la nationalité belge n'a pas droit à un passeport spécial si le pays de destination est le pays dont cette personne possède la nationalité.

Art. 9.Le présent arrêté entre en vigueur le jour de sa publication au Moniteur belge. Les passeports délivrés avant l'entrée en vigueur du présent arrêté peuvent être utilisés jusqu'à la fin de leur durée de validité. Ils ne pourront pas être prolongés. Bruxelles, le 23 août 2000.